donderdag 31 juli 2025

Winst bij ING loopt terug

ING Groep zag zijn winst afgelopen kwartaal teruglopen doordat de rente-inkomsten onder druk staan, nu de Europese Centrale Bank de depositorente stap voor stap verlaagt. De nettowinst kwam uit op 1,68 miljard euro, bijna 6 procent minder dan een jaar geleden, maar nog altijd boven de marktverwachting.

Het probleem ligt bij de zogeheten net interest income: de marge tussen wat ING verdient op kredieten en wat het uitkeert op spaargeld. Die marge versmalt nu kortlopende rentes sneller dalen dan de bank haar leningportefeuille kan herprijzen. Om het effect te dempen heeft ING de afgelopen maanden de vergoedingen voor het afsluiten van nieuwe leningen en andere diensten verhoogd; in februari meldde de bank al dat zij in 2025 rekent op een groei van de provisie-inkomsten met vijf tot tien procent om de dalende rente-inkomsten op te vangen.

Hoewel de hogere fee-inkomsten en een gunstiger belastinglast de pijn verzachten, waarschuwt ING dat het totale inkomen dit jaar waarschijnlijk vlak zal blijven. De bank rekent op toenemende druk als de ECB het monetaire beleid verder versoepelt en spreekt van een “onzekere macro-omgeving” waarin geopolitieke spanningen en gematigder economische groei elkaar afwisselen.

Voor de korte termijn verwacht topman Steven van Rijswijk dat de combinatie van strikt kostenbeheer, groei in fee-activiteiten en een robuuste kredietportefeuille de resultaten stabiel kan houden. Tegelijk blijft de bank extra voorzieningen treffen voor mogelijke kredietverliezen bij grote zakelijke klanten, uit voorzorg tegen economische tegenwind. Daarmee probeert ING ruimte te creëren om, zodra de rente zich stabiliseert, weer te profiteren van een normaliserende rentemarge.

'Banken schuiven MKB-loket weer open'

Het handelsakkoord tussen de EU en de VS maakt een einde aan veel onzekerheid, maar een 15%-tarief vergroot de kwetsbaarheid van de Nederlandse economie. “Deze deal verzacht zeker niet de pijn van Nederlandse MKB-bedrijven die te maken hebben met winstdruk en stijgende kosten”, stelt Dirkjan Takke, directeur van NLInvesteert, het grootste financieringsplatform voor het MKB. “Eén lichtpunt: De grote Nederlandse banken zetten hun kredietloket weer open, na jarenlange beperkingen.”

Hybride financiering zoals NLInvesteert die met behulp van particuliere investeerders aan het MKB verstrekt, is de laatste jaren steeds belangrijker geworden. Een belangrijke verklaring was de terugtrekkende beweging van banken die door regelgeving steeds minder risico willen dragen. Kredietloketten gingen op een kiertje, waardoor het voor MKB-ondernemers steeds lastiger werd om hun bedrijf te financieren. 

Takke: “We zien nu een duidelijke omslag, ook in onze eigen transacties. Waar in 2023 en 2024 bij zo’n 30% van de door ons geregisseerde financiering een bank betrokken was, is dat dit jaar gestegen naar ongeveer 50%. Dat is een hele forse toename. We zien banken daarmee steeds vaker bijdragen in onze financieringsmix.”

Takke ziet de ontwikkeling bij alle drie de grote Nederlandse banken. “Niet alleen staat het loket verder open, de banken bieden ook nog eens scherpe rentes. Voor ons is dat een positieve ontwikkeling omdat we ondernemers een goede oplossing willen bieden: financiering van hun groeiambitie tegen gunstige voorwaarden. Het liefst wil je een bank altijd aan boord hebben bij een financieringspakket – naast investeerders en andere financiers – vanwege de lagere, bancaire rentes. Dat lijkt nu weer vaker mogelijk te worden.”

De MKB-financier vraagt zich wel af of het open loket bij de banken een blijvertje is. “Mogelijk willen banken hun marktaandeel veiligstellen, nu non-bancaire financiers inmiddels goed zijn voor 25% van het jaarlijkse leningenvolume. Tegelijkertijd is het een opmerkelijke ontwikkeling gezien de huidige onzekerheden. Of dit echt een trendbreuk is, daarover heb ik wel wat twijfels”, aldus Takke.

Het nieuwste onderzoek van accountantsvereniging SRA liegt er niet om: het Nederlandse MKB verkeert in zwaar weer. De gemiddelde omzetstijging van 3,4% in 2024 komt nauwelijks boven de inflatie van dat jaar uit, de winstmarges staan onder druk door hogere loonkosten. Door achterblijvende investeringen verliezen mkb’ers concurrentievermogen.

Cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) van begin juli waren al even alarmerend. Exporterende bedrijven in Nederland maken zich vrijwel unaniem zorgen over de wereldwijde conflicten over handelstarieven. 

Takke: “In mei dit jaar schreven we al dat de onzekerheid rond de handelstarieven zou doorsijpelen naar de reële economie. Deze vormen een extra uitdaging voor MKB-bedrijven die al worstelen met hogere loonkosten. De huidige deal met Trump brengt duidelijkheid, maar zal samen met de hogere vaste lasten van bedrijven hard doorwerken in de economie. De geest is wat dat betreft uit de fles.”

Takke adviseert bedrijven nog scherper op de kosten te letten en te investeren in automatisering. “Dat vergroot je veerkracht en helpt je om concurrerend te blijven, zelfs wanneer importheffingen spelen. En tot slot: blijf vernieuwen. Hoe unieker en waardevoller jouw product, hoe lastiger het voor klanten wordt om over te stappen naar een andere aanbieder.”

MKB-bedrijven kunnen risico’s verder beheersen door hun omzet over meer landen te spreiden. “Indien mogelijk natuurlijk. In dat geval ben je niet direct een belangrijk deel van je omzet kwijt als de importtarieven van een land ineens fors stijgen”, aldus Takke.

woensdag 30 juli 2025

Betalen op reis: Nederlanders botsen op verrassende betaalbarrières

Nederlanders zijn meesters in digitaal betalen: van flitsend pinnen tot razendsnel afrekenen met de smartphone. Maar zodra de koffers gepakt zijn en de grens over wordt gestoken, verandert het spel. Op vakantie lopen Nederlandse reizigers geregeld tegen onverwachte betaaluitdagingen aan. Digitaal betalen is niet overal vanzelfsprekend, waardoor cash ineens weer koning is en aanpassen noodzakelijk wordt. Waar lopen Nederlands tegenaan – en hoe gaan ze om met deze omslag?

Uit de Visa Payment Monitor blijkt dat bijna de helft van de Nederlandse consumenten (46%) het liefst overal met hun eigen voorkeursmethode betaalt. Digitaal staat hierbij voorop: 52% gebruikt het liefst de vertrouwde bankpas, 25% kiest voor de smartphone en slechts 19% geeft de voorkeur aan cash. Vooral jongere generaties omarmen digitale betaalmethoden: bijna de helft van Gen Z betaalt het liefst met de smartphone (48%), 34% van deze groep kiest voor de bankpas en slechts 10% kiest voor contant geld. Toch heeft ruim de helft van de consumenten (52%) nog altijd cash op zak – uit angst dat digitaal betalen niet overal mogelijk is.

Voor veel Nederlanders voelt contant betalen inmiddels als een sprong terug in de tijd: bijna de helft (47%) vindt winkels die alleen cash accepteren ronduit ouderwets. Het gedoe van eerst naar een geldautomaat moeten, is voor 37 procent van de consumenten een absolute no-go. 
 
Toch worden reizigers in het buitenland vaak met een andere realiteit geconfronteerd. Plots is digitaal betalen niet meer vanzelfsprekend: in kleine buitenlandse winkels in de bezochte landen is cash nog altijd gebruikelijk (42%), en de opties om met een bankpas, smartphone of wearable af te rekenen zijn beperkt (38%). Daarnaast wordt digitaal betalen in buitenlandse winkels minder gebruikt dan in Nederland (31%). Contant geld is in het buitenland dus nog regelmatig nodig. Dit onderstreept het belang van flexibiliteit en een goede voorbereiding als je op reis gaat. 

dinsdag 29 juli 2025

KPMG: Nederlandse durfkapitaalmarkt groeit sterk ondanks Europese dip en geopolitieke onzekerheid

Ondanks aanhoudende geopolitieke spanningen en onzekerheid over handelstarieven, blijft de wereldwijde markt voor durfkapitaal veerkrachtig, blijkt uit het nieuwste Venture Pulse-rapport van KPMG. In het tweede kwartaal van 2025 werd wereldwijd €86,9 miljard geïnvesteerd in 7.360 deals. Hoewel dit een daling is ten opzichte van het vorige kwartaal (€109,8 miljard), werd het verschil grotendeels veroorzaakt door de megadeal van OpenAI (€34,2 miljard) in het eerste kwartaal. Zonder deze uitschieter laat de markt een stabiel herstel zien. Met name in Nederland was de groei van investeringen het afgelopen kwartaal fors, met een stijging van 67 procent.

Wereldwijd: veerkracht en strategische keuzes van investeerders
De venture capital (VC)-markt ondervindt in het tweede kwartaal van 2025 nog steeds aanzienlijke tegenwind, vooral door de Amerikaanse tariefaankondigingen van 2 april jl. Deze zorgen voor onzekerheid rond wereldhandel, toeleveringsketens en sectoren die gevoelig zijn voor tariefrisico’s. Toch tonen investeerders veerkracht en blijven ze actief, met name in sectoren die minder gevoelig zijn voor handelsrisico’s.

