vrijdag 30 juni 2023

Maximale rente op krediet stijgt naar 14 procent

De maximale rente die aanbieders mogen rekenen op consumptief krediet (oftewel de maximale kredietvergoeding) stijgt per 1 juli van 12 naar maximaal 14 procent. Geld lenen, rood staan en kopen op afbetaling kan daardoor duurder worden.

Deze stijging komt door de stijging van de wettelijke rente van 4 naar 6 procent. Deze wettelijke rente is een onderdeel van de maximale kredietvergoeding. Stijging of daling van deze wettelijke rente heeft dus invloed op de maximale kredietvergoeding.

De wettelijke rente is gekoppeld aan de rente van de Europese Centrale Bank (ECB) en stijgt vanaf 1 juli van 4 naar 6 procent. Met een hogere rente probeert de ECB de hoge inflatie te beteugelen. De ECB heeft de rente het afgelopen half jaar sterk verhoogd.

De maximale kredietvergoeding bestaat uit twee delen: de variabele wettelijke rente en een maximale opslag. Door de stijging van de wettelijke rente gaat nu ook de totale maximale kredietvergoeding omhoog. De maximale opslag biedt kredietverstrekkers een mogelijkheid om het risico op wanbetaling te beprijzen, kosten te dekken en een rendement te behalen. Die opslag is vorig jaar verlaagd van 12 naar 8 procent en blijft dat ook.

Het ministerie van Financiën waarschuwt voor het te makkelijk aangaan van een lening. Soms is het erg verleidelijk om een kortlopende lening aan te gaan, om bijvoorbeeld een grote aankoop of een onverwachte uitgave te dekken. Maar door de oplopende rente ben je uiteindelijk duurder uit. Met financiële begeleiding en programma’s die wijzen op de gevaren van rood staan en te gemakkelijk lenen geeft het ministerie voorlichting.

Herziene Gedragscode Kleinzakelijke Financiering

Kleinzakelijke ondernemers krijgen in iedere fase van het financieringsproces de mogelijkheid om waar nodig in persoonlijk contact met de bank te komen. Dat is een belangrijke wijziging in de herziene Gedragscode Kleinzakelijke Financiering (GKF) die in gaat op 1 juli.

Ook zullen banken bij afwijzing van een kredietaanvraag nadrukkelijker verwijzen naar alternatieve vormen van financiering. Daarnaast is de GKF op een groot aantal punten verduidelijkt en geactualiseerd. De GKF werd in 2018 in het leven geroepen om kleinzakelijke ondernemers te informeren over wat zij minimaal van hun bank mogen verwachten als het gaat om financiering.

In de dienstverlening van banken nemen kleinzakelijke klanten een bijzondere positie in die zowel verschilt van de positie van consumenten als van de positie van grotere bedrijven. Kleinzakelijke klanten hebben andere financieringsbehoeftes dan consumenten. Dat vraagt van banken om een ander productaanbod en andere dienstverlening. Tegelijkertijd beschikken kleinzakelijke klanten niet altijd over de financiële kennis en ervaring die bij grotere bedrijven aanwezig is.

Om kleinzakelijke klanten bij financiering via banken zo goed mogelijk te ondersteunen, heeft de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) de GKF opgesteld. De GKF legt een vorm van zelfregulering op aan banken die zijn aangesloten bij de NVB en is van toepassing bedrijven met een jaaromzet van maximaal € 5 miljoen en financieringen van maximaal € 2 miljoen.

De GKF wordt om de drie jaar geëvalueerd en zo nodig aangepast. De GKF is sinds 2018 jaarlijks gemonitord en in 2021 geëvalueerd door SEO Economisch Onderzoek en Universiteit van Amsterdam. Op 10 maart 2022 is het evaluatierapport uitgekomen. De NVB is op basis van dit evaluatierapport in gesprek gegaan met een groot aantal stakeholders, onder andere in de vorm van een gezamenlijke stakeholderdialoog waarvan het verslag hier te lezen is.

donderdag 29 juni 2023

Geld lenen vanaf 1 juli weer duurder

De verhoging van de maximale leenrente zal het snelste merkbaar zijn bij rood standen op een betaalrekening en gespreid betalen mogelijkheden bij online shoppen.

