vrijdag 31 oktober 2025

Fraude met obligaties

Drie mannen uit Blaricum (30), Velsen (35),  Den Haag (55) en een vrouw uit Huizen (48) worden verdacht van onder meer verduistering, oplichting en witwassen. In een kader van het strafrechtelijk onderzoek heeft de FIOD op 27 oktober 2025 een woning in Huizen doorzocht. 

Een 59-jarige man is aangehouden op verdenking van het bezit van een vuurwapen.  Er is beslag gelegd op vuurwapens, contant geld, goud , zilver, zilveren munten, sieraden, luxegoederen en administratie.

Het onderzoek is gestart na een aangifte door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) bij het Openbaar Ministerie, naar aanleiding van meldingen van enige obligatiehouders. Twee bedrijven hebben obligaties uitgegeven met als doel financiering van de inkoop van consumentengoederen. Het vermoeden is dat deze inkoop niet heeft plaatsgevonden. Beide bedrijven zijn kort na elkaar failliet verklaard.

Ruim 250 obligatiehouders hebben gezamenlijk minimaal 7 miljoen euro geïnvesteerd. Daarnaast hebben de bedrijven een gezamenlijke schuld van circa 5 miljoen euro aan crediteuren. Uit het onderzoek blijkt dat vanaf de bankrekeningen van de bedrijven ongeveer 2 miljoen euro is overgemaakt naar ondernemingen die gelieerd zijn aan de 30-jarige man uit Blaricum en de 55-jarige man uit Den Haag. De 35-jarige man uit Velsen was bestuurder van de verdachte bedrijven en betrokken bij de uitgifte van de obligaties.

Europese Centrale Bank wil in 2027 proef met digitale euro

De Europese Centrale Bank (ECB) wil in 2027 starten met een proefproject voor de digitale euro, gevolgd door een mogelijke officiële introductie in 2029. Dat is alleen haalbaar als de benodigde Europese wetgeving op tijd wordt afgerond, benadrukt de bank.

De proef moet dus medio 2027 van start gaan, waarbij de eerste transacties met de digitale munt worden uitgevoerd. “Het Eurosysteem moet dan volledig voorbereid zijn op een eventuele uitgifte van de digitale euro in 2029,” aldus de centrale bank.

De planning hangt echter sterk af van de voortgang van de EU-wetgeving, die volgens de ECB uiterlijk in de loop van volgend jaar moet worden goedgekeurd. De bank gaf eerder aan te mikken op een formele wet in juni 2026. De kosten tot aan de eerste uitgifte worden geraamd op ongeveer 1,3 miljard euro, met daarna jaarlijkse operationele kosten van zo’n 320 miljoen euro.

De digitale euro is al langer onderwerp van discussie. De Europese Commissie presenteerde in 2023 een wetsvoorstel voor het nieuwe betaalmiddel, waarna de ECB op 1 november 2023 begon aan een tweejarige voorbereidingsfase. Die periode is nu afgerond.

ING breidt aanbod Private Markets uit met strategie gericht op energietransitie

ING Nederland versterkt per 20 oktober haar Private Markets-aanbod met de toevoeging van de evergreen strategie van Macquarie Asset Management. Deze strategie richt zich op investeringen in infrastructuurprojecten die bijdragen aan de wereldwijde energietransitie. De toevoeging ervan past binnen ING’s strategie om vernieuwende beleggingsoplossingen toegankelijk te maken voor een bredere groep klanten. Daarnaast sluit het aan bij de visie van ING op duurzame vooruitgang.

Wereldwijd neemt het belang van private markten in de economie toe. Dat zien we terug in de waardering van onze Private Banking klanten om beleggen buiten de beurs op te nemen in hun breed gespreide portefeuille. We zijn dan ook trots op deze duurzame toevoeging aan ons vooruitstrevende Private Markets-aanbod.

De strategie van Macquarie Asset Management richt zich op investeringen in de energietransitie-infrastructuur, zoals duurzame energieopwekking, groene energie, circulaire economie en schone brandstoffen. De strategie, die geen vaste looptijd heeft, focust op het bouwen, ontwikkelen en exploiteren van bedrijven in de energietransitiesector, zoals zonne- en windparken en batterijopslagmiddelen.

De samenwerking met ING is een veelbelovende ontwikkeling voor Macquarie Asset Management. Terwijl landen streven naar een netto-nul CO2-uitstoot tegen 2050, blijft de vraag naar schone energie het aanbod overtreffen. Dit biedt kansen voor privévermogens om te investeren in duurzame oplossingen en zo bij te dragen aan een schonere toekomst.

donderdag 30 oktober 2025

Nieuwe pensioencontract ook van belang voor internationale rentemarkten

Nederlandse pensioenfondsen staan aan de vooravond van de transitie naar een nieuw pensioencontract. Dit is niet alleen belangrijk voor deelnemers, maar het wordt ook nauwlettend gevolgd door beleggers. Aanpassingen in het beleggingsbeleid kunnen de financiële markten beïnvloeden en velen verwachten een opwaarts effect op met name de lange rente. Daarnaast zouden grote transacties in korte tijd kunnen leiden tot tijdelijke stress, maar wij zien meerdere factoren die helpen dit te voorkomen. 

Pensioenfondsen hebben aangekondigd hun beleggingsbeleid aan te passen bij overgang naar het nieuwe pensioencontract. De meeste pensioenfondsen kiezen ervoor om voor jonge deelnemers minder te beleggen in staatsobligaties en renteswaps – producten die een vaste rente bieden met laag risico. Voor deze groep gaan ze meer investeren in risicovolle beleggingen zoals aandelen, gericht op het lange-termijn rendement. Voor oudere werkenden en gepensioneerden blijven de pensioenfondsen veel beleggen in staatsobligaties en renteswaps om meer stabiliteit te bieden in de pensioenuitkering. Hoe ouder de deelnemer is, hoe korter de looptijd van deze rente-instrumenten wordt. Per saldo zorgt dit ervoor dat pensioenfondsen in het nieuwe pensioencontract waarschijnlijk minder investeren in staatsobligaties en renteswaps met een lange looptijd (≥ 25 jaar).

Op basis van de verschillende verwachtingen van marktanalisten, schatten we dat fondsen hun positie in staatsobligaties en renteswaps met een looptijd van 25 jaar en langer zullen verminderen met grofweg EUR 100-150 miljard. Ter vergelijking, er is op dit moment EUR 900 miljard aan obligaties met die looptijden in de markt uitgegeven door (semi-) overheden, en een netto-positie aan renteswaps van ruim EUR 300 miljard. De verschuiving betreft dus een klein, maar significant deel van de markt. De uiteindelijke afname in de vraag naar langlopende rente-instrumenten is echter met onzekerheden omgeven. Veel pensioenfondsen geven slechts informatie over de geplande beleggingen op hoofdlijnen, en daarnaast moeten sommige fondsen hun beleidskeuzes nog afronden. Ook spelen de ontwikkelingen op de financiële markten een rol. De dekkingsgraad op de transitiedatum bepaalt mede hoeveel geld er beschikbaar is voor welke deelnemers, en daarmee hoe het geaggregeerde beleggingsbeleid eruit komt te zien. Daarnaast kan de benodigde aanpassing groter worden als fondsen ervoor kiezen om voorafgaand aan het invaren de renteafdekking te verhogen ter bescherming van de dekkingsgraad. Door al deze factoren blijven de aanpassingen in de beleggingen van pensioenfondsen moeilijk te voorspellen.

Voor de financiële markt zijn ook de timing en spreiding van de transacties belangrijk. De geschatte omvang van de gehele transitie komt overeen met ruim een maand aan reguliere handel in de swapmarkt. Dit voedt speculatie over stress en dalende prijzen wanneer veel fondsen tegelijk willen handelen. Er zijn echter een aantal factoren die bijdragen aan een soepele transitie. Allereerst is de recent voorgenomen wijziging in de regelgeving van belang, die pensioenfondsen 12 maanden de tijd geeft om hun beleggingsbeleid aan te passen na overgang naar het nieuwe contract. Hierdoor hoeven fondsen niet onder tijdsdruk te handelen en kunnen ze langer wachten op gunstige marktomstandigheden. Ten tweede gaan de fondsen verspreid over de tijd naar het nieuwe contract, met de grote meerderheid bijna gelijk verdeeld over 1 januari 2026 respectievelijk 2027. Ten derde is de hervorming tijdig aangekondigd, en zijn beleggers zich bewust van de impact, waardoor de kans op verrassingen klein is. Speculanten (waaronder hedge funds) hebben al posities ingenomen om te profiteren van de verwachte transacties. Dit kan weliswaar zorgen voor extra kosten in de vorm van een lagere prijs wanneer pensioenfondsen hun renteproducten verkopen, maar draagt ook bij aan de liquiditeit en vraag voor deze producten. Samengevat is een grote verschuiving op het lange eind van de rentemarkt gaande, maar de goede voorbereiding kan een belangrijke bijdrage leveren om deze op te vangen.

In het eerste deel van 2025 is de 30-jaars rente al harder gestegen dan de 10-jaars rente. De anticipatie van beleggers op de pensioentransitie heeft hier waarschijnlijk aan bijgedragen, maar het past ook in een wereldwijde trend waar beleggers reageren op hogere (geplande) overheidsuitgaven en schuldenlasten. Marktanalisten verwachten dat de pensioentransitie leidt tot een verdere stijging van de 30-jaars rente, en slechts een beperkte impact zal hebben op de voor financiële markten belangrijke 10-jaarsrente. Een hogere lange rente is echter geen unicum. Figuur 1 laat zien dat het verschil tussen de 30-jaars en 10-jaars rentes historisch gezien nog relatief laag is. En in een aantal andere landen (Verenigd Koninkrijk, Japan) is het verschil tussen deze rentes groter dan in het eurogebied. Wanneer het verschil verder oploopt ontstaan er financiële prikkels die bijdragen aan een nieuw evenwicht in de markt. Het wordt bijvoorbeeld voor overheden aantrekkelijker om minder lange obligaties uit te geven. Ook voor consumenten kan het renteverschil oplopen tussen een 10-jaars en 30-jaars rentevaste hypotheek, waardoor de laatste duurder wordt.
Nederlandse pensioenfondsen staan aan de vooravond van de transitie naar een nieuw pensioencontract. Dit is niet alleen belangrijk voor deelnemers, maar het wordt ook nauwlettend gevolgd door beleggers. Aanpassingen in het beleggingsbeleid kunnen de financiële markten beïnvloeden en velen verwachten een opwaarts effect op met name de lange rente. Daarnaast zouden grote transacties in korte tijd kunnen leiden tot tijdelijke stress, maar wij zien meerdere factoren die helpen dit te voorkomen. 