AI blijft wereldwijd de dominante sector, met een groeiende focus op verticale toepassingen zoals defensie, gezondheidszorg en fintech. Overheden investeren fors in technologische soevereiniteit en stimuleren AI-startups via grootschalige programma’s. Daarnaast is er meer interesse in spacetech – en blijft fintech ook populair, mede dankzij succesvolle beursgangen in de VS.

In Europa daalde het totale VC-investeringsbedrag licht van €13,9 miljard over 2.358 deals (Q1) naar €13,1 miljard (Q2), verdeeld over 1.737 deals. Het aantal deals nam af, maar de investeringsfocus verschoof duidelijk naar AI en defensietechnologie. Grote deals waren onder meer Helsing (Duitsland, €583 miljoen, defensie-AI) en Tekever (Portugal, €427,4 miljoen, surveillance drones). De geografische spreiding van de topdeals benadrukt de pan-Europese aantrekkingskracht van innovatieve technologieën.

Ondanks de lichte daling in Europa zag de Nederlandse markt een sterke groei. In Nederland werd in Q2 2025 ongeveer €747 miljoen geïnvesteerd in startups, een stijging van 67 procent ten opzichte van Q2 2024 (€429 miljoen). Het aantal deals steeg van 79 in Q1 naar 101 in Q2, waarmee het een van de meest actieve kwartalen van de afgelopen jaren is. Grote investeringen gingen naar onder andere Azafaros (€147 miljoen, biotech) en FINOM (€115 miljoen, fintech). Geopolitieke onzekerheden lijken te zijn afgenomen of gestabiliseerd op een ‘nieuw normaal’. In combinatie met aangepaste bedrijfswaarderingen heeft dit ertoe geleid dat fondsen meer van hun beschikbare kapitaal (‘dry powder’) inzetten.

Vooruitkijkend naar de tweede helft van 2025 verwachten VC-investeerders wereldwijd een blijvende voorzichtige houding, vooral door onzekerheid over Amerikaanse handelstarieven en uitgestelde exits, waardoor het langer duurt voor investeerders om geld terug te verdienen. Toch is de verwachting dat AI, defensie, health en fintech de komende kwartalen het investeringslandschap blijven domineren. In Europa zullen overheden blijven investeren in technologische soevereiniteit en het stimuleren van lokale ecosystemen.

maandag 28 juli 2025

Waarom de ECB de rente ongewijzigd heeft gelaten

Voor het eerst in meer dan een jaar heeft de ECB de rente niet verlaagd, maar gelijk gehouden op 2%. Betekent dit dat de inflatie onder controle is? Of spelen er andere zaken en is dit rentebesluit slechts een pas op de plaats? Een blik op een aantal afwegingen van de ECB. 

Sinds juni 2024 verlaagde de ECB de beleidsrente stapsgewijs van 4% naar 2%. Een rente van 4% was nodig om de zeer hoge inflatie in de periode 2021-2024 in het eurogebied onder controle te krijgen (lees hier hoe rente en inflatie op elkaar inwerken). In de loop van 2024 daalde de inflatie, mede door het beleid van de ECB, weer richting gewenst niveau en kon de rente worden verlaagd. Nu laat de ECB de rente ongewijzigd. Wat waren hierbij de afwegingen?

De inflatie in het eurogebied kwam in juni 2025 uit op 2%, het inflatiedoel van de ECB. Ook de kerninflatie – de inflatie zonder de vaak sterk fluctuerende prijzen van energie en voedsel – is al langer aan het dalen en nadert de 2%. De recente cijfers bevestigen dus dat prijsdruk afneemt. Tegelijkertijd houdt de economie zich redelijk, ondanks de wereldwijde onrust. 

Goed nieuws, zo lijkt het. Toch blijft het inflatiebeeld vooruitblikkend omgeven door risico’s, en is het de vraag of de inflatie ook op de wat langere termijn op 2% zal blijven. Aan de ene kant zijn er factoren die inflatie kunnen aanjagen. Denk aan hogere overheidsuitgaven, weersinvloeden zoals hittegolven, maar ook oplopende spanningen in het Midden-Oosten die via hogere energieprijzen tot meer prijsdruk kunnen leiden. Daartegenover staan factoren die ervoor kunnen zorgen dat inflatie juist afneemt, zoals een zwakkere mondiale vraag door Amerikaanse importtarieven op EU-producten. Ook kunnen hoge Amerikaanse tarieven op China, tot gevolg hebben dat Chinese goederen tegen lagere prijzen in het eurogebied worden ‘gedumpt’, wat juist een verlagend effect op inflatie heeft.

De grote mate van onzekerheid maakt het lastig om vooruit te kijken. Volgens de meest recente ramingen, die de bestuursraad van de ECB – waaronder de nieuwe DNB-president Olaf Sleijpen – gebruikt om het monetaire beleid te bepalen, stabiliseert de inflatie rond de 2%. In deze ramingen wordt uitgegaan van Amerikaanse importheffingen van 10% en een beleidsrente die nog iets verder daalt tot 1,75%. Inmiddels dreigt de Amerikaanse president Trump met een verhoging van die heffingen naar 30%, terwijl de onderhandelingen nog lopen. Dat maakt de onzekerheid rond de ramingen ongebruikelijk groot.

De beleidsrente ligt met 2% rond ‘neutraal’ niveau. Dat is het niveau van de rente waarbij de economie niet wordt gestimuleerd en ook niet wordt afgeremd. De ECB kijkt ook breder naar financiële condities om te bepalen of het monetair beleid een verruimende of verkrappende werking heeft. Denk hierbij aan kapitaalmarktrentes, beurskoersen, en de waarde van de euro ten opzichte van andere valuta.

Deze financiële condities zijn vrij stabiel, zeker tegen de achtergrond van de grote onzekerheid. Aandelenprijzen hebben zich volledig hersteld van de diepe dip eerder dit jaar, en zijn recent vrij constant. Ook rentespreads (bijvoorbeeld het renteverschil tussen verschillende Europese landen) wijzen op kalme financiële markten. Wel is de gemiddelde rente op staatsobligaties iets gestegen. Dit kan komen door hogere verwachte overheidsuitgaven voor defensie, en, zeker in Duitsland, toegenomen begrotingstekorten en overheidsleningen. Wanneer overheden meer schuld uitgeven, neemt het aanbod van obligaties toe, wat kan leiden tot hogere rentes.

Daarnaast is de euro in waarde gestegen ten opzichte van vooral de dollar. De sterkere euro zorgt ervoor dat Europese export duurder wordt, wat economische activiteit kan afremmen. De recente stijging van de eurokoers hangt deels samen met de afgenomen rol van de Amerikaanse dollar als veilige haven in tijden van onzekerheid, en vormt een mogelijke eerste reactie op de aangekondigde Amerikaanse importheffingen.

vrijdag 25 juli 2025

Generatie Z kiest voor tussenpensioen – en dat is slimmer dan ooit

Millennials en Generatie Z laten zien: werk is geen eindeloze sprint naar pensioen, maar een levenspad met bewust geplande rustmomenten. Het concept tussenpensioen – tijdelijke sabbaticals tijdens je carrière – sluit naadloos aan bij deze nieuwe mentaliteit. Tien jaar geleden geïntroduceerd door Sjaak Zonneveld en nu ook wel micro-retirement of mini-pensioen genoemd, krijgt het nu momentum als antwoord op veranderende werkwaarden. 

Inmiddels is Zonneveld al jaren mede-eigenaar en directeur van BrightPensioen waar ondernemers (zzp’ers en DGA’s) maar ook werknemers pensioen opbouwen. Vooral voor het moment dat ze met pensioen gaan maar zeker ook om een financieel buffertje op te bouwen om een tussenpensioen mogelijk te maken. 

Zonneveld: “Het mag duidelijk zijn dat ik alle begrip heb voor generatie Z. Ik nam – als Gen‑X‑er – zelf mijn eerste tussenpensioen op mijn 35ste. Toen ik deze term introduceerde was het nieuw. En ik moet bekennen dat ik hem pas bij het schrijven van mijn boek – tijdens mijn vierde tussenpensioen op mijn 48ste – bedacht. Er wordt nogal eens denigrerend gedaan over millennials en de Generatie Z. Ze zouden niet hard willen werken en alleen maar leuke dingen willen doen. Ik denk juist dat ze veel beter begrijpen dan de generaties voor hen, dat je werkt om te leven, en dat je niet leeft om te werken. Dat je beter ervaringen kunt verzamelen dan veel geld. Elke keer even een break als je ‘in between jobs’ bent om even goed na te denken wat je met de rest van je leven wilt, vind ik alleen toe te juichen.”

BrightPensioen ziet het gebruik van de beleggingsrekening bij hen toenemen. Deelnemers kunnen de beleggingsrekening gratis openen naast hun pensioenrekening bij BrightPensioen. Op deze flexibele rekening wordt geld opzijgezet voor het opbouwen een buffer voor mindere tijden. Maar ook om een tussenpensioen mogelijk te maken. 

donderdag 24 juli 2025

Sparen voor kinderen begint zelfs vóór de geboorte

Nederlandse ouders zetten steeds vroeger geld opzij voor de toekomst van hun kinderen. Uit het ING Spaaronderzoek Kinderen blijkt dat maar liefst 85 procent van de ouders spaart voor hun kind. De meeste ouders openen direct na de geboorte een spaarrekening op naam van het kind. Daarnaast sparen ouders van jonge kinderen (0-7 jaar) vaker vóór of tijdens de zwangerschap voor hun kind dan ouders van oudere kinderen (8-17 jaar). Opa en oma sparen ook mee: een derde van de grootouders spaart voor het kleinkind. 