Dit soort kredieten hanteren vaak erg hoge rentes die tegen de maximale leenrente aan liggen. Bij de grote banken, ABN AMRO, Rabobank en ING betaal je nu al 9,9 tot 11,9 procent voor rood staan. En bij de dienst Tinka, waarmee je gespreid kunt betalen bij winkels als Wehkamp en BCC, betaal je ook tot 11,9 procent rente.

Voor persoonlijke leningen zullen vooral de rentes bij de lagere leenbedragen omhoog gaan na 1 juli. We zien nu al dat kredietverstrekkers voor leenbedragen tot 2.500 euro 11,9 of 12 procent rente vragen. Bij deze bedragen zullen de kredietverstrekkers dus als eerst gebruik maken van de extra ruimte die ontstaat als ze maximaal 14 procent mogen vragen.

Dat de rentes voor lage leenbedragen zo hoog zijn, komt vooral doordat de kosten voor het verstrekken van een lening bij elk leenbedrag vrijwel gelijk zijn voor kredietverstrekkers.

Ter vergelijking: Als je 2.500 euro leent tegen een rente van 12 procent en met een looptijd van 5 jaar (60 maanden), dan kost de totale lening 790 euro. Bij een rente van 14 procent is dat 926 euro. De lening wordt dus 136 euro duurder.

De hoogste leenrentes zie je vooral bij relatief kleine leenbedragen. Ook bij rood standen en koop op afbetaling gaat het meestal om leningen van maximaal een paar duizend euro.

Als je meerdere van dit soort relatief kleine leningen hebt, kan het lonen om ze samen te voegen en over te sluiten naar een persoonlijke lening bij een kredietverstrekker, raadt Geld.nl aan. Omdat het totale leenbedrag dan groter is, betaal je vaak een lagere leenrente dan dat je nu voor de losse kleine leningen betaalt, waardoor je maandlasten dalen. Bovendien kun je bij rood standen en koop afbetaling afgeloste bedragen soms opnieuw gebruiken. Dat kan bij een persoonlijke lening niet, waardoor je zeker weet dat je echt van je leningen afkomt.

Contant geld belangrijk voor verschillende groepen Nederlanders

Vooral mensen met een beperking, met lage digitale vaardigheden of die lastig rond kunnen komen hechten veel waarde aan contant geld. Van alle Nederlanders geeft 28 procent aan niet zonder contant geld te kunnen en zegt 7 procent dat zij aan de kassa alleen met contant geld betalen, maar voor de genoemde aandachtsgroepen zijn deze percentages hoger.

Mensen die lastig hun weg vinden in de digitale wereld hebben een sterke behoefte aan contant geld. 1 op de 20 deelnemers aan het onderzoek van DNB geeft zichzelf een onvoldoende voor digitale vaardigheden. Denk bijvoorbeeld aan het goed kunnen omgaan met een computer of mobiele telefoon. 18 procent van deze mensen gebruikt alleen contant geld aan de kassa. En maar liefst 45% geeft aan niet zonder contant geld te kunnen.

Ook mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking hechten veel belang aan contant geld. Twaalf gebruikt aan de kassa uitsluitend contant geld en ruim 1 op de 3 geeft aan niet zonder contant geld te kunnen.

Contant geld is daarnaast belangrijk voor mensen die moeilijk rondkomen van hun inkomen. Ongeveer 1 op de 10 deelnemers aan dit onderzoek vindt het moeilijk of erg moeilijk om rond te komen. Van deze groep gebruikt 14 procent bij de kassa alleen maar contant geld en ruim 1 op de 3 geeft aan niet zonder eurobiljetten en -munten te kunnen.