Pensioenfondsen hebben aangekondigd hun beleggingsbeleid aan te passen bij overgang naar het nieuwe pensioencontract. De meeste pensioenfondsen kiezen ervoor om voor jonge deelnemers minder te beleggen in staatsobligaties en renteswaps – producten die een vaste rente bieden met laag risico. Voor deze groep gaan ze meer investeren in risicovolle beleggingen zoals aandelen, gericht op het lange-termijn rendement. Voor oudere werkenden en gepensioneerden blijven de pensioenfondsen veel beleggen in staatsobligaties en renteswaps om meer stabiliteit te bieden in de pensioenuitkering. Hoe ouder de deelnemer is, hoe korter de looptijd van deze rente-instrumenten wordt. Per saldo zorgt dit ervoor dat pensioenfondsen in het nieuwe pensioencontract waarschijnlijk minder investeren in staatsobligaties en renteswaps met een lange looptijd (≥ 25 jaar).

Op basis van de verschillende verwachtingen van marktanalisten, schatten we dat fondsen hun positie in staatsobligaties en renteswaps met een looptijd van 25 jaar en langer zullen verminderen met grofweg EUR 100-150 miljard. Ter vergelijking, er is op dit moment EUR 900 miljard aan obligaties met die looptijden in de markt uitgegeven door (semi-) overheden, en een netto-positie aan renteswaps van ruim EUR 300 miljard. De verschuiving betreft dus een klein, maar significant deel van de markt. De uiteindelijke afname in de vraag naar langlopende rente-instrumenten is echter met onzekerheden omgeven. Veel pensioenfondsen geven slechts informatie over de geplande beleggingen op hoofdlijnen, en daarnaast moeten sommige fondsen hun beleidskeuzes nog afronden. Ook spelen de ontwikkelingen op de financiële markten een rol. De dekkingsgraad op de transitiedatum bepaalt mede hoeveel geld er beschikbaar is voor welke deelnemers, en daarmee hoe het geaggregeerde beleggingsbeleid eruit komt te zien. Daarnaast kan de benodigde aanpassing groter worden als fondsen ervoor kiezen om voorafgaand aan het invaren de renteafdekking te verhogen ter bescherming van de dekkingsgraad. Door al deze factoren blijven de aanpassingen in de beleggingen van pensioenfondsen moeilijk te voorspellen.

Voor de financiële markt zijn ook de timing en spreiding van de transacties belangrijk. De geschatte omvang van de gehele transitie komt overeen met ruim een maand aan reguliere handel in de swapmarkt. Dit voedt speculatie over stress en dalende prijzen wanneer veel fondsen tegelijk willen handelen. Er zijn echter een aantal factoren die bijdragen aan een soepele transitie. Allereerst is de recent voorgenomen wijziging in de regelgeving van belang, die pensioenfondsen 12 maanden de tijd geeft om hun beleggingsbeleid aan te passen na overgang naar het nieuwe contract. Hierdoor hoeven fondsen niet onder tijdsdruk te handelen en kunnen ze langer wachten op gunstige marktomstandigheden. Ten tweede gaan de fondsen verspreid over de tijd naar het nieuwe contract, met de grote meerderheid bijna gelijk verdeeld over 1 januari 2026 respectievelijk 2027. Ten derde is de hervorming tijdig aangekondigd, en zijn beleggers zich bewust van de impact, waardoor de kans op verrassingen klein is. Speculanten (waaronder hedge funds) hebben al posities ingenomen om te profiteren van de verwachte transacties. Dit kan weliswaar zorgen voor extra kosten in de vorm van een lagere prijs wanneer pensioenfondsen hun renteproducten verkopen, maar draagt ook bij aan de liquiditeit en vraag voor deze producten. Samengevat is een grote verschuiving op het lange eind van de rentemarkt gaande, maar de goede voorbereiding kan een belangrijke bijdrage leveren om deze op te vangen.

In het eerste deel van 2025 is de 30-jaars rente al harder gestegen dan de 10-jaars rente. De anticipatie van beleggers op de pensioentransitie heeft hier waarschijnlijk aan bijgedragen, maar het past ook in een wereldwijde trend waar beleggers reageren op hogere (geplande) overheidsuitgaven en schuldenlasten. Marktanalisten verwachten dat de pensioentransitie leidt tot een verdere stijging van de 30-jaars rente, en slechts een beperkte impact zal hebben op de voor financiële markten belangrijke 10-jaarsrente. Een hogere lange rente is echter geen unicum. Figuur 1 laat zien dat het verschil tussen de 30-jaars en 10-jaars rentes historisch gezien nog relatief laag is. En in een aantal andere landen (Verenigd Koninkrijk, Japan) is het verschil tussen deze rentes groter dan in het eurogebied. Wanneer het verschil verder oploopt ontstaan er financiële prikkels die bijdragen aan een nieuw evenwicht in de markt. Het wordt bijvoorbeeld voor overheden aantrekkelijker om minder lange obligaties uit te geven. Ook voor consumenten kan het renteverschil oplopen tussen een 10-jaars en 30-jaars rentevaste hypotheek, waardoor de laatste duurder wordt.

ING boekt sterke winstgroei in derde kwartaal 2025

ING heeft in het derde kwartaal van 2025 opnieuw sterke resultaten geboekt. De winst vóór belasting steeg kwartaal op kwartaal naar 2,56 miljard euro, terwijl de CET1-kapitaalratio opliep tot 13,4 procent. Het bedrijf kondigt daarnaast een uitkering van €1,6 miljard aan voor zijn aandeelhouders.

Volgens CEO Steven van Rijswijk laat het kwartaal zien dat ING goed op koers ligt om zijn strategische en financiële doelstellingen voor 2027 te behalen. “We blijven onze strategie uitvoeren om groei te versnellen, onze impact te vergroten en waarde te creëren voor klanten. Ondanks aanhoudende macro-economische en geopolitieke onzekerheid hebben steeds meer klanten vertrouwen in ons. De kredietverlening en de inkomsten uit vergoedingen zijn verder toegenomen, terwijl de commerciële rente-inkomsten eveneens kwartaal op kwartaal zijn gestegen, gesteund door een groter zakelijk volume.”

De divisie Retail Banking zag het aantal mobiele primaire klanten toenemen met bijna 200.000 in een traditioneel rustiger kwartaal, en met 1,1 miljoen op jaarbasis — een stijging van 8 procent, geheel in lijn met het groeidoel van één miljoen nieuwe klanten per jaar. De groei was vooral sterk in Duitsland, Spanje, Italië en Roemenië. De retailkredietportefeuille groeide met €8,6 miljard, voornamelijk dankzij hypotheken. 

In Business Banking bleven de kredietvolumes stabiel; groei in Nederland en Polen werd gecompenseerd door een daling in België. De inkomsten uit vergoedingen stegen met 14 procent ten opzichte van vorig jaar, voornamelijk door een hogere vraag naar beleggingsproducten. Na eerdere sterke instroom daalden de deposito’s dit kwartaal licht door seizoenseffecten en het aflopen van succesvolle campagnes in Duitsland en België, waarbij een deel van het spaargeld werd omgezet in beleggingen.

Ook Wholesale Banking presteerde sterk. De vraag naar zakelijke leningen trok aan, wat leidde tot een leningengroei van €5,7 miljard en een toename van 19 procent in fee-inkomsten ten opzichte van vorig jaar. De inkomsten uit Financial Markets verbeterden eveneens, terwijl Trade Finance Services en Working Capital Solutions solide resultaten boekten. De deposito’s stegen met €7 miljard, dankzij hogere volumes in Payments & Cash Management, Financial Markets en cashpooling-activiteiten.

Van Rijswijk benadrukte ook de voortgang op duurzaamheidsgebied. “In onze Climate Update hebben we toegelicht hoe we klanten ondersteunen in hun transitie naar een koolstofarme economie. In de eerste negen maanden van 2025 steeg het duurzaam gemobiliseerde volume met 29 procent tot €110 miljard, ondanks de volatiele marktomstandigheden.”

De bedrijfskosten lagen hoger dan een jaar eerder, vooral door looninflatie en investeringen in groei, digitalisering en schaalbaarheid van systemen. Ten opzichte van het tweede kwartaal namen de kosten echter af, mede door lagere herstructureringskosten bij Wholesale Banking. De risicokosten bleven onder het langjarig gemiddelde, wat volgens ING de kwaliteit van de kredietportefeuille onderstreept. De rendement op eigen vermogen over de afgelopen vier kwartalen bedroeg 12,6 procent.

Van Rijswijk sloot af: “We hebben onze CET1-doelstelling aangepast naar ongeveer 13 procent, om ruimte te creëren voor hogere kapitaalvereisten. Dat is in het belang van al onze stakeholders. Na de afronding van het aandeleninkoopprogramma dat in mei 2025 werd aangekondigd, keren we vandaag €1,6 miljard uit aan onze aandeelhouders. We zijn tevreden met opnieuw sterke resultaten die onze groeiversnelling bevestigen en danken onze klanten voor hun vertrouwen en onze medewerkers voor hun inzet.”

woensdag 29 oktober 2025

Geleidelijke afschaffing hypotheekrenteaftrek drukt minder zwaar op maandlasten dan verwacht

De woningmarkt is één van de belangrijkste thema’s van de komende verkiezingen. Hoewel partijen het erover eens zijn dat er een groot tekort is aan betaalbare woningen, verschillen zij van mening over het beleid dat nodig is om dit tij te keren. Zo willen sommige partijen dat de overheid de regie op de huizenmarkt naar zich toetrekt, terwijl andere partijen willen dat de markt meer ruimte krijgt. Het bouwen van woningen is weliswaar dé manier om het woningtekort op termijn op te lossen, maar het betekent niet per definitie dat de huizenprijzen binnen afzienbare tijd omlaag gaan. Zo is de verwachting dat de bouwkosten verder zullen stijgen, waardoor nieuwe woningen niet veel in prijs kunnen dalen. Ook gaat het door lange procedures, langdurige bouwcycli en het stikstofprobleem nog jaren duren voordat het woningtekort is verminderd. Dat concludeert ABN AMRO in een speciale editie van de 
 die vandaag is gepubliceerd. De bank heeft onderzocht wat de economische effecten zijn van maatregelen in verkiezingsprogramma’s op de bouw van nieuwe woningen, de hypotheekrenteaftrek en de regulering van de huurmarkt.