Het onderzoek onder ruim 1000 ouders richt zich op de vraag hoe het spaargedrag van ouders en grootouders voor hun kinderen eruitziet. Wat opvalt aan de uitkomsten is dat de spaardoelen uiteenlopen. Ouders geven hun kroost graag een goede start als volwassene en willen toekomstige financiële stress voorkomen. Andere doelen zijn studiekosten en rijlessen. Maar ook een steuntje in de rug bij het kopen van een eerste woning wint gestaag terrein. 

Tegenover het hoge percentage sparende ouders staat een minderheid die niet spaart voor hun kind. Deze 15 procent van de ondervraagden spaart om uiteenlopende redenen niet of niet meer. Vaak omdat ze het geld niet kunnen missen, of omdat ze door andere financiële verplichtingen zelf moeite hebben om te sparen. En weer anderen vinden het nu niet nodig om voor hun kind te sparen en zien liever dat het kind zelf leert sparen.

woensdag 23 juli 2025

Nieuwe wet maakt afpakken crimineel geld makkelijker


Onlangs is het wetsvoorstel ter implementatie van de Europese confiscatierichtlijn in consultatie gegaan. Dit voorstel maakt het mogelijk om waardevolle spullen en vermogen met een criminele herkomst sneller en effectiever af te pakken. Dit kan nu alleen na een veroordeling van een verdachte, maar dit wordt ook mogelijk zonder dat een verdachte is veroordeeld voor een misdrijf of zonder dat een verdachte in beeld is. Deze vorm van afpakken heet ook wel non conviction based confiscation of NCBC. Daarnaast zorgt de richtlijn ervoor dat we beter grensoverschrijdend kunnen samenwerken om crimineel vermogen op te sporen en af te pakken

In 2024 zijn er in Europees verband afspraken gemaakt over het effectiever afpakken van crimineel vermogen. Om aan deze afspraken te kunnen voldoen, wordt de wet in Nederland nu ook aangepast. Met eenzelfde strafrechtelijke procedure binnen Europa kan bovendien beter met andere EU-lidstaten worden samengewerkt. Daarnaast gaan de nationale bureaus voor de ontneming van vermogens van de lidstaten nauwer samenwerken en kunnen inbeslaggenomen voorwerpen straks in meer gevallen worden verkocht voordat een strafzaak is afgelopen. Dat beperkt opslagruimte en opslagkosten.

Een voorbeeld is als er een grote som geld in een kruipruimte van een woning wordt aangetroffen, waarbij het vermoeden bestaat dat dit een criminele herkomst heeft. Of geld dat is verdiend door cybercrime of andere vormen van online criminaliteit. Bij deze vormen van criminaliteit zijn de personen die hierachter schuilgaan vaak anoniem. Het criminele vermogen kan vaak wel worden gevolgd en is herleidbaar tot een strafbaar feit, maar omdat er geen concrete verdachte is, kan er geen vervolging worden ingesteld. Met dit wetsvoorstel kan er nu voor worden gezorgd dat het geld wel wordt afgepakt en uit het criminele circuit verdwijnt.

Het voornemen voor het verruimen van de mogelijkheden om crimineel vermogen af te pakken door implementatie van de confiscatierichtlijn is aangekondigd in het regeerprogramma.

dinsdag 22 juli 2025

Marije Lely benoemd tot bestuurslid digitale transformatie en bedrijfsvoering AFM

Per 1 oktober 2025 is Marije Lely bestuurslid bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Ze wordt als statutair bestuurder verantwoordelijk voor het begeleiden van de digitale transformatie van de AFM en de aansturing van de bedrijfsvoeringsafdelingen. De benoeming is voor een periode van vier jaar.

Lely heeft twintig jaar ervaring in de financiële dienstverlening en leidde verschillende transformaties, met focus op het inzetten van digitalisering voor het verbeteren van klantbeleving, efficiency en innovatie. Ze bekleedde diverse managementfuncties, waaronder directeur Zakelijke Kredietverlening voor ING in Nederland en België, programmadirecteur HR, en directeur digitale transformatie bij de wholesale-banking-tak van ING. Op dit moment draagt ze als lid van het managementteam van Nationaal Warmtefonds bij aan financiering van verduurzaming en is ze lid van de raad van toezicht van het Reinier de Graaf ziekenhuis in Delft. 

Het bestuur van de AFM bestaat per 1 oktober uit Laura van Geest (bestuursvoorzitter), Hanzo van Beusekom, Jos Heuvelman en Marije Lely. 

maandag 21 juli 2025

Rente kleine lening omhoog, rente grote lening omlaag

Consumenten die nu een persoonlijke lening afsluiten voor een bedrag van € 5.000 of € 10.000, betalen hierover iets meer rente dan een half jaar geleden. Consumenten die nu 20.000 of 50.000 euro lenen, zijn juist wat goedkoper uit. Dat stelt financiële vergelijkingssite Geld.nl op basis van onderzoek naar de ontwikkeling van de leenrentes over de eerste helft van 2025.

Geld.nl zag de leenrentes voor verschillende leenbedragen in het eerste kwartaal van 2025 geleidelijk dalen, om begin maart weer op te lopen. Dit door een plots stijgende kapitaalmarktrente, onder andere als gevolg van een dreigende handelsoorlog met Amerika, de achterblijvende Europese economie en geopolitieke spanningen. Sinds half mei 2025 zijn de leenrentes weer wat gestabiliseerd, mede als gevolg van de verwachting dat de Europese Centrale Bank de rente zal blijven verlagen.

Bij het vergelijken van de leenrentes in januari 2025 met die in juni, valt op dat de gemiddelde leenrentes voor de hogere leenbedragen 20.000 en 50.000 euro per saldo wat zijn gedaald. De rente daalde het hardst bij de persoonlijke lening van 50.000 euro. In januari 2025 lag de gemiddelde leenrente hiervoor op 7,98 procent, nu is dit 7,39.

De gemiddelde leenrentes voor leenbedragen 5.000 en 10.000 euro stegen het afgelopen jaar juist licht. Zo betaalden consumenten over een lening van € 5.000 begin dit jaar nog gemiddeld 11,03% rente, inmiddels is dit gemiddeld 11,45 procent.

Waar de gemiddelde leenrentes in de afgelopen zes maanden nog iets fluctueerden, bleven de laagste leenrentes nagenoeg onveranderd. Een mogelijke oorzaak hiervan kan liggen een versmalling van het aanbod.

vrijdag 18 juli 2025

Sterke daling aantal WOZ-bezwaren

Het aantal bezwaren tegen de WOZ-waarde van woningen is de afgelopen jaren aanzienlijk gedaald. Dit blijkt uit een inventarisatie die de Waarderingskamer, de onafhankelijke toezichthouder op de uitvoering van de Wet WOZ, ieder jaar in april maakt.

In 2023 lag het percentage woningen onder bezwaar in april nog op 7,2% (595.000 woningen). Voor 2024 was dit in april gedaald naar 3,9% (325.000 woningen) en de cijfers voor 2025 in april laten een verdere daling zien naar 3,3% (285.000 woningen).

Bij niet-woningen is er sprake van een lichte stijging, maar blijft het aantal laag.

Opvallend is de forse afname van bezwaren die via zogenoemde ‘no cure no pay’-bedrijven (NCNP) zijn ingediend. Ook hier is een vergelijking gemaakt op basis van de stand van zaken in april. In 2023 ging het nog om 265.000 woningen. In 2024 daalde dit aantal naar 169.000 en voor 2025 naar 152.000. Ook bij niet-woningen halveerde het aantal NCNP-bezwaren in twee jaar tijd: van 12.900 in 2023 naar 6.700 in 2025.

De Waarderingskamer is tevreden met deze daling van het aantal WOZ-bezwaren bij woningen. Sinds 2023 zien we dat steeds minder huiseigenaren reden hebben om bezwaar te maken. Een betrouwbare en begrijpelijke WOZ-waarde is cruciaal voor een eerlijke belastingheffing, en deze cijfers laten zien dat we op de goede weg zijn.

De Waarderingskamer ziet drie factoren die mogelijk bijdragen aan deze ontwikkeling:

Betere WOZ-taxaties door gemeenten: Gemeenten investeren steeds meer in de kwaliteit van de waardering, waardoor de WOZ-waarden een goede inschatting zijn van de werkelijke marktwaarde en minder aanleiding geven tot bezwaar.
Meer transparantie: Een betere uitleg van de WOZ-waarde en de totstandkoming ervan door gemeenten kan leiden tot groter begrip en acceptatie bij huiseigenaren.
Maatregelen van de staatssecretaris: De invoering van regels die de vergoedingen aan NCNP-bureaus beperken, lijkt effect te hebben gehad.
De WOZ-waarde is belangrijk omdat die de basis vormt voor verschillende belastingen, zoals de onroerendezaakbelasting (OZB), waterschapsbelasting en inkomstenbelasting.

donderdag 17 juli 2025

Rabobank vereenvoudigt hypotheekaanvraag met integratie Datakeeper

Rabobank maakt het aanvragen van een hypotheek een stuk eenvoudiger. Dankzij de integratie met ID-wallet Datakeeper kunnen klanten die rechtstreeks bij Rabobank hun hypotheek laten afsluiten nu automatisch gegevens ophalen bij het UWV en Mijn Pensioenoverzicht. Dit betekent dat zij deze documenten niet meer handmatig hoeven op te zoeken en te uploaden, maar ze veilig en snel kunnen delen met Rabobank.