Mensen met een voorkeur voor contant geld hebben daar uiteenlopende redenen voor. Veelgenoemde redenen zijn dat contant geld helpt om beter overzicht te houden over de uitgaven en te voorkomen dat er te veel geld wordt uitgegeven. Dit is extra van belang voor mensen die lastig rondkomen. Een andere reden is dat mensen contant geld handiger vinden in het gebruik.

woensdag 28 juni 2023

Europese Commissie presenteert voorstel digitale euro

De Europese Commissie heeft vandaag een voorstel gepresenteerd voor de mogelijke uitgifte van een digitale euro. De Europese Commissie stelt voor dat de digitale euro de status van wettig betaalmiddel krijgt, niet programmeerbaar wordt en dat de privacy van burgers in de EU op dezelfde wijze wordt bewaakt als bij huidige betalingen via de bank.

Mensen mogen zelf beslissen of ze wel of niet digitale euro’s willen hebben en gebruiken om betalingen mee te doen. Contant geld blijft daarnaast gewoon beschikbaar.

De digitale euro wordt overwogen omdat daarmee de toegang tot publiek geld gewaarborgd kan worden. De bekendste vormen van geld zijn contant geld en geld op een bankrekening. Contant geld is publiek geld en wordt uitgegeven door de Europese Centrale Bank (ECB). Geld op een bankrekening (giraal geld) wordt uitgegeven door de commerciële banken zelf.

Het kabinet vindt dat er altijd publiek geld beschikbaar moet zijn. Daarom wordt voorgesteld om ook een digitale variant van contant geld te introduceren, voor de mensen die graag digitaal betalen. Die digitale variant wordt dus, net als contant geld,  uitgegeven door de ECB.

Het gebruik van de digitale euro is niet verplicht. Gebruikers kunnen straks, in het geval dat er een politiek akkoord ligt, met de digitale euro betalen via de app van je bank of andere aanbieder van betaaldiensten. Daarnaast worden andere betaalmethodes onderzocht voor mensen die niet via een mobiel apparaat of een app willen bankieren en betalen.

Er komt waarschijnlijk een maximum aan het bedrag dat iemand aan digitale euro’s op een rekening mag zetten. Een digitale euro is namelijk vooral bedoeld om mee te betalen en niet als beleggingsproduct. Daarom ontvangen toekomstige gebruikers ook geen rente over het saldo op een digitale euro rekening.

De digitale euro wordt niet programmeerbaar. Dat betekent dat de overheid of ECB niet kan bepalen (ook niet vastleggen in het ontwerp van de digitale euro) voor welke aankopen de digitale euro wel en niet mag worden gebruikt. Gegevens over betalingen zijn ook niet te herleiden tot individuele gebruikers. De ECB krijgt alleen de hoognodige versleutelde informatie om de betaling te kunnen afwikkelen. De digitale euro biedt overheden dus geen nieuwe mogelijkheden ten opzichte van wat ze nu al mogen. Overheden volgen nu geen persoonlijke transacties en zullen dat ook in de toekomst niet doen.

Het voorstel van de Europese Commissie stelt dat er vanaf het begin al offline betalingen met een digitale euro mogelijk moeten worden gemaakt. De ECB onderzoekt of dit bijvoorbeeld technisch mogelijk kan worden gemaakt door telefoons dicht bij elkaar te houden. Er is dan geen internetverbinding nodig om een transactie in digitale euro’s tussen de bezitters van die telefoons mogelijk te maken. Er zou dan wel een PIN-code moeten worden ingevoerd. Als het daadwerkelijk mogelijk wordt om offline te betalen met de digitale euro, dan biedt dat meer privacy dan de huidige betalingen via commerciële banken. Niemand krijgt in dat geval persoonlijke gegevens en transactiegegevens te zien.

Lakeman begint een rechtszaak tegen bestuurders Triodos

Pieter Lakeman begint een rechtszaak tegen verschillende bestuurders van de Triodos Bank. De zaak draait om de stopgezette handel in certificaten, aandelen met beperkt stemrecht, ruim drie jaar geleden.