Huishoudens lijken maandelijkse hypotheeklasten te kunnen blijven dragen
In het politieke debat staat een mogelijke afbouw van de hypotheekrenteaftrek centraal. Zo bestaat de vrees dat de huizenbezitters, vooral starters, te maken kunnen krijgen met hogere maandlasten. Partijen die voorstander zijn van de maatregel streven daarom naar een geleidelijke afbouw. Standaard ontvangen huiseigenaren hun HRA-teruggave via de jaarlijkse belastingaangifte, maar uit berekeningen van de bank blijkt dat zo’n 30 procent van de huishoudens deze maandelijks laat uitbetalen, mogelijk omdat ze hier financieel van afhankelijk zijn. 

Desondanks verwacht ABN AMRO dat de gevolgen van het afschaffen van de aftrek te overzien zijn, mits het belastingvoordeel over tien tot vijftien jaar gelijkmatig wordt afgebouwd en ervan uitgaande dat salarissen elk jaar met de inflatie mee stijgen. Zo heeft de bank berekend dat de meeste woningbezitters de hogere maandlasten veelal uit hun eigen inkomen kunnen betalen. Wel benadrukt ze dat een geleidelijke afbouw de huizenprijzen niet direct zal doen dalen, juist omdat hogere lonen en inflatie de huizenprijzen óók omhoog stuwen.

Een goed gereguleerde huurmarkt kan helpen om speculatie te voorkomen en zo de prijzen betaalbaar houden. Gezien het tekort aan woningen vereist een verdere regulering van de huurmarkt volgens ABN AMRO echter extra financiële steun. Dat geldt voor sociale woningen, maar ook voor de huurmarkt in het algemeen, vertelt Mike Langen, senior econoom Woningmarkt van ABN AMRO. “Doordat de grondprijzen en bouwkosten stijgen, is het in sommige regio's onmogelijk sociale huurwoningen te bouwen zonder extra financiële steun. Daarnaast hebben veel beleggers vanwege de Wet betaalbare huur huurwoningen te koop gezet. Dat heeft de kansen van starters op de huizenmarkt weliswaar vergroot, maar de mogelijkheden van huurders juist beperkt. Zonder extra financiële steun dreigt het aanbod van huurwoningen verder terug te lopen, vooral in het middensegment. De politieke keuzes die nu worden gemaakt, hebben direct gevolgen voor de betaalbaarheid én beschikbaarheid van woningen, zowel in de huur- als in de koopmarkt. De sterk gereguleerde woningmarkt in Nederland maakt de situatie nog complexer. Beleid dat bedoeld is om de ene groep te ondersteunen, werkt namelijk bijna altijd door in andere segmenten van de woningmarkt.”

dinsdag 28 oktober 2025

iDEAL vanaf 2026 stapsgewijs over naar Wero


Vanaf 2026 wordt iDEAL omgedoopt in iDEAL | Wero als eerste stap in de geleidelijke overgang naar Wero, de Europese digitale portemonnee die al door ruim 45 miljoen Europeanen wordt gebruikt. 

Wero introduceert één uniforme, eenvoudige en veilige alles-in-één-betaaloplossing die stapsgewijs in heel Europa beschikbaar komt. Om deze overgang soepel te laten verlopen hebben iDEAL en Wero in samenwerking met ABN AMRO, ING en Rabobank een stapsgewijze migratie aanpak opgesteld. Deze transitie is een belangrijke en logische stap naar een uniform en toekomstbestendig Europees betalingsverkeer. Voor Nederlandse gebruikers betekent dit dat zij straks net zo makkelijk en veilig over de grens online kunnen betalen als ze in eigen land gewend zijn, of het nu gaat om een boek bestellen bij een Franse webshop of een hotel boeken in Duitsland. 

Wero is onderdeel van het European Payments Initiative (EPI). Dit pan-Europese initiatief heeft als doel een eigen, onafhankelijk en eenduidig betaalalternatief in Europa te creëren. Een systeem dat kan concurreren met niet-Europese spelers en alle betaalfuncties samenbrengt om aan de behoeften van gebruikers in heel Europa te voldoen. 

Voor Nederland betekent dit dat iDEAL evolueert tot een betaalmethode met een Europees bereik, klaar voor de toekomst. Omdat het belangrijk is dat de dienstverlening in Nederland stabiel en betrouwbaar blijft, houdt De Nederlandsche Bank toezicht op iDEAL en Wero.

De overgang van iDEAL naar Wero is een belangrijke en logische stap naar een uniform en toekomstbestendig Europees betalingsverkeer. Hierbij blijven het gemak, de snelheid en de hoge mate van veiligheid die consumenten van iDEAL gewend zijn, volledig behouden en worden aangevuld met extra diensten. 

Wero biedt straks, net als iDEAL, een snelle en veilige betaling vanaf de eigen rekening, maar dan met extra's zoals aankoopbescherming. De vertrouwde stappen van het selecteren van de bank en het goedkeuren van de betaling blijven hetzelfde als nu. 

De migratie wordt zorgvuldig en in stappen gedaan om te zorgen voor een soepele overgang:
1.    Een herkenbare overgang: Vanaf begin 2026 zien consumenten dat het bekende iDEAL-logo in webshops, bankenapps en op de betaalpagina’s wordt vervangen door het nieuwe gecombineerde iDEAL | Wero-logo. Deze co-branding fase is bedoeld om iedereen te laten wennen aan de nieuwe naam.
2.    Geleidelijke technische migratie: Op de achtergrond worden transacties stap voor stap en op een gecontroleerde manier overgezet naar het nieuwe Europese Wero-platform. Dit is een proces achter de schermen, ontworpen om de stabiliteit te waarborgen en dat start na goedkeuring van De Nederlandsche Bank als toezichthouder.  
3.    Volledige uitrol: Uiteindelijk zal Wero de enige naam zijn die consumenten zien. Dan biedt Wero ook extra functionaliteiten zoals aankoopbescherming. Mocht er iets misgaan, dan kun je via je eigen bankapp direct contact opnemen. Wero brengt je vervolgens in contact met de winkelier zodat er snel een oplossing komt. 

Triodos financiert circulaire transformatie van De nieuwe Groene Afslag

De Groene Afslag is verhuisd van zijn tijdelijke vestiging in een oude barak op de Crailo Kazerne in Laren, waar eerder decennialang een AZC was gevestigd, naar een voormalig militair opleidingsinstituut even verderop. Om dit circulaire koploper project in ’t Gooi mogelijk te maken, verstrekten Triodos Bank en Triodos Groenfonds een krediet van 7,5 miljoen euro. Daarnaast legden particuliere investeerders samen nog eens 6 miljoen euro eigen vermogen in om het project mogelijk te maken.

De Groene Afslag noemt zich het Veranderhuis van Nederland met vergaderzalen, restaurant, duurzame programmering en een school. Op de nieuwe locatie in Bussum zijn nu ook 30 hotelkamers toegevoegd die door 30 verschillende kunstenaars volledig circulair zijn vormgegeven. Het nieuwe complex is door architecten Thomas Rau en Sanne Oomen getransformeerd tot een groen, circulair en open gebouw met veel licht en glas. Voor de transformatie ontvingen ze de German Design Award 2025 in de categorie Excellent Architecture. 

“Beslissers uit het Nederlandse bedrijfsleven en van overheden komen bij ons werken aan een nieuwe, groene economie”, stelt oprichter en aanjager Lucas Mol. “Daarom zijn we zo blij dat juist Triodos Bank en Triodos Groenfonds ons een helpende hand toestaken, want we hebben elkaar niet alleen financieel gevonden. Triodos heeft naast duurzaamheid ook cultuur en ethiek hoog in het vaandel staan. De Groene Afslag is er proefondervindelijk achter gekomen dat we bezoekers in ‘de veranderstand’ krijgen door kunst, design, nieuwe economie, oude zooi en lol door elkaar te roeren. Triodos was de enige bank die dit concept echt begreep en omarmde.”

Volgens Lambert de Pater, relatiemanager Kunst en Cultuur bij Triodos Bank, sluit De Groene Afslag goed aan bij de missie van de bank om geld van spaarders en beleggers te laten werken aan positieve verandering. “Naast de verduurzaming van het pand zijn het de programmering en de leertrajecten over transities die heel goed passen bij waar wij voor staan. Of je nu komt eten, vergaderen of een training volgt: dit veranderhuis prikkelt de verbeeldingskracht die zo hard nodig is om mensen en bedrijven de groene afslag te laten nemen.”

Bijzonder aan deze financiering is dat naast Triodos Bank en Triodos Groenfonds particulieren een groot deel van de investering op zich nemen. De Pater: “Het laat zien dat er een duidelijke onderstroom is van burgers die handelen vanuit betrokkenheid, urgentie en verbeeldingskracht om nieuwe antwoorden te vinden op maatschappelijke uitdagingen.

bunq krijgt Amerikaanse broker-dealervergunning

Bunq heeft een broker-dealervergunning gekregen van de Amerikaanse Financial Industry Regulatory Authority (FINRA). Gebruikers in de Verenigde Staten kunnen hierdoor investeren in Amerikaanse aandelen, beleggingsfondsen en ETF’s. Deze mijlpaal is voor bunq de eerste stap in de uitbreiding naar de Verenigde Staten. 