Ook voor documenten die nog niet via een ID-wallet gedeeld kunnen worden, werkt Rabobank aan slimme documentverwerking. Met behulp van kunstmatige intelligentie worden deze documenten automatisch herkend, gecontroleerd en verwerkt in het aanvraagproces

Ook voor Datakeeper is de integratie in het hypotheekaanvraagproces van Rabobank een mijlpaal. “Rabobank maakt als eerste hypotheekverstrekker gebruik van Datakeeper en laat nu al de waarde van onze dienst zien”, aldus Armand Bass Becking, commercieel manager bij Datakeeper. “Het gebruik van brondata kan de doorlooptijd van tijdrovende hypotheekaanvragen flink verkorten, omdat zowel de klanten als de geldverstrekker minder tijd kwijt zijn bij het verzamelen, invoeren en controleren van gegevens. Dit draagt bij aan een betere klantervaring, komt de doorlooptijden ten goede en verlaagt het risico op fraude. We kijken er naar uit om de samenwerking met Rabobank verder uit te breiden en om met andere hypotheekverstrekkers aan de slag te gaan.” 

Datakeeper is als snel groeiende scale-up actief in meerdere sectoren, waaronder vastgoed, financieel advies en woningverhuur. Het bedrijf wil het delen van je digitale identiteit en persoonsgegevens eenvoudig en veilig maken. Zo slaat de app persoonlijke gegevens bijvoorbeeld niet op in de cloud, maar versleuteld op de telefoon van de gebruiker. Ook draagt Datakeeper er zorg voor dat alleen die gegevens gedeeld worden die een organisatie echt nodig heeft.

woensdag 16 juli 2025

Helft van de Nederlandse vrouwen heeft behoefte aan financiële hulp

Hoewel bijna alle vrouwen in Nederland financiële onafhankelijkheid belangrijk vinden, voelt slechts iets meer dan de helft zich zeker over haar financiële kennis. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van ING naar de financiële positie van vrouwen in Nederland. Vooral jongere vrouwen onder de 35 jaar ervaren onzekerheid over hun geldzaken, terwijl oudere vrouwen, met name 65-plussers, zich juist zekerder voelen. 

“Financiële gezondheid gaat over de vrijheid hebben om te doen wat belangrijk is,” zegt Japke Kaastra, Hoofd Financiële Gezondheid bij ING Nederland. “En dat gun ik iedereen. De kans om dat te bereiken wordt groter als je zelf aan de bal speelt: dat begint met inzicht hebben in wat belangrijk voor je is, kansen pakken als ze zich voordoen en jezelf behoeden voor het maken van missers, zoals het kopen van dingen die je eigenlijk niet nodig hebt.”

Vrijwel alle vrouwen (97%) vinden het belangrijk om financieel gezond te zijn. De belangrijkste redenen zijn het vermijden van financiële zorgen (75%) en het kunnen opvangen van onverwachte tegenslagen (72%). Toch voelt slechts 33% van de vrouwen onder de 35 zich zeker over hun financiële kennis en slechts 34% weet hoe ze geldzaken moeten regelen bij verandering. 

De helft van de vrouwen geeft aan behoefte te hebben aan financiële hulp – vooral jongere vrouwen van onder de 35 jaar. Jongere vrouwen zoeken vooral informatie over toeslagen, advies over beleggen en belastingvoordeel. Opvallend is dat slechts 13% van de vrouwen regelmatig met anderen praat over geldzaken. Een kwart van de jonge vrouwen (tot de 35 jaar) praat regelmatig met anderen over geldzaken, versus slechts 4% van de 65-plussers.

Japke Kaastra, Hoofd Financiële Gezondheid bij ING Nederland: Praten over geld is belangrijk. Het vergroot je inzicht en bewustzijn. Je gaat automatisch kritischer kijken naar je uitgaven, waardoor je grip krijgt op je uitgaven en ontdekt waar de ruimte zit om te groeien. Misschien zet je zelfs geld opzij om te beleggen – een stap die niet alleen vertrouwen geeft, maar op de lange termijn ook echte financiële vrijheid kan opleveren.”

Van de vrouwen ervaart 61% belemmeringen bij het realiseren van haar dromen. Voor een kwart van de vrouwen vormt geld de grootste drempel. Terwijl, naast gezondheid en geluk, financiële zorgeloosheid het belangrijkste levensdoel is voor vrouwen.

dinsdag 15 juli 2025

KBC-bank bereidt zich voor op aanbieden van Bitcoin en Ether aan particuliere klanten

KBC is van plan om later dit jaar als eerste grote Belgische bank handel in de cryptomunten Bitcoin en ether mogelijk te maken via haar beleggingsplatform Bolero. Momenteel loopt een aanvraag om erkend te worden als Crypto-Asset Service Provider (CASP). Tijdens het najaar wordt verwacht dat de noodzakelijke goedkeuringen via de financiële toezichthouder binnenkomen.

Tot nu toe was directe aankoop van cryptomunten via Bolero nog niet toegestaan. Volgens richtlijnen van de FSMA mogen niet-professionele beleggers immers nog geen toegang krijgen tot dit soort producten, wegens de ‘grote risico’s’ van digitale valuta.

In andere landen zoals Spanje (BBVA), Duitsland en Zwitserland stappen ook sterke spelers in deze markt, onder meer BBVA kreeg groen licht om crypto aan te bieden, terwijl onder andere Deutsche Bank en Zwitserse kantonalbanken hun cryptoportfolio uitbouwen.

Voor Belgische retailbeleggers maakt KBC’s initiatief crypto-toegang veel toegankelijker. Tot op heden kochten zij via buitenlandse handelsplatformen zoals Binance of Coinbase, of via cryptogerichte beleggingsproducten als ETP’s bij Bolero. Binnenkort kunnen ze dit rechtstreeks regelen via hun vertrouwde bankomgeving, met alle extra service- en veiligheidsopties van dien.

Beleggen zonder bank of broker: miljoeneninvestering voor nieuwe Nederlandse app UpToMore

De Nederlandse fintech UpToMore lanceert wen beleggingsapp die banken en brokers buitenspel zet. De app biedt als enige functie een volledig geautomatiseerde oplossing voor vermogensopbouw op de lange termijn, zonder keuzestress of verborgen kosten. 

Met 0,99 euro per maand en 0,1% per jaar over je belegging behoort UpToMore tot de (aller)goedkoopste aanbieders in Nederland. De startup haalde €3 miljoen op voor verdere groei, en heeft eind dit jaar de Europese uitrol op de agenda staan.

UpToMore is opgericht door voormalig bankiers Karl de Bolster en Michael van Balen, uit frustratie over hoe de financiële sector beleggen complex en exclusief maakt voor de ‘gewone’ Nederlander. “Beleggen is onnodig ingewikkeld en duur gemaakt door banken en andere vermogensbeheerders," zegt De Bolster. “Zonde, want het is juist een slimme aanvulling op sparen, zeker nu de spaarrente achterblijft op de inflatie. Wij vinden dat beleggen voor iedereen toegankelijk moet zijn, ook als je er niets vanaf weet of er simpelweg geen tijd in kan, of wil stoppen.”

De app heeft ook maar één functie: geld erop zetten. Dat wordt vervolgens automatisch belegd volgens een bewezen strategie: gespreid via ETF’s die de wereldeconomie volgen. Omdat de wereldeconomie op de lange termijn vrijwel altijd groeit, groeit het vermogen vanzelf mee. 

UpToMore werkt met een eigen fonds, zonder tussenkomst van banken of brokers. Een beleggingsrekening is daardoor overbodig. Dankzij de lean en volledig geautomatiseerde structuur investeert de gebruiker rechtstreeks in het fonds. Dat minimaliseert de kosten, en maakt UpToMore een van de goedkoopste beleggingsapps van Nederland.

De app is ontworpen voor de 95% van de mensen die wel willen beleggen, maar geen tijd, zin of kennis hebben om er actief mee bezig te zijn. “Uit onderzoek blijkt keer op keer dat passief beleggen het op de lange termijn beter doet dan actief beleggen.” zegt de Bolster. “Met UpToMore maken we die strategie toegankelijk voor iedereen die nu nog blijft steken bij alleen een spaarrekening.”

maandag 14 juli 2025

Verkoop goud stijgt in één jaar met 33 procent

De stijgende goudprijs, die in het eerste halfjaar van 2025 een nieuw hoogtepunt bereikte, heeft tot gevolg dat zowel de inkoop als verkoop van goud in Nederland significant is toegenomen. Zo laat het totale aantal inkoop- en verkooptransacties dat Goudwisselkantoor heeft verwerkt een flinke stijging zien (+28 procent) in vergelijking met dezelfde periode in 2024. De goudprijs lag in het eerste halfjaar gemiddeld 37,5 procent hoger dan een jaar eerder. 

Hierdoor blijft goud onverminderd populair. In april piekte de goudprijs op een historische recordhoogte rond de 97.000 euro per kilo. Voor veel particulieren en beleggers was dit aanleiding om hun goud te verkopen. Vervolgens zorgde een lichte prijscorrectie in juni voor een aantrekkelijk instapmoment voor beleggers.
 
Over de gehele linie ziet Goudwisselkantoor dat zowel de inkoop als verkoop van goud én andere edelmetalen - zoals zilver en platina - nog altijd sterk toeneemt. Vooral aan de verkoopzijde is een flinke groei zichtbaar. De verkoop van beleggingsgoud (+33 procent) is het sterkst gestegen. Opvallend is het hoge aantal nieuwe klanten (54 procent) dat zich in het eerste halfjaar in de webshop van Goudwisselkantoor meldde. Hieruit blijkt dat goud een steeds bredere interesse heeft als beleggingsproduct. Ook de verkoop van zilver wint aan populariteit en stijgt significant (+31 procent). 