De duurzame bank heeft in 2017 tienduizenden certificaathouders verleid om 1,25 miljard euro als kapitaal in de bank te steken. In maart 2020 schortte de bank de handel in de certificaten echter op, waardoor onder meer de waarde van die certificaten daalde.

Lakeman verwacht dat het proces aan het eind van de zomer kan starten, in totaliteit zal de zaak niet anderhalf jaar zal duren.

PensioenVoldoen.NL zet claim tegen de Nederlandse Staat door

Stichting PensioenVoldoen.NL zet haar claim tegen de Nederlandse Staat onverminderd door. De uitspraak van de rechter in kort geding in de zaak John Bakker tegen de Nederlandse Staat biedt volgens de stichting meer dan voldoende aanknopingspunten om succesvol pensioenindexatie voor miljoenen Nederlanders af te dwingen in een bodemprocedure.

De Haagse voorzieningenrechter wees de vordering van de 84-jarige John Bakker vandaag af, omdat er volgens vaste jurisprudentie terughoudendheid wordt betracht bij het toewijzen van een geldvordering in kort geding.

Het primaire doel van de procedure was echter om de Nederlandse Staat te dwingen haar argumentatie over de gevolgen van het niet implementeren van de Europese pensioenrichtlijn in de pensioenwet van 2007 prijs te geven.

De uitspraak van de voorzieningenrechter biedt ruim voldoende munitie om de Nederlandse Staat aansprakelijk te stellen voor de schade die miljoenen Nederlanders leiden als gevolg van een fout in de nieuwe Pensioenwet in 2007.

Advocaat mr. Wouters: ,'Het argument van de Nederlandse Staat dat de risicovrije rente begrepen is in de Europese pensioenrichtlijn klopt niet. Ook is die risicovrije rente niet toegestaan als aanvulling op de Europese richtlijn. Beide argumenten zullen naar mijn vaste overtuiging in een bodemprocedure geen standhouden.'

De Stichting PensioenVoldoen.NL betreurt de conclusies van de Haagse rechter dat eiser John Bakker geen voorschot ontvangt voor de geleden schade.

Buckaroo lanceert Pay by Bank als alternatief naast iDEAL

Buckaroo lanceert als eerste betaalprovider Pay by Bank in Nederland, de nieuwe online betaalmethode voor e-commerce. De introductie van Pay by Bank is een reactie op sterke verschuivingen op de betaalmarkt, waardoor er een groeiende behoefte is ontstaan aan een voordelig alternatief dat naast iDEAL een vast prijsbeleid hanteert.

Met Pay by Bank biedt Buckaroo het alternatief waarmee webshops het checkout proces tot 25% kunnen verkorten zonder hiervoor meer te betalen.

Pay by Bank verkort het checkout proces met als resultaat: een eenvoudiger, efficiënter en sneller online aankoopproces, en verhoging van de conversie voor de webshop. Voor consumenten betekent betalen via Pay by Bank dat ze betalen in de eigen vertrouwde bankomgeving zonder herhaaldelijk hun betaalgegevens in te hoeven vullen. De meest gebruikte banklogo’s worden in de checkout van de webwinkel vooraan gezet en bij vervolgbetalingen wordt de voorkeursbank van de consument onthouden.

In 2019 heeft de introductie van PSD2 het betaallandschap in Nederland voorgoed veranderd. Dankzij de Europese wetgeving is ook de term ‘Open Banking’ in het leven geroepen dat nieuwe manieren van online betalen mogelijk maakt.

Voor de lancering werkte Buckaroo nauw samen met IbanXS, een Open Banking platform dat met meer dan 2.000 Europese banken is verbonden. Om Pay by Bank aan te kunnen bieden zijn ook door De Nederlandsche Bank (DNB) geautoriseerde licenties vereist. In 2020 heeft Buckaroo - als één van de weinige betaalproviders - PSD2 licentie 7 en licentie 8 verworven. Hiermee kan Buckaroo als Payment Initiation Service Provider (PISP) betalingen initiëren en als Account Information Services Provider (AISP), met toestemming, toegang verkrijgen tot de betaalgegevens van de consument.