“Onze gebruikers leiden een internationaal bestaan en zoeken een bank die hun leven makkelijk maakt”, zegt Ali Niknam, oprichter en CEO van bunq. “Voor een groot deel van hen spelen de Verenigde Staten daarin een belangrijke rol. Daarom zijn we blij dat we bunq nu ook naar de VS brengen; voor de miljoenen ondernemers, expats en digital nomads die in Amerika wonen, werken of zich er op één of andere manier mee verbonden voelen.”

bunq groeide hard in de afgelopen jaren. Zo steeg het aantal Europese gebruikers tussen december 2023 en september 2025 van elf miljoen naar ruim twintig miljoen. De neobank richt zich daarnaast ook op groei buiten Europa en heeft, naast de Verenigde Staten, onder andere de Britse eilanden in het vizier. Als onderdeel van haar internationale groeistrategie vroeg bunq recent nog een Britse E-Money Institution (EMI) licentie aan. 

maandag 27 oktober 2025

Equals Money, Railsr en BVNK maken snelle USDC-stablecoinbetalingen mogelijk voor internationale bedrijven

Equals Money en Railsr gaan een samenwerking aan met BVNK, aanbieder van stablecoinbetalingen. Dankzij deze samenwerking kunnen klanten betalingen in USDC, een wereldwijde stablecoin, accepteren zonder zelf met cryptocurrency te werken. 

BVNK verwerkt betalingen via een wallet en zet deze direct om naar USD, waardoor wereldwijde betalingen binnen 30 seconden worden afgehandeld. Ideaal voor e-commercebedrijven, accountants en internationale ondernemingen die snellere en flexibelere betaalmethoden nodig hebben.

Voor de betalingen in USDC, kunnen bedrijven via het Equals Money-platform eenvoudig een veilige betaallink genereren. Hun klanten scannen een QR-code met hun crypto-wallet, betalen met USDC en het bedrag wordt direct in USD bijgeschreven op het saldo van de klant. Zo worden complexiteit, vertragingen en compliancezorgen die vaak gepaard gaan met digitale valuta weggenomen.

Deze nieuwe samenwerking onderstreept de ambitie van Equals Money en Railsr om hun internationale betaaldiensten uit te breiden. Het bedrijf ziet een toenemende vraag naar betalingsmogelijkheden met digitale valuta. Meer stablecoindiensten volgen binnenkort.

ABN AMRO Bank introduceert in Nederland de nieuwe Debit Mastercard-betaalpas

Met de introductie van deze vernieuwde betaalpas zet ABN AMRO naar eigen zeggen een belangrijke stap richting een toekomstbestendige betaaloplossing die aansluit bij de behoeften van de huidige digitale wereld. Met Debit Mastercard kunnen mensen wereldwijd snel, eenvoudig en veilig betalen, zowel in fysieke winkels als online.

Klanten hebben met Debit Mastercard de zekerheid dat ze ook bij online winkels veilig kunnen afrekenen. Wereldwijd wordt de Debit Mastercard bij meer dan 100 miljoen locaties geaccepteerd en kan er overal ter wereld geld mee worden opgenomen.

ABN AMRO-Bank vervangt automatisch de huidige passen. Klanten hoeven geen actie te ondernemen. De klant krijgt een speciale bijsluiter bij de pas.

vrijdag 24 oktober 2025

Betaal­dienst Wero nog niet klaar voor webshops

De betaal­methode Wero — opgezet door het European Payments Initiative (EPI) als Belgische tegenhanger van bijvoorbeeld Bancontact — blijkt nog niet klaar te zijn voor gebruik in web­winkels. De uitrol voor e-commerce, oorspronkelijk gepland voor eind dit jaar, is uitgesteld. 

Wero is sinds 2024 bij alle Belgische banken beschikbaar, waardoor klanten ermee betaal­verzoeken kunnen doen — op een vergelijkbare manier als met Payconiq. EPI ziet Wero als een volwaardig alternatief voor grote internationale betaal­systemen zoals Visa en Mastercard. 

De uitrol naar webwinkels zou aanvankelijk vanaf oktober van dit jaar plaatsvinden — ook in Duitsland waren plannen voor de zomer. Die plannen zijn echter geschrapt, omdat partner­bedrijven volgens EPI meer tijd nodig hebben om de implementatie goed af te ronden. Het accent ligt op kwaliteit boven snelheid. 

Een concrete nieuwe datum voor de e-commerce­lancering is nog niet bekend; alleen “volgend jaar” wordt genoemd. 

Voor Belgische en buitenlandse webshops betekent dit dat ze voorlopig nog geen Wero kunnen aanbieden als betaal­mogelijkheid. Voor de consument verandert er dus tijdelijk niets op het gebied van online betalen via Wero. Op termijn zal Wero wel worden uitgerold — niet alleen in België, maar geleidelijk ook in andere Europese landen. 


woensdag 22 oktober 2025

Nederlanders zwijgzaam over eigen beleggingen: bij verlies én winst

Nederlanders praten nauwelijks over hun beleggingen. Uit onderzoek van beleggingsplatform DEGIRO blijkt dat de meeste beleggers hun keuzes alleen delen als er expliciet naar wordt gevraagd, of zelfs helemaal niet. Tegelijkertijd laten interne cijfers zien dat beleggingen in gevoelige sectoren, zoals luchtvaart & defensie, sterk zijn toegenomen. Sinds de Russische inval in Oekraïne in februari 2022 is het aantal Nederlandse beleggers met aandelen in deze sector met +206% gestegen.

Meer dan de helft (57%) van de beleggers bespreekt hun portefeuille alleen wanneer iemand er expliciet naar vraagt. Ruim één op de tien (13%) houdt beleggingen volledig voor zichzelf. Opvallend is dat dit geldt voor zowel winst als verlies. Zo praat 28% alleen over winst als ernaar wordt gevraagd, tegenover 29% bij verlies. Het percentage beleggers dat hun resultaten altijd volledig privé houdt is net iets meer dan 20%, voor zowel winst als verlies.

Deze stilte rondom beleggingsresultaten komt vaak voor uit sociale afwegingen. De helft van de beleggers vreest dat gesprekken over investeringen spanningen of ongemak opleveren, 43% ziet hun beleggingsresultaten als mogelijke bron van jaloezie en 35% is bang te worden afgerekend op gemaakte keuzes.

Hoewel ethisch beleggen regelmatig onderwerp van gesprek is, laat interne data van DEGIRO en flatex zien dat Europese beleggers volop investeren in sectoren die maatschappelijk gevoelig liggen. Op basis van uitgevoerde metingen bleek dat veel klanten aandelen bezitten in bedrijven die vallen binnen twee controversiële sectoren: olie & gas, en luchtvaart & defensie. 

Olie & gas is nog steeds de grootste sector van de twee als je kijkt naar de meest aangehouden aandelen. Toch is dit niet de sector die de afgelopen jaren de sterkste groei heeft doorgemaakt. Uit de interne gegevens blijkt dat sinds het uitbreken van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne in februari 2022 het percentage Europese beleggers met aandelen in luchtvaart & defensie met meer dan 72% is gestegen. Binnen olie & gas is het percentage Europese klanten met aandelen met 3,5% gegroeid.

Onder Nederlandse beleggers is de trend nog sterker: beleggingen in luchtvaart & defensie zijn gestegen met meer dan 206%, terwijl olie & gas met 2,3% is gegroeid.

Sector Verandering % (start oorlog vs. heden)
Europese beleggers
Luchtvaart & defensie: +72%
Olie & gas: +3,5%
Nederlandse beleggers
Luchtvaart & defensie: +206%
Olie & gas: +2,3%

Uit de combinatie van de onderzoeksresultaten en interne data blijkt dat Nederlanders steeds vaker beleggen, ook in maatschappelijk gevoelige sectoren. Toch wordt er weinig over gesproken. Of beleggers nu winst of verlies maken, of een sector wel of niet ter sprake komt, ze houden hun kaarten liever tegen de borst.

dinsdag 21 oktober 2025

AFM en DNB waarschuwen voor systeemrisico’s financiële sector door digitale afhankelijkheid

De financiële sector loopt een groeiend risico door zijn toenemende afhankelijkheid van een klein aantal niet-Europese IT-leveranciers. Dat stellen de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en De Nederlandsche Bank (DNB) in een gezamenlijk rapport. 

De toezichthouders waarschuwen dat deze afhankelijkheid kan leiden tot concentratie- en systeemrisico’s, waardoor verstoringen bij één leverancier grote delen van de sector kunnen raken. Met dit rapport willen de AFM en DNB financiële instellingen aansporen hun digitale weerbaarheid verder te versterken en het belang benadrukken om op termijn te werken aan Europese digitale autonomie. 

De financiële sector is in toenemende mate afhankelijk van niet-Europese IT-dienstverleners voor het uitvoeren van kritieke processen. Steeds meer instellingen besteden (delen van) hun IT uit aan externe leveranciers, waaronder clouddienstverleners, softwareaanbieders en leveranciers van AI-modellen. Door recente geopolitieke ontwikkelingen worden de risico’s van deze digitale afhankelijkheid urgenter, stellen de toezichthouders.

Doordat instellingen veelal gebruikmaken van dezelfde aanbieders en infrastructuren zijn concentratie- en systeemrisico’s ontstaan. Storingen en cyberincidenten bij IT-dienstverleners kunnen hierdoor meerdere instellingen tegelijkertijd raken. De stabiliteit van het financiële stelsel wordt zo mede afhankelijk van de robuustheid van deze externe leveranciers.

In het huidige gure geopolitieke klimaat bestaat het risico dat statelijke actoren deze afhankelijkheid van digitale dienstverlening misbruiken als politiek pressiemiddel of instrument in een handelsconflict. Denk bijvoorbeeld aan een situatie waarin essentiële IT-dienstverlening door sancties plotseling wordt stopgezet, of aan een hybride aanval waarbij cyberaanvallen en fysieke schade aan infrastructuur leiden tot de verstoring van kritieke en vitale processen. Hoewel het rapport laat zien dat financiële instellingen zich bewust zijn van deze risico's, is verdere actie noodzakelijk.

Digitale afhankelijkheid is een complex vraagstuk, dat niet op korte termijn is op te lossen. De AFM en DNB roepen instellingen daarom op zich actief voor te bereiden op disruptieve scenario’s. Hierbij kunnen instellingen samenwerken met IT-leveranciers, autoriteiten en andere instellingen voor het ontwikkelen van dreigingsscenario’s, het uitwisselen van informatie over concrete dreigingen en aanvallen en het uitvoeren van ketentests. Ook is het van belang dat instellingen kunnen uitleggen welke keuzes ze hebben gemaakt om te waarborgen dat hun data soeverein en veilig zijn.