In juni was daarnaast in de verkoop van edelmetalen een opvallende piek zichtbaar. Johan de Ruiter, CEO van Goudwisselkantoor: “Terwijl deze maand doorgaans een daling laat zien, is dit jaar sprake van een trendbreuk. Zo lag het aantal transacties in juni 52 procent hoger dan in dezelfde maand een jaar geleden en werden zelfs meer transacties genoteerd dan in mei. Een belangrijke verklaring is dat klanten de tijdelijke correctie in de goudprijs in juni zagen als een goed instapmoment.”

Ook het aantal inkooptransacties vertoont in vergelijking met het eerste halfjaar van 2024 een opwaartse trend. Zo nam de inkoop van goud, zoals sieraden, goudbaren en munten, op jaarbasis met 26 procent toe. Consumenten profiteren van de hoge goudprijs door hun oude juwelen te verkopen. Aan de inkoopzijde signaleert Goudwisselkantoor ook een aanzienlijke stijging van het aantal ingenomen zilveren munten, baren en sieraden (+15 procent). De forse toename aan zowel de inkoop- als verkoopzijde toont aan dat consumenten het verkopen van gouden sieraden en het aankopen van beleggingsgoud als twee gescheiden kansen ziet.

vrijdag 11 juli 2025

Triodos Bank financiert aanschaf panden en verduurzaming Maak Haarlem

De gemeente Haarlem heeft de gebouwen op het MAAK park verkocht aan MAAK Haarlem en geeft de grond in erfpacht. Triodos Bank financiert de aanschaf van de panden en de erfpacht. Dankzij de financieringsbegeleiding van ILFA, een gemeentegarantie en de financiering van Triodos Bank kan MAAK Haarlem de nodige stappen zetten in de doorontwikkeling van het park naar een circulaire innovatiehub. In deze eerste fase wordt er geïnvesteerd in de verduurzaming en renovatie van bestaande panden. Daar is 2,5 miljoen euro aan bankfinanciering mee gemoeid.

MAAK Haarlem is een inspirerende plek voor 38 innovatieve en circulaire maakbedrijven in Haarlem. Samen met de gemeente Haarlem en 3D Makers Zone wordt het park verder uitgebouwd tot de fysieke uitvalsbasis van het zogenoemde 'C-district', een hub voor ondernemers die zich inzetten voor de overgang naar een circulaire economie. De ambitie is om door te groeien naar 100 ondernemers. Matthijs Bakker van MAAK Haarlem: “In 2035 zijn we uitgegroeid tot een toonaangevende innovatie-hub waar ondernemers, op basis van een sterke community, samen impact maken: sneller, slimmer en circulairder dan waar dan ook.”

Daarnaast willen partijen het park verder vergroenen, de gebouwen verduurzamen en nieuwe gebouwen toevoegen. 

Projecten die bijdragen aan de versnelling van de overgang naar een circulaire economie vormen een steeds belangrijker deel van de financieringsportefeuille van Triodos Bank. “Het is een van de transitiethema’s waar wij als bank met onze kennis en financieringen een voortrekkersrol in willen vervullen”, zegt relatiemanager Lambert de Pater van Triodos Bank. “We gebruiken meer dan wat de aarde ons kan bieden waardoor we onze ecosystemen aantasten. Met alle gevolgen van dien voor toekomstige generaties. We moeten veel minder grondstoffen gebruiken en ervoor zorgen dat grondstoffen zo lang mogelijk meegaan en bruikbaar blijven in de economie.”

donderdag 10 juli 2025

Energie-inflatie raakt niet iedereen gelijk

Huishoudens met een lager inkomen geven een groter deel van hun geld uit aan energie. Bij stijgende energiekosten, zoals we in de afgelopen jaren hebben gezien, worden zij daarom harder geraakt dan huishoudens die een hoger inkomen hebben. Om deze huishoudens te helpen is gerichte overheidssteun effectiever dan brede compensatie voor gestegen kosten. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van De Nederlandsche Bank.

Inflatie wordt gemeten door te kijken naar de prijsstijgingen van een gemiddeld mandje van goederen en diensten. Een van die mandjes is de basis voor de zogenaamde ‘Consumentenprijsindex’ (CPI). De afgelopen jaren zijn de prijzen van vrijwel alle producten in dat mandje flink gestegen, maar vooral bij energieprijzen ging het hard. In het piekjaar 2022 was de CPI-inflatie 10% op jaarbasis en bijna de helft daarvan werd veroorzaakt door gestegen energieprijzen. 

In 2024 is de totale inflatie weer afgenomen tot 3,3%. Maar dit betekent niet dat de inflatie voor ieder huishouden gelijk was. Het mandje aan producten is in de praktijk namelijk niet voor iedereen hetzelfde. Sommige huishoudens geven een groot deel van hun geld uit aan boodschappen of woonlasten, terwijl anderen juist relatief meer besteden aan kleding of vakanties.

Een duidelijk voorbeeld hiervan is energie. Uit een analyse van DNB blijkt dat huishoudens met lagere inkomens een groter deel van hun inkomen aan energie uitgeven dan huishoudens met een hoger inkomen. Met name in 2022 stegen de prijzen flink, als gevolg van de Russische inval in Oekraïne. Door die energiecrisis werd goed duidelijk wat verschillen in uitgaven kunnen betekenen voor inflatie op huishoudniveau. Het percentage van het inkomen dat aan energie wordt besteed – ook wel energiequote genoemd – bedroeg in dat jaar voor huishoudens met een laag inkomen 6% tegenover 2% voor huishoudens met hoge inkomens. Voor huishoudens die in 2022 een nieuw energiecontract moesten afsluiten was dit verschil nog groter. In 2023 moesten steeds meer mensen een nieuw contract afsluiten tegen hogere prijzen. Daardoor liep de energiequote in 2023 nog verder op: tot 7% voor huishoudens met een laag inkomen tegenover 2% voor de hoge inkomens.

Ook binnen de verschillende inkomensgroepen bestaan verschillen, bijvoorbeeld tussen huurders en huiseigenaren. In 2022 besteedden huiseigenaren met lage inkomens gemiddeld 9% van hun inkomen aan energie, terwijl huurders met lage inkomens in corporatiewoningen gemiddeld 6% kwijt waren, en in niet-corporatiewoningen 8%. Huishoudens met hoge inkomens hadden minder verschil. Zowel kopers als huurders met hoge inkomens gaven in 2022 ongeveer 2% van hun inkomen uit aan energie. Daarnaast speelt ook mee dat huishoudens met hoge inkomens hun gasverbruik sterker hebben verminderd, door bijvoorbeeld vaker zonnepanelen te installeren of over te stappen op elektrische verwarming. In 2022 had bijna de helft van de hoogste inkomens zonnepanelen, terwijl dit bij de laagste inkomens 13% was.

Plotseling hogere inflatie als gevolg van stijgende energieprijzen is lastig op de korte termijn met monetair beleid te bestrijden. In dat geval kan de overheid ervoor kiezen om de effecten voor huishoudens te beperken. Vanuit onze rol als economisch adviseur vinden we het nuttig om de vormgeving van deze steun in kaart te brengen en de impact ervan op de overheidsfinanciën en de inflatie te meten. Indien hogere energieprijzen leiden tot generiek hogere inflatie, zoals bijvoorbeeld na de inval van Rusland in Oekraïne gebeurde, is dat een reden voor de ECB om de rente te verhogen om de inflatie te beteugelen.

woensdag 9 juli 2025

Transacties met crypto straks meer in beeld bij Belastingdienst

Transacties met crypto zijn straks meer in beeld bij de Belastingdienst. Vanaf 1 januari 2026 worden crypto-aanbieders verplicht om gegevens van hun gebruikers te verzamelen, controleren en delen met de Belastingdienst. De informatie kan worden gebruikt bij de controle van de aangifte inkomstenbelasting. Het wetsvoorstel dat dit regelt is vandaag door staatssecretaris Van Oostenbruggen naar de Tweede Kamer gestuurd.

Crypto’s behoren net als spaargeld en beleggingen al tot het vermogen dat moet worden opgegeven in de aangifte inkomstenbelasting. Daarover is belasting verschuldigd wanneer het totale vermogen uitkomt boven een vastgesteld bedrag. Dat is nu ook al zo. In 2025 is deze grens €57.684 per persoon.

Crypto-aanbieders worden verplicht om per 1 januari 2026 transactiegegevens van hun gebruikers te verzamelen, controleren en rapporteren aan de belastingdiensten van de EU-lidstaten. Dit zijn bijvoorbeeld transacties waarbij crypto is aangekocht met geld, maar bijvoorbeeld ook wanneer crypto is ingezet voor een aankoop. 

De maatregelen volgen uit een Europese richtlijn, die met dit wetsvoorstel wordt omgezet in Nederlandse wetgeving. De belastingdiensten wisselen onderling daarnaast gegevens uit over de inwoners van de andere lidstaten. Zo krijgt de Belastingdienst ook inzicht in crypto-transacties van Nederlandse belastingplichtigen die worden gedaan via crypto-aanbieders in EU-lidstaten. Door het gebrek aan zicht op cryptobezittingen bestaat de kans dat crypto niet altijd wordt opgegeven. Daarom worden maatregelen genomen.

Crypto-aanbieders moeten uiterlijk 31 januari van het opvolgende jaar rapporteren – en met de ingang van het wetsvoorstel op 1 januari 2026 dus voor het eerst op 31 januari 2027. De gegevens over crypto worden niet vooraf ingevuld, maar de Belastingdienst heeft dus wel gegevens om crypto te controleren.