ABN AMRO als eerst grote bank boven de 1% spaarrente

ABN AMRO biedt vanaf 1 augustus 1,25 procent rente op haar vrij opneembare spaarrekening. Hiermee is de bank de eerste grootbank die met haar spaarrente boven de 1 procent uitkomt, constateert de financiële vergelijkingssite Geld.nl.

De laatste keer dat één van de drie grote banken (ABN AMRO, ING en Rabobank) meer dan 1 procent bood, was eind 2014, zegt Amanda Bulthuis, expert geld & verzekeringen bij Geld.nl.

Bulthuis verwacht dat ING en Rabobank de komende tijd eenzelfde verhoging aankondigen.

Ondanks de renteverhoging blijven de rentes van de grote spaarbanken nog ver achter bij de hoogste spaarrentes in de markt. Op dit moment kun je maximaal 2,4 procent rente krijgen, op een spaarrekening bij de Renault Bank uit Frankrijk. Bij Nederlandse banken, zoals Yapi Kredi en bunq, krijg je ook al meer dan 2 procent rente.

Dat de spaarrentes van de grootbanken relatief laag blijven, heeft verschillende oorzaken. “Als eerste hoeven deze banken minder hun best te doen om klanten aan te trekken, want veel mensen hebben er toch wel een spaarrekening”, zegt Bulthuis. “Er is dus minder druk om de rentes mee te verhogen met de kleinere banken en de buitenlandse banken op de Nederlandse markt.”

Aan de andere kant is het voor de grote banken ook lastiger om de spaarrente fors te verhogen. Een spaarrenteverhoging geldt meteen voor alle spaarklanten en er staat best veel spaargeld bij deze grote banken. De banken hebben de afgelopen jaren ook veel hypotheken en leningen verstrekt tegen relatief lage rentes. Die leningen en hypotheken lopen nog steeds door, waardoor de bank hierop weinig rente-inkomsten heeft.

dinsdag 27 juni 2023

ING BeleggersBarometer stijgt in juni naar 114 punten

Het beleggersvertrouwen is in juni gestegen naar een score van 114, blijkt uit de ING BeleggersBarometer. Vorige maand stond de index op 100 punten.

De stijging komt door een positievere blik van de beleggers op de algemene economische situatie in Nederland, met name van de afgelopen drie maanden. Bovendien zag bijna de helft van de beleggers in juni de eigen beleggingsportefeuille in waarde groeien. Ook verwachten meer beleggers in juni een waardestijging van de portefeuille in de komende drie maanden (49% vs. 40% in mei).

In juni verwachten 16 procent van de beleggers wederom de meeste kansen bij ASML Holding. Beleggers zien deze maand minder kansen bij Shell (6% vs. 10% in mei) dat nu op een gedeelde tweede plek staat met ASM International. Wellicht is dit een effect van de AI hype. Verdere ontwikkeling van AI heeft veel computerkracht nodig en dat zal chipmakers in de kaart spelen.

Unilever en ING Groep staan op een gedeelde derde plek; 4 procent van de beleggers zien hier de meeste kansen. Aandelen en beleggingsfondsen blijven volgens beleggers de meest kansrijke vormen van beleggen (28% resp. 27%). Volgens beleggers hebben de wereldeconomie en de geopolitieke situatie nog steeds de sterkste invloed op de beurs: 30% respectievelijk 22 procent zien dit als de meest invloedrijke factoren.

Binance wordt geweerd uit België

Binance wordt geweerd uit België. De Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA), heeft bepaald dat Binance zijn diensten niet langer mag aanbieden in het land.

De cryptobeurs opereert zonder vergunning, Binance biedt bewaarportemonnees aan vanuit landen buiten de Europese Economische Ruimte, en dat is in strijd met de wetgeving.