Het terugdringen van digitale afhankelijkheid is een opgave die individuele instellingen en sectoren overstijgt en om brede Europese oplossingen vraagt. Op langere termijn is het daarom van belang dat financiële instellingen minder afhankelijk worden van niet-Europese IT-aanbieders en moeten er volwaardige Europese alternatieven worden ontwikkeld. Daarvoor is het belangrijk om te werken aan een sterker innovatie- en investeringsklimaat voor Europese techbedrijven. 

maandag 20 oktober 2025

Autoverzekeringspremies wisselend in september

De premies voor autoverzekeringen zijn in september wisselend ten opzichte van de maand ervoor. Dat blijkt uit de maandelijkse barometer autoverzekeringen van prijsvergelijker Pricewise. De gemiddelde afgesloten premie op Pricewise is met 4 procent gedaald. Het lijkt erop dat de autoverzekeringspremies iets zijn afgevlakt.  

In september dit jaar sloten Pricewise-bezoekers de allrisk autoverzekering voor gemiddeld 2,9 procent minder premie af ten opzichte van augustus. De premie voor een WA-verzekering daarentegen steeg met 2,2 procent, maar de WA+ verzekering liep het hardst terug met gemiddeld 11 procent.  

Stefan de Gooijer, verzekeringsexpert bij Pricewise: "Deze maandelijkse verschuivingen laten zien dat de markt voor autoverzekeringen in beweging is. De daling bij WA+ en allrisk kan duiden op toenemende concurrentie tussen verzekeraars of een herziening van hun rekenmodellen. De stijging bij WA-verzekeringen zou kunnen samenhangen met de hogere schadelasten en inflatie-gerelateerde kosten. Daarnaast is de WA-verzekering een minder interessante risicodekking voor de verzekeraar, waardoor een premieverhoging sneller voor de hand ligt."

Wanneer we de cijfers vergelijken met dezelfde periode vorig jaar, zien we een ander beeld. De WA-verzekering is in een jaar tijd maar liefst gemiddeld 15 procent gestegen. Tegelijkertijd zijn de premies voor WA+ en allrisk juist gedaald, met respectievelijk 6,9 procent en 5,1 procent. Opvallend is dat de gemiddelde premie over het geheel genomen (alle dekkingen) gelijk is gebleven ten opzichte van dezelfde maand vorig jaar. Nu was de gemiddelde premiestijging in september 2024 zelf ook van recordhoogte, waardoor dit een vertekend beeld kan geven. De eerste helft van oktober lijkt namelijk alweer een flinke premiestijging in het verschiet te hebben liggen ten opzichte van vorig jaar. 

De premie-ontwikkelingen onderstrepen het belang van regelmatig vergelijken. Door de dynamiek in de markt kunnen consumenten flink besparen door hun autoverzekering opnieuw onder de loep te nemen en zo de best passende te kiezen. 

vrijdag 17 oktober 2025

Nederlandse ondernemers minder positief over financiële gezondheid

Politieke stilstand en uitblijvende keuzes zorgen voor groeiende onzekerheid onder ondernemers. Ondanks dat de meerderheid van zzp’ers en mkb’ers hun financiële gezondheid als positief beoordelen, is het percentage zzp’ers dat hun financiële gezondheid beoordeelt als ‘goed’ gedaald met bijna 10% en zijn mkb’ers minder tevreden over hun financiële buffer. 

Bijna 40 procent van de zzp’ers maakt zich zorgen over de gevolgen van de wet schijnzelfstandigheid (VBAR) op hun werk als zelfstandige en 20% van de ondernemers verwacht negatieve impact van de verkiezingen op hun onderneming. Dit blijkt uit een onderzoek van ING onder ruim 500 zzp’ers en kleinbedrijven (2-20 werknemers) over de financiële gezondheid van hun bedrijf.

Bijna één op de vijf ondernemers verwacht dat de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen een negatieve invloed zal hebben op de financiële situatie van hun bedrijf. Slechts 4% van de zzp’ers en 13% van de mkb’ers voorziet een positieve impact. Opvallend is dat zzp’ers vaker aangeven niet te weten wat de impact zal zijn (30%) dan mkb’ers (18%).  

4 op de 10 zzp’ers maakt zich in enige mate zorgen over de verscherpte controle op schijnzelfstandigheid en de mogelijke gevolgen op hun werk als zelfstandige van nieuwe en strenge wetgeving. 7% van de zzp’ers heeft daadwerkelijk te maken gehad met twijfel over hun zelfstandigheid door opdrachtgevers of instanties.
 
Daarnaast blijkt uit data van ING dat de juridische structuur van zelfstandige ondernemers verandert. In 2025 is het aandeel BV’s onder startende ondernemers met 8% gestegen ten opzichte van vorig jaar, ten koste van de eenmanszaak. Dat komt vooral vanwege fiscale redenen, zoals de afbouw van de zelfstandigenaftrek en de komst van de verplichte AOV, ook al is die uitgesteld tot 2030.

Slechts 42% van de zzp’ers bouwt actief pensioen op, tegenover 48% van de mkb’ers. Ook het afsluiten van een arbeidsongeschiktheidsverzekering blijft achter: 25% van de zzp’ers heeft een AOV, terwijl dit bij mkb’ers 42% is. De belangrijkste reden om geen AOV af te sluiten is de hoge premie (55% van de zzp’ers, 37% van de mkb’ers).
 
Mkb’ers investeren vaker in duurzaamheid dan zzp’ers: 41% zegt daar ruimte voor te hebben, tegenover 21% van de zzp’ers. Ook vindt 35% van de mkb’ers duurzaamheid essentieel voor de lange termijn stabiliteit van hun bedrijf, versus 17% van de zzp’ers. Binnen het mkb investeren vooral bedrijven met een jaaromzet boven de €1 miljoen vaker in duurzaamheid (57% vs. 32%).

Brand New Day biedt adviesklanten tijdelijke bonusrente aan

Vanaf vandaag profiteren klanten die via hun financieel adviseur een pensioenrekening-sparen openen bij Brand New Day vier maanden lang van een hogere variabele rente van 1,9 procent. 

De actie geldt exclusief voor klanten van financieel adviseurs die een nieuwe pensioenrekening-sparen aanvragen tussen 15 oktober en 31 december 2025. Na het aanvragen ontvangen hun klanten vier maanden lang een variabele rente van 1,9 procent.

Na deze vier maanden ontvangen klanten automatisch de op dat moment geldende variabele rente. Mocht de rente in de tussentijd stijgen of dalen, dan blijft de klant deze 1,9% bonusrente ontvangen. De bonusrente is niet van toepassing op deposito’s. 

Brand New Day vindt het belangrijk dat iedereen de juiste financiële keuzes maakt en stimuleert daarom financieel advies. Met deze tijdelijke bonusrente - een verhoging ten opzichte van de op dit moment geldende variabele rente van 1,6% - komt de online pensioenbank klanten iets tegemoet in de kosten die financieel advies met zich meebrengt. 

De pensioenrekening-sparen (box 1) is een spaarrekening speciaal bedoeld voor pensioenopbouw. Het vermogen wordt opgebouwd op basis van variabele rente, maar klanten kunnen ook kiezen voor een deposito met een vaste rente. De inleg op een pensioenrekening-sparen is te verrekenen met de inkomstenbelasting waardoor de klant bij de belastingaangifte 35,8% tot 49,5% weer terug kan vragen. Daarnaast staat het geld op de rekening vrij van vermogensbelasting.

donderdag 16 oktober 2025

Na goud schrijven nu ook zilver en platina geschiedenis: recordprijzen stuwen in- en verkoop naar ongekende niveaus

In navolging van de indrukwekkende opmars van goud hebben ook de prijzen van en zilver en platina in het derde kwartaal van dit jaar historische hoogten bereikt. Goud doorbrak voor het eerst de grens van 100.000 euro per kilo en steeg vervolgens binnen één maand naar 4.000 US dollar per troy ounce ofwel 110.000 euro per kilo. Zilver bereikte de hoogste koers ooit; de zilverprijs heeft voor het eerst in veertien jaar de grens van 1.000 euro per kilo doorbroken en staat nu op 1.300 euro per kilo. Ook platina zit duidelijk in de lift en noteert nu 45.000 euro per kilo. Deze hoge prijzen leidden tot grote drukte bij Goudwisselkantoor. Zo nam het aantal inkooptransacties van alle edelmetalen, zoals sieraden, munten en baren, in de laatste drie maanden met 24 procent toe in vergelijking met dezelfde periode in 2024.
 
De sterke stijging van de prijs van edelmetalen wordt onder meer gedreven door renteverlagingen in Europa en de Verenigde Staten. Dit maakt goud en zilver aantrekkelijker voor beleggers, omdat het een veilig alternatief biedt voor obligaties met lage opbrengsten. Opvallend is dat na goud de in- en verkoop van zilver sterk toeneemt. Aan de verkoopzijde is het aantal transacties van zilveren munten en baren op jaarbasis sterk toegenomen (+21 procent); de waarde hiervan is met 53 procent gestegen. Het aantal inkooptransacties van zilver lag in het derde kwartaal 38 procent hoger dan in dezelfde periode vorig jaar. Dat heeft volgens Goudwisselkantoor ook te maken met het feit dat de meeste mensen meer zilver - zoals sieraden, maar ook schalen, bestek en beeldjes - in huis hebben dan goud.  
 
De sterke belangstelling voor zilver past in een bredere trend: de aandacht voor edelmetalen als investering groeit snel. De zogenoemde goud-zilverratio, de verhouding tussen de prijzen van beide metalen, ligt nu rond de 80, terwijl die historisch gezien tussen de 60 en 70 schommelt. Dat betekent dat voor de prijs van één kilo goud ruim tachtig kilo zilver kan worden gekocht. Beleggers zien in zilver extra opwaarts potentieel. Naast zilver wint ook platina snel aan populariteit. Platina is dertig keer zeldzamer dan goud en steeg het afgelopen half jaar ongeveer 63 procent in waarde. Omdat platina een zeer hard en duurzaam metaal is dat vrijwel ongevoelig is voor invloeden van buitenaf, zoals corrosie en oxidatie, wordt het edelmetaal voor onder meer industriële toepassingen, sieraden en dus ook als investeringsproduct gebruikt.
 
