woensdag 3 december 2025

Budgetpolis stopt, maar beperkingen blijven bij meeste zorgverzekeringen in 2026

De budgetpolis met een beperkte ziekenhuiskeuze verdwijnt per 1 januari 2026 uit het Nederlandse zorgverzekeringslandschap. Toch blijven er voor consumenten nog steeds veel polissen met andere beperkingen bestaan. In meer dan de helft van de ruim 70 basisverzekeringen zijn er vormen van beperkte keuzevrijheid of lage vergoedingen voor zorgaanbieders zonder contract. Dat blijkt uit onderzoek van Zorgwijzer.

Vanaf 2026 stoppen alle verzekeraars met de zogeheten budgetpolis, waarbij verzekerden alleen volledige vergoeding kregen bij een beperkt aantal ziekenhuizen. Bestaande budgetpolissen, zoals de ‘Basis Budget’ van Zilveren Kruis of de Principe Polis Budget van De Christelijke, krijgen een andere naam en invulling of worden per 1 januari 2026 uitgefaseerd.

Hiermee komt een einde aan het risico dat verzekerden voor planbare zorg, zoals een heup- of staaroperatie, slechts bij een klein aantal ziekenhuizen volledig gedekt waren.

Ondanks deze verandering blijven andere vormen van beperkingen in de populaire naturapolissen bestaan. De belangrijkste inperking is de lage vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg.

Dit geldt voor de zorg van een ziekenhuis, kliniek of therapeut waar de verzekeraar geen afspraken mee heeft. Consumenten die toch voor zo'n zorgaanbieder kiezen, kunnen flink op de kosten worden gedrukt.

Wie bij een zelfstandig behandelcentrum een behandeling van 1.350 euro ondergaat, kan – afhankelijk van de polis – minder dan de helft vergoed krijgen. Het restant betaalt de verzekerde zelf.

“Dit is waar veel mensen onverwachts mee te maken kunnen krijgen,” zegt zorgverzekeringen-expert Koen Kuijper. “Je kiest een zorgverlener die goed voelt, maar krijgt later een flinke rekening omdat er geen contract is. Dat ziet een consument vaak niet aankomen.”

Hoewel deze beperkingen voor verzekerden soms frustrerend kunnen zijn, sluiten ze aan bij een breder patroon: de polissen met de grootste beperkingen zijn doorgaans ook de goedkoopste op de markt.

“Een lage premie komt bijna nooit zonder slechtere voorwaarden,” stelt Kuijper. “Verzekeraars kunnen de prijs laag houden door selectief te contracteren en lagere vergoedingen te bieden bij zorgaanbieders zonder contract. Dat hoeft geen probleem te zijn, zolang je weet waar je voor tekent.”

Voor consumenten betekent dit dat de goedkoopste polis niet altijd de beste keuze is, zeker als je vaste zorgverleners hebt of regelmatig naar een gespecialiseerde kliniek gaat.

Naast lage vergoedingen voor niet-gecontracteerde zorg blijven er in 2026 nog twee belangrijke beperkingen bestaan. Voor bepaalde klachten of behandelingen kun je bij bepaalde polissen alleen terecht in gespecialiseerde ziekenhuizen, doordat verzekeraars selectief contracteren.

Daarnaast worden hulpmiddelen zoals stomamateriaal, sensoren, teststrips en verbandmiddelen vaak alleen volledig vergoed wanneer ze worden besteld bij een gecontracteerde leverancier, en niet bij de apotheek om de hoek.

Zorgwijzer adviseert verzekerden om vóór het einde van het jaar hun polis grondig door te nemen en te controleren welke zorgverleners zijn gecontracteerd. Daarbij gaat het vooral om zorgaanbieders die voor hen van belang zijn, zoals het vaste ziekenhuis, een behandelaar, therapeut of zelfstandig behandelcentrum, en om de vraag in hoeverre niet-gecontracteerde zorg wordt vergoed. Alleen bij gecontracteerde aanbieders wordt de rekening doorgaans volledig vergoed.

Verzekerden kunnen nog tot en met 31 december overstappen van zorgverzekering, waarbij de oude polis automatisch wordt stopgezet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.