Bitvavo biedt klanten een overstap zonder handelskosten over de eerste 10.000 euro. 

maandag 26 juni 2023

Storing met dubbele afschrijvingen bij ING

ING had dit weekend te kampen met een storing, waardoor bij sommige klanten bedragen dubbel werden afgeschreven. Waar de problemen door worden veroorzaakt is nog niet bekend.

Het lijkt vooral te gaan om pinbetalingen van zaterdag, die vannacht nogmaals zijn afgeboekt. ING heeft nog niet gereageerd op de klachten.

Het zou volgens de woordvoerder niet gaan om daadwerkelijke dubbele afschrijvingen, maar alleen zo lijken omdat de reserveringen van de betalingen door een fout niet zijn weggehaald.

Catherine Keyl sluit zich aan bij stichting PensioenVoldoen.nl

Catherine Keyl treedt toe tot het bestuur van de Stichting PensioenVoldoen.NL. De stichting, die als doel heeft om de geleden indexatieschade op de pensioenen te verhalen op de Nederlandse Staat, en daartoe een megaclaim in voorbereiding heeft.

Als talkshow host heeft Catherine jarenlange diverse misstanden aan de kaak gesteld en taboes doorbroken. Het feit dat in de periode van 2008 tot en met 2021 de pensioenen in Nederland niet zijn geïndexeerd voor de geldontwaarding, terwijl ondertussen de inhoud van pensioenpotten met €1.200,- miljard is toegenomen, beschouwt ze als een groot onrecht.

Komende week wordt de uitspraak verwacht op het kort geding waarin de heer John Bakker (84) uit Leeuwarden, via zijn advocaat Jos Wouters, een voorschot heeft gevraagd op de door hem geleden schade van ruim 26.000 euro. Dit kort geding is het startsein geweest voor stichting PensioenVoldoen.NL, die als belangenorganisatie opkomt voor de rechten van haar deelnemers.

vrijdag 23 juni 2023

Anyone.com onthult een nieuw hypotheekmodel

Anyone.com heeft naar eigen zeggen hét antwoord onthuld op de wereldwijde crisis in de betaalbaarheid van woningen. De Anyone Hypotheek. Dit nieuwe model is ontworpen om de steeds breder wordende kloof tussen inkomensstagnatie en torenhoge huizenprijzen te overbruggen. Het belooft het eigenwoningbezit weer toegankelijk te maken. Vooral voor de groep die momenteel achterblijft: starters en huishoudens met lagere inkomens.

Het Anyone Hypotheek Model introduceert een gedeelde eigendomsstructuur, waarbij de hypotheekverstrekker tot 49 procent van (de waarde) van het huis bezit en de huiseigenaar ten minste 51 procent. Door dit model wordt de schuldenlast voor huiseigenaren drastisch verminderd. Ook brengt het de belangen van huiseigenaren en hypotheekverstrekkers op één lijn, waardoor een meer duurzame en stabielere hypotheekmarkt zal ontstaan.

In tegenstelling tot traditionele financieringsmethoden, maakt de Anyone Hypotheek een einde aan het door rente gedomineerde model. Het koppelt het financiële rendement voor kredietverstrekkers rechtstreeks aan de stijging van de huizenprijzen, waardoor voor beide partijen een win-win scenario ontstaat. Het biedt de enorm sterk groeiende groep potentiële huiseigenaren, die zich momenteel buitengesloten voelen, immers betaalbare financieringsopties, terwijl daarnaast de investeringen van kredietverstrekkers zowel veiliggesteld als winstgevend zijn.

De Anyone Hypotheek vormt een keerpunt in de hypotheekverstrekking. Hij zal aanbieders dwingen om te innoveren en hun aanbod af te stemmen op de financiële realiteit van de huidige aspirant-huiseigenaren.