In september bereikte de handel in alle edelmetalen bij Goudwisselkantoor een historische piek. Zo beleefde goud een uitzonderlijk sterke maand. Het aantal inkooptransacties van met name sieraden steeg met 54 procent in vergelijking met september vorig jaar. Aan de verkoopzijde (beleggingsmunten en -baren) nam het aantal transacties met 33 procent toe. Door de aanhoudende renteverlagingen, geopolitieke spanningen en Amerikaanse importheffingen zoeken steeds meer mensen naar manieren om hun vermogen te beschermen. Goud geldt in dat opzicht als het ultieme waardemiddel tegen inflatie. De aanhoudende belangstelling voor edelmetalen leidde in het afgelopen kwartaal dan ook tot een sterke groei (+23 procent) van het aantal klanten van Goudwisselkantoor.

De wereldwijde vraag naar edelmetalen als goud en zilver blijft volgens Goudwisselkantoor ook in de komende tijd onverminderd groot. Dit komt mede doordat verschillende landen hun reserves vergroten door goud in te kopen. Volgens Johan de Ruiter, directeur van Goudwisselkantoor, spelen ook ontwikkelingen in de VS een rol. “De onzekerheid over de begrotingscrisis in de VS zorgt ervoor dat de dollar onder druk staat, wat een opwaarts effect heeft op de goudprijs. Ook ziet het ernaar uit dat de Fed de rente dit najaar verder verlaagt. Tegelijkertijd zorgt de lopende Amerikaanse shutdown voor extra economische onzekerheid, waardoor goud en zilver nog aantrekkelijker worden voor beleggers en een toenemend aantal particulieren. De Britse centrale bank luidde afgelopen week al de noodklok dat de waarderingen van de Amerikaanse aandelen op dit moment vergelijkbaar zijn met de waardering tijdens de internetbubbel. Alle signalen wijzen er dan ook op dat goud nog vóór het einde van dit jaar nieuwe records gaat behalen. Ik sta er dan ook niet van te kijken als één kilo goud dit jaar nog 125.000 euro waard is”, vertelt de Ruiter. “We zien dat het aantal klanten van Goudwisselkantoor onverminderd blijft groeien. Consumenten profiteren van de hoge prijzen van edelmetalen door hun oude juwelen te verkopen. Daarnaast zien we dat beleggers goud, zilver en nu ook platina beschouwen als een waardevaste belegging in onzekere tijden.”

woensdag 15 oktober 2025

Stablecoins kunnen tegen 2027 $1,4 biljoen extra vraag naar Amerikaanse dollars genereren

De adoptie van stablecoins zou tegen 2027 kunnen leiden tot een extra vraag naar Amerikaanse dollars van 1,4 biljoen, als voldoende buitenlandse beleggers bereid zijn deze digitale activa aan te houden, aldus analisten van JPMorgan.

Stablecoins zijn digitale tokens met een stabiele waarde ten opzichte van een reguliere valuta — vooral de dollar — en worden onderbouwd door reserves zoals de valuta zelf of andere activa zoals staatsobligaties en schatkistpapier. 

De potentiële toename in de vraag naar dollars benadrukt het belang van de opkomende stablecoin-markt binnen de traditionele financiële wereld. JPMorgan stelt dat groei in het gebruik van stablecoins, in plaats van te versnellen dat landen hun dollargebruik verminderen (“de-dollarisatie”), juist het belang van de dollar in de wereldfinanciën kan versterken. 

De huidige marktwaarde van stablecoins bedraagt volgens JPMorgan ongeveer $260 miljard. In hun meest optimistische scenario kan dit groeien tot $2 biljoen. Ongeveer 99% van de stablecoins, zoals Tether, zijn gekoppeld aan de dollar in een verhouding van 1:1.  

dinsdag 14 oktober 2025

AFM waarschuwt: beleggers doelwit van oplichting via chatgroepen

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) ziet een sterke toename van beleggingsfraude via chatgroepen, waarin oplichters zich voordoen als ervaren beleggingsexperts met ‘exclusieve tips’. Slachtoffers worden via misleidende advertenties of zelfs zonder toestemming toegevoegd aan deze groepen. Hoewel deelname gratis lijkt, is het doel duidelijk: mensen geld afhandig maken via nepbeleggingen in bijvoorbeeld crypto of aandelen. Daarbij maken oplichters vaak gebruik van identiteitsfraude – ze doen zich ten onrechte voor als erkende analisten, vermogensbeheerders of bekende beleggers om vertrouwen te wekken. De AFM waarschuwt beleggers hiervoor en deelt ‘rode vlaggen’ waar consumenten op kunnen letten.
In het kort

Consumenten worden via advertenties gelokt naar chatgroepen (bijvoorbeeld in WhatsApp, Telegram, Facebook en/of LinkedIn) of daar ongevraagd aan toegevoegd. Er wordt beloofd dat er gratis exclusieve beleggingstips worden gedeeld in deze besloten groepen. Deelnemers worden aangemoedigd om te beleggen in specifieke aandelen of cryptoactiva. Dit leidt vaak tot grote financiële verliezen.

Regelmatig worden in de groepen tips gegeven uit naam van bekende beleggingsadviseurs of gerenommeerde marktpartijen om vertrouwen te wekken. Dit is nep, er is hierbij sprake van identiteitsfraude. Er zijn ook partijen die misbruik maken van de naam en het logo van de AFM om beleggers te misleiden.

Ondernemingen die financiële diensten of producten aanbieden, bemiddelen of adviseren moeten een vergunning hebben van de AFM of de Nederlandsche Bank (DNB). Ondernemingen die onder het toezicht van de AFM vallen, staan geregistreerd in het AFM-register.

Mkb heeft hulp nodig bij omzetten pensioenregeling

Pensioenadviseurs en verzekeraars moeten hun klanten met een verzekerde pensioenregeling actief gaan benaderen over de omzetting van hun regeling naar het nieuwe stelsel. Die oproep deed voorzitter Jacco Vonhof van MKB-Nederland vanmiddag bij PensioenPoort* in Den Haag. Hij maakt zich er zorgen over dat duizenden mkb-werkgevers daar nog niet mee zijn begonnen, terwijl de tijd begint te dringen. ‘Voor veel ondernemers is pensioen net zo’n ingewikkeld onderwerp als voor iedere andere Nederlander. Zij hebben hier echt een duw in de rug bij nodig. Wij hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om te voorkomen dat het straks misgaat.’

Het grootste deel van de werkgevers in Nederland heeft verplicht een pensioen bij een pensioenfonds. Zo’n 70.000 werkgevers kunnen zelf kiezen en hebben voor hun medewerkers een premieregeling van verzekeraars en premiepensioeninstellingen afgesloten. Waar de transitie van regelingen bij pensioenfondsen gestaag doorgaat, is dat bij de verzekerde regelingen bepaald nog niet het geval. De grootste groep van die 70.000, die vooral bestaat uit mkb-bedrijven heeft de regeling nog niet omgezet.

‘Als zij te laat starten, kan dat grote gevolgen hebben’, aldus Vonhof. Werkgevers moeten hun transitieplannen voor 1 oktober 2027 hebben ingediend. Dat lijkt ver weg, maar dat is het niet. ‘Het is echt belangrijk om op tijd te starten. Als al die ondernemers tot het laatste moment wachten, is het risico groot dat hun regeling niet op tijd is omgezet. De verzekeraar zal de oude regeling uiterlijk 31 december 2027 opzeggen. Dat betekent dat je wel pensioen hebt toegezegd, maar die niet wordt uitgevoerd. En dat kan zorgen tot flinke juridische problemen voor de werkgever en pensioennadeel voor de werknemer.’

De voorzitter van MKB-Nederland heeft er wel begrip voor dat veel ondernemers nog niet zijn begonnen. ‘Ze weten hoe belangrijk het is voor hun medewerkers. Met een goede pensioenregeling bied je je mensen waardering en zekerheid, ook voor later. Maar tegelijk is het ingewikkelde kost en vrijwel niemands hobby. En wat je niet leuk vindt, schuif je voor je uit. Bovendien hebben ze al hun handen vol en voelen waarschijnlijk nog niet de urgentie. Maar die is er wel.’

Ondernemers hebben hierbij hulp en aanmoediging nodig, constateert Vonhof. Daar ligt een rol voor MKB-Nederland, dat in samenwerking met het ministerie van SZW al heel veel doet aan voorlichting, bewustwording en informatieoverdracht, maar zeker ook voor pensioenadviseurs en verzekeraars. ‘Ik roep pensioenadviseurs op om werkgevers echt te overtuigen om op tijd te starten met de omzetting van de regeling, ook al zij daar zelf nog niet meteen de noodzaak toe zien. Het is belangrijk hen goed te informeren over de enorme juridische en fiscale risico’s die ze lopen als ze niet op tijd klaar zijn. En dat omzetten kan echt langer duren dan verwacht als een of meerdere werknemers besluiten niet in te stemmen. En van verzekeraars vraag ik om er alles aan te doen om hun bestaande klanten in beweging te krijgen. Ze kunnen precies zien wie nog niets heeft ondernomen.’

*PensioenPoort is een initiatief van het Verbond van Verzekeraars en PwC. Bij een een PensioenPoort komen beleidsmakers en beslissers over actuele pensioenonderwerpen bijeen in Perscentrum Nieuwspoort.


maandag 13 oktober 2025

Startende ondernemers vaker te laat met btw-aangifte

10 procent van alle btw-aangiften die startende ondernemers vorig jaar indienden bij de Belastingdienst kwam te laat binnen. Dat is ruim twee keer zo veel als het aantal te laat ingediende btw-aangiften bij niet-starters [1]. Het te laat indienen van de btw-aangifte is hoe dan ook zonde. Want je btw-aangifte te laat indienen en betalen, betekent meestal een boete. Op 31 oktober is de volgende deadline. De Belastingdienst helpt startende ondernemers die deadline niet te missen.
 
“Natuurlijk kan het door omstandigheden gebeuren dat je de btw-aangifte een keer vergeet”, vertelt startersvoorlichter Ferry Hoogerheijde van de Belastingdienst. “Maar zonde is het wel. Daarom roep ik startende ondernemers in het bijzonder op om de deadlines voor de btw-aangifte in hun agenda te zetten. Want die zijn elk jaar hetzelfde. Ook kun je in Mijn Belastingdienst Zakelijk aangeven dat je een seintje wil krijgen als de deadline eraan komt.”
 