De verplichte rapportage en uitwisseling van gegevens vraagt om inspanningen van crypto-aanbieders, maar het wetsvoorstel betekent tegelijk dat zij alleen nog hoeven te rapporteren in de EU-lidstaat waar zij zijn geregistreerd. Zonder deze richtlijn zouden aanbieders door elke lidstaat om informatie gevraagd kunnen worden.

dinsdag 8 juli 2025

Rechtszaken tegen Visa en Mastercard wegens te hoge Interchange Fees

Collectieve belangenbehartiger stichting MIFC heeft na uitgebreid onderzoek besloten rechtszaken aan te spannen tegen de creditcardmaatschappijen Visa en Mastercard. Zowel Visa als Mastercard brachten vanaf ten minste 1992 namelijk te hoge transactiekosten - interchange fees - in rekening aan Nederlandse ondernemers die interregionale transacties hebben geaccepteerd. Zij hebben daardoor jarenlang te veel betaald.

Stichting MIFC zet zich in voor Nederlandse ondernemers die vanaf 1992 te veel hebben betaald aan transactiekosten. Via twee zogeheten collectieve acties tegen de afzonderlijke maatschappijen wil de Stichting de te veel betaalde bedragen terugkrijgen.

De Stichting richt zich specifiek op transacties met kaarten die buiten de EER-regio, de Europese Economische Ruimte, zijn uitgegeven; bijvoorbeeld betalingen aan een Amsterdams hotel of restaurant door een Amerikaanse toerist. Over elke betaling met een niet-Europese betaalkaart betaalt een ondernemer een vergoeding, de zogenoemde interchange fee. Visa en Mastercard kunnen de hoogte van deze vergoeding zelf vaststellen, met medeweten van de banken die hun kaarten uitgeven. Inmiddels is uit onderzoek gebleken dat Visa en Mastercard de interchange fees in elk geval vanaf 1992 op een kunstmatig hoog niveau hebben gehouden, en daarbij tot zo’n 2 procent van ieder transactiebedrag als fee in rekening brachten.

Stichting MIFC stelt dat Visa en Mastercard al jarenlang de interchange fees kunstmatig hoog houdt. De concurrentie werd daardoor beperkt en bedrijven betaalden daardoor structureel te veel. 

Stichting MIFC heeft geprobeerd om tot een oplossing te komen met Visa en Mastercard, maar kiest nu bewust voor de collectieve actie, omdat op deze manier alle claims van ondernemers kunnen worden gebundeld in één rechtszaak. Dit is goedkoper en efficiënter dan dat de ondernemers op individuele basis naar de rechter moeten gaan.

De Stichting roept ondernemers op die vanaf 1992 interregionale transactie hebben geaccepteerd om zich te registreren via de hiervoor ingerichte website. Op deze manier kunnen zij aanspraak maken op een schadevergoeding.

De hoogte van de uiteindelijke vergoeding hangt af van het aantal transacties en de betaalde interchange fees. Grotere bedrijven met meer transacties ontvangen mogelijk een hogere vergoeding, maar de berekening van het compensatiebedrag is voor iedereen gebaseerd op dezelfde juridische basis. Het is uiteindelijk aan de rechter om te bepalen op hoeveel compensatie iedere ondernemer recht heeft.

Kwart Nederlandse stellen houdt financiën liefst gescheiden

Maar liefst 26 procent van alle Nederlanders met een vaste partner kiest ervoor om hun geld grotendeels gescheiden te houden. Dit blijkt uit internationaal onderzoek van bunq onder ruim vierduizend Britten, Fransen, Nederlanders en Spanjaarden in een relatie, waaronder 1.082 van onze landgenoten. Van alle ondervraagden houden vooral jongeren hun financiën het liefst in eigen beheer. Zo zegt meer dan een kwart van alle Nederlandse jongeren er binnen hun relatie, naast een gezamenlijke rekening, één of meerdere eigen rekeningen op na te houden. Onder de rest van de Nederlandse respondenten bedraagt dit slechts elf procent.

Ondanks het aanzienlijke generatieverschil, behoren Nederlandse dertigminners in Europees verband tot de grootste liefhebbers van een gezamenlijke rekening. Zo kiezen bijvoorbeeld Britse (39 procent) en Spaanse (32 procent) jongeren er veel vaker voor om hun bankrekeningen volledig gescheiden te houden.  

Uit het onderzoek blijkt dat 23 procent van de Nederlanders graag vaker met zijn of haar partner over geld zou praten. Onder jongeren bedraagt dit zelfs bijna een derde van de ondervraagden. Een belangrijke reden hiervoor is vertrouwen. Maar wanneer het over geld gaat, vertrouwt niet iedere Nederlander zijn partner blindelings. Zo verdenkt meer dan een kwart van alle respondenten zijn geliefde er zelfs van financiële geheimen voor hem of haar te hebben. Opvallend genoeg is dit andersom ook waar; zo zegt 23 procent weleens uitgaven, inkomsten en/of schulden te verbergen voor hun partner. Dit kan verstrekkende gevolgen hebben: twaalf procent geeft aan ooit bij hun partner te zijn gebleven vanwege gedeelde financiële verplichtingen zoals onder andere leningen en andere schulden.

Naast wantrouwen is ook een verschil in inkomsten en uitgaven een serieuze reden om de onderlinge financiën gescheiden te houden. Zo zegt bijna twee op de drie respondenten dat hun partner er een ander uitgavenpatroon op nahoudt dan zijzelf. Wellicht hierdoor draagt slechts 43 procent van alle Nederlanders met een gezamenlijke rekening evenveel bij als hun partner. Dit kan overigens leiden tot frictie binnen een anders gelukkige relatie: zo heeft maar liefst de helft van alle Nederlanders weleens met hun partner geruzied over geld. Alleen in Frankrijk en Spanje is er onderling vaker onenigheid over geld.

maandag 7 juli 2025

Nederlanders blijven sparen, vooral voor de vakantie

Uit het Spaaronderzoek van Ayvens Bank onder Nederlanders en Duitsers blijkt dat Nederlanders sparen nog altijd belangrijk vinden – met de vakantie als een van de belangrijkste doelen. Naast de gebruikelijke buffer voor onvoorziene uitgaven (71%), geeft maar liefst 63% van de Nederlanders aan te sparen voor hun vakantie. Daarmee staat de vakantie op plek twee van spaardoelen, vóór grote uitgaven zoals een auto of de eigen woning.

In Nederland zegt 62% sparen belangrijker te vinden dan beleggen. Maar jongvolwassenen tussen de 26 en 35 jaar vinden beleggen even belangrijk of zelfs belangrijker dan sparen. Duitsers echter kiezen vaker voor een financiële mix: 55% vindt sparen en beleggen even belangrijk. Daarmee lijken onze oosterburen iets actiever met hun geld om te gaan.

Ondanks hun positieve spaargedrag verwacht 19% van de Nederlanders in 2026 minder te kunnen sparen. Ook maakt 31% zich nu meer zorgen over hun financiën dan een jaar geleden. Duitsers zijn bezorgder, met 41% die zegt nu meer zorgen te hebben. Opvallend is dat ondanks deze zorgen, 26% van de Duitsers verwacht volgend jaar juist meer te sparen.

Opvallend is het verschil in pensioenvoorbereiding tussen beide landen. In Duitsland geeft 81% van de consumenten aan al iets extra’s te doen voor hun pensioen. In Nederland ligt dat percentage aanzienlijk lager, op 61%. Sterker nog, 39% van de Nederlanders doet helemaal niets aanvullends voor later. Wel geeft de groep 51- tot 65-jarigen aan de meeste “goede plannen” te hebben voor de oude dag. Opvallend: Nederlandse vrouwen, in alle leeftijdsgroepen, zijn duidelijk minder zeker over hun financiële toekomst.

De ‘comfortzone’ voor Nederlandse spaarders ligt vooral tussen de €10.000 en €25.000, vindt 29%. Onze oosterburen mikken op grotere reserves: 27% voelt zich pas veilig bij een spaarbuffer van meer dan €50.000; bijna twee keer zoveel als Nederlanders die hetzelfde antwoord geven (16%).

De meest voorkomende spaarmethode in zowel Nederland als Duitsland is sparen wat er overblijft: 44% in Nederland en 49% in Duitsland. Toch heeft 8% van de Duitsers al een expliciet lang termijn-spaarplan, terwijl dat in Nederland slechts 4% is. In Nederland geeft bovendien ca. 25% van de mensen aan ‘wel na te denken over sparen, maar nog geen plan te hebben.’

Qonto vraagt bankvergunning aan

Qonto, een oplossing voor financieel management voor kleine en middelgrote ondernemingen (KMO) en zelfstandigen, heeft officieel een aanvraag voor een banklicentie ingediend bij de Franse bankentoezichthouder Autorité de Contrôle Prudentiel et de Résolution (ACPR). Het uitbreiden van de digitale financiële managementoplossing tot een volledig geïntegreerde, onafhankelijke kredietinstelling is de volgende logische stap, acht jaar na de start.

Met de beoogde volledige banklicentie kan Qonto zijn aanbod op het gebied van kredietverlening, spaarproducten en beleggingen aanzienlijk uitbreiden en de meer dan 600.000 zakelijke klanten in België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland, Oostenrijk, Portugal en Spanje een nog uitgebreider aanbod bieden.