Ga je dit kwartaal aan de slag met je eerste btw-aangifte? Dan heeft de Belastingdienst een webinar speciaal voor jou. Het webinar ‘Invullen 1e btw-aangifte’ helpt je maandag 13 oktober om 20.00 uur door je btw-aangifte. Experts van de Belastingdienst vertellen je in 1 uur en 20 minuten aan de hand van diverse voorbeelden hoe de btw-aangifte werkt, en hoe je fouten voorkomt en herstelt. Tijdens en na afloop van de uitzending kun je vragen stellen aan de voorlichters van de Belastingdienst.
 
Tips voor je btw-aangifte
1. Zorg dat je administratie up-to-date is. Als je alle rekeningen en facturen nog moet uitzoeken wanneer je aangifte gaat doen, sluipt een vergissing er makkelijk in of loop je het risico dat je te laat aangifte doet. Dit voorkom je door je administratie regelmatig bij te houden, bijvoorbeeld wekelijks.
 
2. Btw-aangifte ingevuld en moet je een bedrag betalen? Betaal meteen. Zo voorkom je dat je de betaling vergeet. Betalen doe je makkelijk met iDEAL.
 
3. Doe altijd btw-aangifte, óók als je geen btw in rekening hebt gebracht of betaald. Als ondernemer moet je altijd btw-aangifte doen, tenzij je gebruik maakt van de kleineondernemersregeling. Je bent aangifteplichtig. Doe je geen btw-aangifte, dan krijg je meestal een naheffingsaanslag.
 
4. Vind je het ingewikkeld om btw-aangifte te doen? Naast het webinar ‘Invullen 1e btw-aangifte’ schiet de Belastingdienst startende ondernemers ook op andere manieren te hulp bij de btw-aangifte. Zo kun je via belastingdienst.nl/starters chatten en videobellen met experts van de Belastingdienst. Natuurlijk kan je ook hulp inschakelen van een boekhouder of adviseur.
 
Direct btw-aangifte doen?
Pak je administratie erbij en log in op Mijn Belastingdienst Zakelijk via www.belastingdienst.nl. Meer weten? Ga naar www.belastingdienst.nl/starters. Kom je er niet uit? Bel de Belastingdienst op 0800 0543.
[1] 9,9% van alle btw-aangiften van startende ondernemers kwam te laat binnen. Onder niet-startende ondernemers lag dit percentage op 4,4%. 

Jongeren willen beleggen, maar missen kennis en mogelijkheden

Jongeren zien beleggen als een belangrijke manier om financiële zekerheid voor de toekomst op te bouwen. Toch beschikt een groot deel van hen niet over voldoende kennis om verantwoord te beginnen. Uit representatief onderzoek van Kieskompas blijkt dat jongeren voorstander zijn van meer financiële educatie in het onderwijs.

Jongeren zien beleggen als een belangrijke manier om financiële zekerheid voor de toekomst op te bouwen. Toch beschikt een groot deel van hen niet over voldoende kennis om verantwoord te beginnen. Uit representatief onderzoek van Kieskompas blijkt dat jongeren voorstander zijn van meer financiële educatie in het onderwijs.

Bijna 90% van de 18- tot 34-jarigen geeft aan de komende jaren mogelijk te willen starten met beleggen. Tegelijkertijd zegt bijna de helft van de niet-beleggers (47%) dat gebrek aan kennis de voornaamste reden is dat zij nog niet begonnen zijn.

Volgens DUFAS is het daarom essentieel om financiële educatie structureel te verankeren in het onderwijs. En niet alleen DUFAS zegt dit. Uit het onderzoek blijkt dat bijna 90% van de Nederlanders vindt dat financiële educatie een verplicht onderdeel moet worden op het middelbaar onderwijs.

Naast educatie is er ook een rol voor de overheid weggelegd bij het wegnemen van barrières om te beleggen. Een voorbeeld van hoe het wel kan is het Zweedse ISK, een fiscaal aantrekkelijke en eenvoudige beleggingsrekening. Vorige week presenteerde de Europese Commissie aanbevelingen voor landen om een vergelijkbaar systeem te introduceren. Uit het onderzoek blijkt dat 50% van niet beleggende Nederlanders aangeeft wel mogelijkheden ziet om te starten met beleggen via zo’n rekening.

vrijdag 10 oktober 2025

Uitbetaling compensatie beleggingsverzekeringen NN kan van start

Ruim 90% van de deelnemers aan de woekerpolisclaim met een polis van Nationale-Nederlanden (NN) is akkoord met hun persoonlijke compensatievoorstel. Daarmee is voldaan aan de minimumeis om de overeenkomst uit te voeren die de Consumentenbond, ConsumentenClaim, Stichting Woekerpolisproces, Vereniging Woekerpolis.nl en Wakkerpolis sloten met NN. De uitbetaling kan nu van start gaan.

Begin 2024 kwamen de belangenorganisaties een schikking van €300 miljoen overeen met verzekeraar NN en stopten zij alle collectieve procedures tegen de verzekeraar.

Sandra Molenaar, directeur Consumentenbond: ‘Het was een enorme klus om vervolgens voor alle deelnemers een persoonlijk aanbod te berekenen. Maar het is gelukt en tot ieders tevredenheid. Daar zijn we ontzettend blij mee. Voor deze consumenten kan het boek nu echt dicht.’
Onder de overeenkomst vallen onder andere beleggingsverzekeringen van Nationale-Nederlanden, Delta Lloyd en ABN AMRO Levensverzekering. 

De Consumentenbond benadrukt dat het nog wel even kan duren voordat iedereen het geld op zijn rekening heeft staan. De Consumentenbond adviseert consumenten die hun aanbod nog niet hebben geaccepteerd, dat zo snel mogelijk alsnog te doen. Zo kunnen zij zonder vertraging in het uitbetalingsproces worden meegenomen.

Tientallen phishing-slachtoffers stappen naar rechtbank tegen Belfius

Veel mensen die slachtoffer zijn geworden van phishing voelen zich door Belfius in de steek gelaten en hebben zich aangesloten bij een klacht van Boomerang.legal, een organisatie die slachtoffers van phishing juridisch ondersteunt. De klacht is ingediend bij de Nationale Bank van België (NBB).

Volgens Boomerang.legal laat Belfius steken vallen in de ondersteuning van zijn klanten. Zo zouden fraudedetectiesystemen onvoldoende werken, waardoor phishing sneller kan toeslaan. En als klanten eenmaal schade hebben, weigert Belfius vaak om die te vergoeden.

Sinds juni hebben ongeveer zestig Belfius-klanten zich bij Boomerang.legal gemeld; in heel België zijn dat er ruim driehonderd.

Boomerang.legal licht een voorbeeld uit: een gezin verloor in september 2024 zo’n 18.000 euro bij phishing. Ondanks dat Belfius’s fraudedetectiesysteem achttien verdachte transacties had vastgesteld en Ombudsfin oordeelde dat de bank tussen had moeten komen, weigerde Belfius de schade te vergoeden.

Omdat Belfius herhaaldelijk weigert om schade te vergoeden, heeft Boomerang.legal formeel klacht ingediend bij de Nationale Bank van België. De organisatie hoopt dat de NBB zal onderzoeken hoe Belfius omgaat met fraudedetectie én de wettelijke verplichting handhaaft: banken moeten niet-toegestane transacties onmiddellijk terugbetalen en actief monitoren op verdachte transacties.

donderdag 9 oktober 2025

Financiering via Nederlandse fintechs in drie jaar tijd meer dan verdubbeld

De kredietverlening via Nederlandse fintechplatforms steeg in 2024 met 0,9 miljard euro tot 4,4 miljard (+27%), blijkt uit nieuwe cijfers van DNB. Dit betrof voor het merendeel leningen aan het midden- en kleinbedrijf (+€ 0,7 miljard), waarmee ook het aandeel van fintechs in de mkb-financiering toenam. 

Een fintechkredietplatform is een digitaal platform dat technologie gebruikt om kredietverlening mogelijk te maken buiten traditionele banken om, vaak via geautomatiseerde processen die grotendeels online zijn. Voorbeelden zijn bijvoorbeeld Mogelijk, Collin Crowdfund, New10 en Bridgefund. Het gaat grotendeels om leningen aan het mkb, waaronder vastgoedleningen, en verder vooral om consumentenkredieten.

Fintechbedrijven spelen een steeds grotere rol in de financiering van het mkb in Nederland vanwege hun snelheid, toegankelijkheid en flexibiliteit. Dit komt bijvoorbeeld door geautomatiseerde aanvraag- en beoordelingsprocedures, minder strikte eisen aan een financiële geschiedenis en alternatieve kredietvormen (zoals de aflossing van leningen gebaseerd op de bedrijfsomzet).

Het uitstaande bedrag aan mkb-leningen dat is verstrekt door fintechs bedroeg eind 2024 € 3,2 miljard. Dat is € 0,7 miljard meer dan een jaar eerder (+27%). Bij de drie grootbanken (ING, Rabobank en ABN AMRO) daalden de aan het mkb verstrekte kredieten in 2024 juist met eenzelfde bedrag (€ 0,7 miljard, -0,6%), tot circa 110 miljard euro.

Hoewel het aandeel van fintechs in de mkb-financiering nog relatief beperkt is, nam dit in 2024 toe van 2,2% naar 2,8%. Bij lage kredietbedragen van onder de 25.000 euro ligt hun aandeel al op ruim 8%. Ten opzichte van andere niet-bancaire financiers, met minder digitale bedrijfsprocessen, nemen fintechs bijna een kwart van de mkb-leningen voor hun rekening.

Het grootste deel van alle uitstaande fintechleningen is verstrekt via platforms die alleen bemiddelen (3,7 miljard). Daaronder vallen onder meer crowdfundingplatforms en platforms die investeringsmogelijkheden aanbieden in samenwerking met andere partijen. Zij verbinden kredietvragers met geldverstrekkers. Daarbij gaat het specifiek om leningen en niet om bijvoorbeeld donaties, wat bij crowdfunding ook wel voorkomt. Het geld voor de verstrekte leningen is voor bijna de helft afkomstig van huishoudens.