Tegen 2030 wil Qonto twee miljoen zakelijke klanten in Europa bedienen. Sinds 1 oktober 2024 is Qonto ook actief in Oostenrijk om ondernemingen te helpen bij het beheer van hun financiën en hen ruimte te geven voor hun kernactiviteiten. Het bedrijf heeft onlangs Dr. Malte Dous benoemd als nieuwe Managing Director voor Centraal-Europa. Met zijn jarenlange digitale en leidinggevende ervaring zal hij Qonto verder etableren als partner voor het middenbedrijf.

Veel groei bij online kaartbetalingen, met name bij betaalpassen

In totaal betaalden Nederlanders in 2024 6,7 miljard keer met een betaalpas of creditcard voor het totaalbedrag van 198 miljard euro. In 2022 ging het nog om 5,9 miljard kaartbetalingen ter waarde van 172 miljard.

Zo'n 6,4 miljard kaartbetalingen in 2024 waren met een Nederlandse kaart aan een fysieke kassa in binnen- of buitenland (€ 175 miljard).

Zo'n 230 miljoen van die online kaartbetalingen in 2024 werden met een creditcard gedaan, maar vooral de populariteit van betaalpassen voor online betalingen nam flink toe: tussen 2022 en 2024 verdrievoudigde dit aantal kaartbetalingen tot 76 miljoen transacties op jaarbasis.
Wat valt er onder online kaartbetalingen?

In dit nieuwsbericht spreken we over online kaartbetalingen. De officiële term is kaartbetalingen op afstand. Dit zijn betalingen met een betaalpas of creditcard die je online doet, maar ook telefonisch of via email. Dit omvat bijvoorbeeld aankopen bij webshops, betalingen voor digitale diensten zoals streamingabonnementen, of transacties via apps waarbij je je kaartgegevens invoert of een digitale wallet gebruikt zoals Apple Pay of Google Pay. iDEAL valt niet onder online kaartbetalingen. Sinds 2022 heeft DNB nieuwe broninformatie beschikbaar.

De groei in het aantal online kaartbetalingen komt deels doordat Nederlanders steeds vaker hun betaalpas of creditcard gebruiken voor het betalen van digitale goederen, zoals online streamingdiensten en aankopen op gameplatforms.

Opvallend is de sterke groei van het aantal grensoverschrijdende online betalingen die specifiek met een betaalpas worden gedaan. Bij dit soort betalingen is het adres van de verkoper buiten Nederland. Tussen 2022 en 2024 nam het aantal van dit soort betalingen toe tot 26 miljoen, waarbij de waarde zelfs vervijfvoudigde tot 1,7 miljar dollar.

De toegenomen populariteit van specifiek betaalpassen voor online aankopen is mogelijk te verklaren door het gebruik van digitale wallets als Apple Pay en Google Pay. Deze diensten worden gekoppeld aan een betaalpas en zijn te gebruiken voor online betalingen in bijvoorbeeld apps en webshops.

Een andere verklaring zijn de nieuwe Visa- en Mastercard–betaalpassen, ook wel debit betaalpas genoemd. Deze worden sinds 2024 uitgerold door Nederlandse banken en kunnen worden gebruikt voor online betalingen bij bijvoorbeeld internetwinkels. Ook zijn er specifieke virtuele betaalkaarten op de markt gekomen die consumenten kunnen gebruiken voor online betalingen.  

Het aantal opnames van contant geld daalde lichtjes van 178 miljoen in 2022 tot 176 miljoen in 2024. Het totaal opgenomen bedrag lag wel iets hoger, met € 36 miljard in 2024 tegenover € 35 miljard twee jaar eerder. In totaal betaalden Nederlanders in 2024 6,7 miljard keer met een betaalpas of creditcard voor het totaalbedrag van 198 miljard. In 2022 ging het nog om 5,9 miljard kaartbetalingen ter waarde van 172 miljard euro.

Zo'n 6,4 miljard kaartbetalingen in 2024 waren met een Nederlandse kaart aan een fysieke kassa in binnen- of buitenland (€ 175 miljard).

Bij De Nederlandsche Bank stellen we onafhankelijk statistieken op over de Nederlandse financiële sector en economie. Dit artikel is gebaseerd op die cijfers. Meer informatie over onze statistieken en alle dashboards vind je op de Statistiek homepage.

vrijdag 4 juli 2025

Autoverzekering nog nooit zo duur

Autoverzekeringen worden steeds duurder. De gemiddelde premie steeg in mei 6 procent en in juni 3 procent. Vooral de allrisk premie steeg sterk. Over een jaar stijgt de gemiddelde jaarpremie met 18 procent. Dat evenaart de recordstijging in september 2024. Dat concludeert Pricewise in haar Barometer Autoverzekeringen. 

Verzekeraars passen de hoogte van de premies op autoverzekeringen regelmatig aan. Dat resulteert meestal in hogere premies. Dit komt niet alleen door de inflatie, maar ook door hogere risico's op de weg.

Autoverzekeringen zijn er in 3 verschillende smaken: WA, WA+ en allrisk. Bij WA is alleen de wettelijke aansprakelijkheid gedekt, bij WA+ is ook schade aan de eigen auto verzekerd door brand, storm en diefstal. Bij allrisk ben je daarnaast ook nog verzekerd voor schade aan je eigen auto door onheil van buitenaf, zoals vandalisme, of eigen schuld. Deze laatste verzekering is het meest uitgebreid en daarmee ook de duurste, al kan je met meer schadevrije jaren meer korting op je premie krijgen. Als je nog schadevrije jaren moet opbouwen betaal je een hogere premie voor je autoverzekering. 

De afgesloten premies stegen in mei gemiddeld met 6 procent ten opzichte van de voorgaande maand april. Dat blijkt uit cijfers die Pricewise bijhoudt in haar Barometer Autoverzekeringen. De WA-premie steeg met 3,6 procent. Ook de premie voor WA+ nam met hetzelfde percentage toe. Grootste stijger was de allrisk premie. Die steeg met 14 procent. Cijfers over juni laten een gemiddelde jaarpremiestijging zien van 3 procent, met wederom de allrisk premie als grootste stijger met 8 procent. De WA-premie is in juni met 2,4 procent gedaald, terwijl de WA+ premie met 2,6 procent is gestegen.

donderdag 3 juli 2025

Rechtbank Den Haag verklaart beroep van honderdduizenden belastingplichtigen met box 3-vermogen ongegrond

De rechtbank Den Haag heeft op 26 juni het beroep in de eerste zaak van de zogeheten ‘massaal bezwaar plus’-procedure ongegrond verklaard. De inzet van deze collectieve rechtszaak is te bereiken dat alle box 3-belastingplichtigen in aanmerking dienen te komen voor rechtsherstel (en compensatie). Belastingadviseur Cor Overduin: “De uitspraak is niet geheel onverwacht. Het is echter wel teleurstellend. Op basis van deze uitspraken ligt het in de lijn der verwachting dat hoger beroep wordt aangetekend of dat de zaak direct wordt voorgelegd aan de hoogste rechter in Nederland, de Hoge Raad”. 
 
Op 24 december 2021 oordeelde de Hoge Raad in het zogenoemde ‘Kerstarrest’ dat de box 3-heffing in de jaren 2017 tot en met 2020 in strijd was met de wet. Bij deze rechtszaak hadden zich tienduizenden belastingplichtigen aangesloten door tijdig bezwaar aan te tekenen tegen hun eigen definitieve aanslag inkomstenbelasting. Deze groep kwam door het box 3-arrest in aanmerking voor rechtsherstel en, in veel gevallen, voor financiële compensatie.
 
In 2022 besloot het kabinet echter dat dit arrest niet voor iedereen zou gelden. Wie in de jaren 2017 tot en met 2020 geen bezwaar had aangetekend, kwam niet in aanmerking voor rechtsherstel. Honderdduizenden gaven toen gehoor de oproep om een zogeheten ‘verzoek tot ambtshalve vermindering’ in te dienen. Naar aanleiding hiervan heeft toenmalig Staatssecretaris Van Rij besloten om een nieuwe collectieve rechtszaak te starten, de ‘massaal bezwaar plus’-procedure.
 
Om de belangen van belastingbetalers te behartigen, trekt in de ‘massaal bezwaar plus’-procedure een aantal partijen gezamenlijk op. Het gaat hierbij om de koepelorganisaties van fiscale dienstverleners (NBA, NOAB, NOB, RB en SRA), de Consumentenbond, ConsumentenClaim en de Bond voor Belastingbetalers. Hun inzet is dat alle box 3-belastingplichtigen in aanmerking komen voor rechtsherstel en compensatie.
 
De Belastingdienst en alle koepel- en belangenorganisaties hebben vier zaken geselecteerd voor de ‘massaal bezwaar plus’-procedure. Deze vier proefpersonen zijn samen representatief voor de groep belastingbetalers die destijds niet tijdig bezwaar hebben aangetekend, omdat zij hiervan niet op de hoogte waren en überhaupt niet wisten dat zij bezwaar konden aantekenen.
 
Ondanks de teleurstellende uitspraak betekent dit nog niet dat de strijd gestreden is. De ‘massaal bezwaar plus’-procedure bestaat uit vier zaken. In de drie andere zaken moet nog uitspraak worden gedaan. Verder willen we de zaak van de rechtbank Den Haag aan een hogere rechter voorleggen, waarbij we in overleg met de belastingdienst willen bekijken of we de zaak direct aan de Hoge Raad kunnen voorleggen.