De overige fintechkredieten (0,7 miljard) zijn verleend door platforms die de leningen hebben verstrekt vanuit eigen middelen of via een financieringslijn (bijvoorbeeld van een bank of investeerder). Daarbij is het platform de kredietverstrekker en draagt deze zelf het kredietrisico, in tegenstelling tot bij crowdfunding.

Nieuw record: goudprijs doorbreekt €111.000 per kilo, 37% rendement in 2025

De goudprijs bereikte woensdag een nieuw record van €111.000 per kilo. Daarmee heeft goud beleggers dit jaar al een rendement van ruim 37 procent opgeleverd, een uitzonderlijke prestatie. Het is de sterkste goudrally in bijna een halve eeuw . Ook zilver noteerde een nieuwe all time high van €1.351 per kilo, goed voor een rendement van 50 procent dit jaar.

“Dit zegt veel over de onzekere tijd waarin we leven,” zegt Paul Buitink, directeur van Holland Gold. “Beleggers zoeken massaal de veiligheid van goud op, uit angst dat de oplopende schuldenbergen in landen als Frankrijk, Japan en de VS uiteindelijk tot nieuwe inflatie-explosies leiden.” Goud lijkt de ultieme veilige haven te zijn geworden, nu traditionele veilige havens zoals Duitse staatsobligaties hun glans hebben verloren.

Steeds meer particuliere beleggers ontdekken goud en andere edelmetalen. Elke week verwelkomen we bij Holland Gold honderden nieuwe klanten. “We zien een heel divers publiek,” zegt Buitink. “Van spaarders die elke maand voor een paar tientjes goud kopen tot vermogende klanten die kilo’s aanschaffen om hun beleggingsportefeuille te spreiden en zich te beschermen tegen geopolitieke spanningen.”

“Natuurlijk kan er na zo’n snelle stijging op korte termijn een correctie volgen. Daarom adviseren wij onze klanten om altijd voorzichtig te blijven. Zolang de onderliggende factoren echter aanwezig blijven, zal de goudprijs op de middellange en lange termijn verder blijven stijgen,” aldus Buitink.

Op 7 oktober verhoogde Goldman Sachs zijn goudprijsverwachting voor december 2026 van $4.300 naar $4.900 per troy ounce. De bank wijst daarbij op de sterke instroom van Westerse beleggers en de aanhoudende goudaankopen door centrale banken als belangrijkste drijfveren. Vannacht is goud voor het eerst door de grens van $4.000 per ounce gegaan, en daarmee hard op weg naar deze voorspelling.

woensdag 8 oktober 2025

'Hoge zilverprijs is dit keer een blijvertje'

De zilverprijs staat op het punt om zijn historische record te breken. Dat hoogtepunt, net onder de 50 dollar per ounce, dateert uit 1980 en werd in 2011 bijna geëvenaard maar de zilverprijs zakte daarna weer in. “De hoge zilverprijs zal dit keer standhouden. De opmars van zilver is nu fundamenteel anders, we gaan ongekende prijzen tegemoet,” zegt Reinoud Bogert, managing partner van edelmetalenhandel Doijer & Kalff.

Volgens Bogert was het laatste record in 2011 gebaseerd op paniek onder beleggers en spaarders. Banken stonden toen te wankelen en mensen kozen voor zekerheid in goud en zilver. “Toen die paniek voorbij was, leverde zilver weer in. De opmars nu is gebaseerd op een doorslaggevende factor: er is sinds 2021 een tekort aan zilver. Er is structureel meer vraag naar zilver dan aanbod.” 

Die vraag komt uit drie hoeken: industrie, sierraden en beleggers. Met name de industrie kan moeilijk zonder zilver vanwege de unieke eigenschappen van het metaal. In de sierradensector wordt zilver steeds meer een alternatief voor goud dat steeds duurder wordt. “In India, een van de grootste spelers op de wereldwijde sierradenmarkt, is de vraag naar zilver dit jaar verdubbeld,” aldus Bogert.

In januari 1980 bereikte zilver een record van net onder de 50 dollar. “Kijk je naar het huidige momentum, dan beweegt zilver dit jaar richting prijzen die we nog nooit hebben gezien. Vanaf 2030-2033 kan het echt hard gaan. Voorlopig worden tekorten nog opgevangen door voorraden, maar experts verwachten dat die dan uitgeput zijn.”

Ook de goud-zilverratio – de verhouding tussen de goud- en zilverprijs – wijst op verdere stijgingen. Historisch ligt die verhouding rond 1:60, inmiddels is dat 1:81, wat al een stevige daling is ten opzichte van 1:105 eerder dit jaar. “Dat geeft aan dat zilver bezig is met een forse inhaalslag tegenover goud”, aldus Bogert.

Nederlandse banken bieden hogere spaarrentes over de grens

Banken die in Nederland actief zijn, bieden Nederlandse spaarders vaak een lagere spaarrente dan spaarders in Duitsland. Dat stelt financiële vergelijkingssite Geld.nl, op basis van een vergelijkend onderzoek naar de spaarrentes bij de buren. Uit het onderzoek blijkt dat 10 van de 15 onderzochte banken in Duitsland een hogere spaarrente bieden dan in Nederland. Koploper in het lijstje is ING. Nederlandse klanten krijgen bij deze grootbank 1,25% rente over hun spaartegoed, terwijl Duitse spaarders profiteren van een actierente van 2,50%. En ook het Nederlandse NIBC biedt in Duitsland (1,75%) een hogere spaarrente dan in Nederland (1,45%).

Volgens Sieto de Vries, spaarexpert bij Geld.nl is een gebrek aan concurrentie de belangrijkste oorzaak voor het verschil tussen de spaarrentes in beide landen. “Duitsland kent meer spaarbanken. Dat leidt tot een gezonde strijd om het spaargeld van particuliere spaarders, met hogere spaarrentes als gevolg”, aldus De Vries. “Nederlandse banken voelen die concurrentie veel minder. Dat, en het gegeven dat wij Nederlanders graag sparen, maakt dat we van banken die in Nederland en Duitsland actief zijn minder rente over ons spaargeld krijgen.”

Van de banken uit het onderzoek springt grootbank ING eruit: deze bank biedt in Duitsland een actierente van 2,50%, hier kunnen klanten rekenen op 1,25%. Sieto de Vries, expert sparen bij Geld.nl vindt dat een opmerkelijk verschil. “Zeker als je bedenkt dat ING haar spaarrente in Nederland in april dit jaar nog heeft verlaagd van 1,50% naar 1,25%.”

Daan Heijbroek, woordvoerder namens ING, zegt hierover het volgende: “De rente in Duitsland betreft een tijdelijke actierente. Na vier maanden is de rente 0,75%. De Nederlandse rente ligt met 1,25% dus iets hoger. De hoogte van de spaarrente verschilt per land en is gerelateerd aan het spaargedrag van klanten, de behoefte aan geld van mensen die lenen, de renteniveaus op internationale kapitaal- en geldmarkten, de balanspositie van ING, de kosten die ING maakt en de concurrentieverhoudingen op de verschillende nationale markten.”

Het onderzoek van Geld.nl laat zien dat met name grootbank ING een fors verschil in rente hanteert. Huisbanken Rabobank en ABN AMRO zijn niet actief in Duitsland, maar hanteren in Nederland vergelijkbare, lage spaarrentes van 1,40% en 1,25%. Ondertussen hebben deze banken samen zo’n 80% van het Nederlandse spaargeld in handen. Toch ziet De Vries de Nederlandse spaarmarkt langzaam veranderen. “Kleinere Nederlandse banken staan op tegen het rentebeleid van de drie grootbanken. “De bank die op dit moment de hoogste rente in Nederland biedt, is Garanti BBVA International. Daar ontvangen spaarders nu 6 maanden lang een actierente van 2,55%.”

Nederlandse spaarders die een hogere spaarrente zoeken, sparen over de grens via spaarplatform Raisin. Dit platform is ook actief in Duitsland. “In Duitsland is de concurrentie op vrij opneembare spaarrekeningen sterker, waardoor spaarders daar vaak profiteren van hogere rentes”, vertelt Jasper Berkhout, onderzoeker bij Raisin. “Raisin brengt die internationale concurrentie ook naar Nederland: klanten kunnen eenvoudig kiezen uit aantrekkelijke spaarproducten van banken uit heel Europa. Zo wordt sparen transparanter en hebben Nederlandse spaarders meer keuzemogelijkheden dan ooit.”

dinsdag 7 oktober 2025

ASN Bank lanceert campagne voor starters op de woningmarkt

ASN Bank lanceert een campagne gericht op starters op de woningmarkt. Met de boodschap ‘Breng jouw toekomstdromen dichterbij met een hypotheek van ASN Bank’ laat de bank zien hoe zij meewerkt aan een mooiere toekomst. Op de nu al kenmerkende, optimistische en positieve manier die bij de bank past.

ASN Bank brengt twee onderwerpen onder de aandacht die voor veel starters relevant zijn: het verbouwen en verduurzamen van een woning en de mogelijkheid een hypotheek af te sluiten met een studieschuld. Met het hypotheekproduct ASN Duurzaam Wonen is het mogelijk om een huis te verduurzamen tegen lagere rente, waardoor dat oude klushuis een huis wordt waarin je oud kunt worden. Daarnaast zijn studenten en afgestudeerden - ook met een studieschuld - die dromen van een ‘grote-mensenhuis’ welkom voor een hypotheekgesprek.

Starters kunnen binnenlopen bij een van de 116 ASN-kantoren. Ook zijn de ASN-hypotheekproducten verkrijgbaar bij de RegioBank-kantoren en bij onafhankelijke hypotheekadviseurs in heel Nederland. Zo is ASN Bank altijd in de buurt voor een advies op maat.

De merkcampagne van de nieuwe ASN Bank is in juli succesvol gestart met de pay off ‘Nu al zin in morgen’. Deze campagne was gericht op het laden van het merk ASN Bank als een toekomstgerichte bank voor iedereen. De wooncampagne markeert de volgende stap: laten zien hóe ASN Bank invulling geeft aan de merkbelofte.

De campagne is te zien op televisie, radio, online en op social kanalen en loopt van oktober t/m december.