Kassabon in supermarkt informeert mensen die moeilijk te bereiken zijn over gratis hulp bij bankzaken

Het zelfstandig regelen van bankzaken is niet voor iedereen in Nederland vanzelfsprekend. Zo ervaart één op de zes Nederlanders wel eens obstakels, zoals mensen die minder digitaal vaardig of laaggeletterd zijn. Banken kunnen deze groepen over het algemeen lastig bereiken en daardoor minder goed ondersteunen. Een nieuw initiatief maakt het nu makkelijker om gratis hulp te vinden, door een duidelijke verwijzing op het kassabonnetje van de PLUS supermarkt in Waalwijk. Zo wil ABN AMRO duidelijk maken dat er hulp beschikbaar is voor wie er zelf even niet uitkomt.

Vanaf vandaag krijgen klanten in de supermarkt in Waalwijk een kassabon met daarop een korte en eenvoudig geschreven boodschap. Op het bonnetje staat geen directe oplossing, maar wel waar mensen hulp kunnen krijgen bij hun bankzaken. Deze hulp komt in de vorm van een gratis telefoonnummer waarbij klanten persoonlijk een adviseur kunnen spreken. Zo wordt het voor mensen die normaal moeilijk te bereiken zijn, eenvoudiger om hulp te vinden. Gudy van der Wal, directeur Financiële Toegankelijkheid bij ABN AMRO: “We weten al langer dat er grote behoefte is aan ondersteuning bij bankzaken, bijvoorbeeld bij digitaal bankieren of geld overmaken. "

"In een samenleving die steeds digitaler wordt, is het van groot belang dat niemand buitenspel komt te staan”, zegt Olaf Nouwens, beleidsmedewerker toegankelijkheid bij Senioren Brabant-Zeeland. “Veel senioren willen graag zelfstandig hun bankzaken regelen, maar hebben soms iemand nodig om ze op weg te helpen. Dan is het essentieel dat hulp niet alleen beschikbaar is, maar ook zichtbaar en dichtbij. Deze kassabon kan voor mensen echt wat opleveren.”

Uit onderzoek blijkt dat één op de zes Nederlanders wel eens hulp nodig heeft bij bankzaken, maar lang niet iedereen weet waar die hulp te vinden is. Vooral mensen die moeite hebben met lezen of weinig ervaring hebben met computers. Door op het kassabonnetje te verwijzen naar gratis hulp, wordt de drempel om ondersteuning te zoeken weggenomen.

Iedereen met vragen over bijvoorbeeld het doen van een betaling of het veilig omgaan met bankzaken, kan gratis bellen voor hulp. Dit initiatief is onderdeel van een breder traject om financiële dienstverlening voor alle klanten toegankelijk te maken, ongeacht leeftijd, opleidingsniveau of digitale vaardigheden.

ABN AMRO onderzoekt of deze aanpak helpt om meer mensen te bereiken met passende ondersteuning. Als het initiatief succesvol blijkt, volgt mogelijk een uitbreiding naar andere gebieden. “Zo bouwen we stap voor stap aan een toekomst waarin iedereen kan meedoen. Op het tempo en de manier die bij de persoon past,” besluit Van der Wal.

woensdag 2 juli 2025

Buy Now, Pay Later: extra bescherming consumenten nodig

In 2024 betaalden Nederlanders 17 procent vaker voor online aankopen met Buy Now, Pay Later (BNPL). Er waren minder, maar toch nog veel betalingsproblemen. Grote e-commerce-platforms kennen daarnaast bijna evenveel gebruikers van achteraf betalen als BNPL-aanbieders - met vergelijkbare risico’s. Dat blijkt uit onderzoek van de AFM. 

In 2024 hebben de BNPL-aanbieders zo’n 53 miljoen transacties met een totaalbedrag van 5,1 miljard euro verwerkt, waarmee BNPL afgelopen jaar circa 17 procent is gegroeid. Er waren minder, maar toch nog veel betalingsproblemen. BNPL-aanbieders hebben circa 6,9 miljoen keer de klant in gebreke gesteld. 1,8 miljoen keer brachten zij aanmaningskosten in rekening en ongeveer 0,6 miljoen transacties zijn overdragen aan een incassobureau.

Uit de analyse van AFM komen aspecten naar voren die kunnen duiden op een slechte financiële gezondheid van een deel van de BNPL-gebruikers onder de 35 jaar. Zo staat één op de zes gebruikers gemiddeld zeven tot acht dagen per maand rood. Zij storneren of missen ook circa tien incasso’s per jaar. Dit aantal groeit naarmate zij vaker gebruik maken van achteraf betalen. Deze inzichten komen uit statistische data van een bank. Ze onderstrepen het belang van goede klantbescherming.

De drie e-commerceplatforms Amazon, Bol en Zalando bieden ook achteraf betalen aan. Ze hadden in 2024 in Nederland 4,4 miljoen gebruikers. Ter vergelijking: de vier BNPL-aanbieders Billink, In3, Klarna en Riverty telden zo´n 5,5 miljoen gebruikers. Bijna 0,9 miljoen platformklanten moesten in 2024 aanmaningskosten betalen. Dat is een vergelijkbaar aantal klanten als bij de vier BNPL-aanbieders. De platforms geven aan maatregelen te nemen om schuldenproblematiek te voorkomen. Wij pleiten daarnaast voor aansluiting bij de BNPL-gedragscode.

Uiterlijk in november 2026 komen de BNPL-sector en de grote e-commerceplatforms onder toezicht van de AFM te staan. Dit vanwege de implementatie van de herziene Richtlijn Consumentenkrediet. Er komt een wettelijk verplichte leeftijdsverificatie. De AFM wil dat deze zo snel mogelijk in werking treedt, zodat minderjarigen geen BNPL meer kunnen gebruiken.

Het huidige grensbedrag voor de kredietwaardigheidsbeoordeling en BKR-check ligt op 250 euro. Nu bij BNPL 9 op de 10 transacties met betalingsproblemen een waarde van onder de 250 euro hebben, steunt de FM een aanscherping van het grensbedrag. 

dinsdag 1 juli 2025

De Volksbank is vanaf vandaag ASN Bank, 116 ASN-winkels geopend

Vanaf vandaag gaan de Volksbank en haar vier merken verder onder één merknaam: ASN Bank. Dit moment markeert de bank met een nieuwe landelijke merkcampagne. Hierin positioneert ASN Bank zich als toekomstgerichte bank voor iedereen. Ook opent ASN Bank vandaag 116 winkels in heel het land. 

Bestaande en potentiële klanten zijn in de ASN-winkels welkom voor persoonlijk financieel advies en bankdiensten, zoals betalen, sparen en hypotheken. Juist op de momenten die ertoe doen, wil de bank dichtbij klanten zijn: voor geldvragen van nu en plannen voor de toekomst.
  
De landelijke 360-graden merkcampagne ‘Nu al zin in morgen’ is vanaf vandaag overal te zien en te horen. Met een optimistisch en toekomstgericht narratief wil ASN Bank het merk laden als bank voor iedereen. Voor bioscoop, televisie en online kanalen zijn long- en shortformat video’s gemaakt. Ook voor radio en online kanalen zijn uitingen ontwikkeld. En deze zijn ook terug te zien in de ASN-winkels. Met de grootschalige campagne vertelt ASN Bank het nieuwe merkverhaal op meerdere momenten en manieren. Hiermee willen we overbrengen en laten voelen dat er een bank is, die niet alleen meedenkt, maar ook helpt om een mooiere toekomst waar te maken. Want met geld heb je invloed op je eigen toekomst en op die van ons allemaal. Zo bouwen we samen aan een toekomst waar je nu al zin in hebt. 

In mei ging een kick-off campagne van start waarbij het kenmerkende beeldmerk met de eekhoorn centraal stond, teasend met de nieuwe pay off ‘Nu al zin in morgen’. In juni ging ook de employer branding campagne van start. Daarin staan medewerkers centraal die zich sterk maken voor de bank van morgen.

Afgelopen weekend zijn voormalige SNS-winkels omgebouwd tot ASN-winkels. Het was een grote rebranding-operatie met veel tijdsdruk. Van de naam op de gevel, raamstickers met de bekende eekhoorn, wandbekleding tot meubilair: 116 winkels zijn in een paar dagen omgebouwd. ASN Bank combineert mobiel bankieren voor de dagelijkse bankzaken met persoonlijk financieel advies in de winkel voor de momenten die ertoe doen. Want mensen willen graag iemand in de ogen kijken als ze bijvoorbeeld een hypotheek afsluiten.
 
De 230 Zelfstandig Adviseurs van RegioBank gaan op een later tijdstip verder onder de vlag van ASN Bank. Naast onze franchise-formules blijft voor de distributie van hypotheken het intermediaire kanaal cruciaal. Vooralsnog blijven we dit doen onder de huidige merknaam BLG Wonen. Op termijn wordt de merknaam BLG Wonen vervangen door ASN Bank.
 

Klaas Knot: 14 jaar in 14 cijfers

5114 dagen zijn gepasseerd vanaf Klaas’ eerste tot en met zijn laatste werkdag, 30 juni 2025. Hij heeft twee termijnen van zeven jaar volbracht. Bij zijn aantreden in juli 2011 was de wereldeconomie aan het herstellen van een bankencrisis. En in mei 2010 was in Griekenland een staatsschuldencrisis uitgebroken die ook gevolgen had voor de rest van de eurozone. Die eurocrisis was nog volop gaande aan het begin van zijn periode. In Nederland was er na het faillissement van DSB, het drama met de IJslandse bank Icesave en de nationalisatie van ABN Amro ook kritiek op DNB als toezichthouder. In de jaren erna is hard gewerkt aan de stabiliteit van het systeem: het toezicht werd verscherpt en de eisen voor de kapitaalbuffers van banken werden verhoogd.