Het bedrijf zoekt nu samenwerking met hypotheekverstrekkers in Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Spanje en de VS, zodat het Anyone Hypotheek Model in 2024 wereldwijd op internationale schaal kan worden uitgerold en zo een een maximale impact te bereiken.

In aanvulling op het Anyone Hypotheek Model, overweegt Anyone.com ook andere innovatieve modellen, waaronder Shared Equity Hypotheken, Rent-to-Own en Duurzaamheid-Hypotheken. Elk model met een uniek potentieel en allemaal erop gericht om het eigenwoningbezit toegankelijker en financieel haalbaarder te maken. Het bedrijf hoopt ook anderen te inspireren om nieuwe modellen te bedenken, waardoor het bezit van een huis, voor miljoenen mensen over de hele wereld, geen mythe maar realiteit zal worden. 

donderdag 22 juni 2023

Premie autoverzekering stijgt met 20 procent in 1 jaar

Het is voor veel autobezitters flink schrikken als ze hun nieuwe polis binnenkrijgen. Vergeleken met juni vorig jaar is de premie met maar liefst 19,6 procent gestegen, zo blijkt uit onderzoek van vergelijkingssite Independer. Dat komt neer op een gemiddelde premiestijging van 160 euro in één jaar. In zeven jaar tijd is de premie voor de WA-verzekering zelfs verdubbeld. Doordat de kans op schade niet overal even groot is, zijn er grote regionale verschillen.  

Ook andere autoverzekeringen zijn het afgelopen jaar flink gestegen volgens Independer. De all risk-verzekering steeg in een jaar met gemiddeld 8%; consumenten gingen voor deze verzekering gemiddeld 80 euro meer betalen. De WA + steeg zelfs met gemiddeld 14,1%, wat neerkomt op 118,90 euro extra.

Als je een auto hebt, dan moet je verplicht een WA-verzekering afsluiten. Als je schade aan een andere auto toebrengt, dan is die in de meeste gevallen verzekerd. De schade aan de eigen auto is dat niet. De WA +-verzekering wordt ook wel een beperkt casco-dekking genoemd. Zo is schade aan de eigen auto voor bepaalde onderdelen wel verzekerd. De meest uitgebreide, en dus ook duurste, verzekering is de all risk autoverzekering. Dan ben je ook verzekerd voor de schade aan de eigen auto.

In alle provincies steeg de gemiddelde autopremie. Drenthe (+16,2%), Friesland (+15,9%) en Groningen (+15,*%) noteerden de hoogste procentuele stijging. Drentenaren komen ook in absolute zin het slechtst vanaf met een gemiddelde stijging van €110 per jaar. Brabanders komen er relatief gunstig van af met een stijging van “slechts” 9,5% ten opzichte van dezelfde periode in 2022.

In absolute zin betaal je al jaren de hoogste premie in Zuid-Holland en Noord-Holland. Ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar betalen mensen in Zuid-Holland nu gemiddeld €107 meer. Gemiddeld komt dit neer op €1030 per jaar. Ook in Noord-Holland (€950) en Utrecht (€915) betalen inwoners een behoorlijke jaarpremie voor de autoverzekering. Dat is de gemiddelde premie van de WA-, WA +- en all risk-verzekeringen.

Klantbelang moet centraal blijven staan, ook bij ‘closedbook-portefeuilles’ levensverzekeraars


De dienstverlening en informatieverstrekking aan klanten van een ‘closedbook’-levensverzekering lijken op dit moment adequaat te gebeuren. Ook bij uitbesteding stellen verzekeraars eisen aan de uitvoerende partijen.

In de relatie tussen verzekeraars en gevolmachtigd agenten ziet de Autoriteit Financiële Markten (AFM) ruimte voor verbetering. De AFM gaat de marktontwikkelingen nauw monitoren zodat het klantbelang ook in de toekomst centraal blijft staan. Dat staat in een verkenning naar de dienstverlening en uitbesteding bij closedbook-portefeuilles van individuele levensverzekeringen.

Verzekeraars blijven verantwoordelijk voor de zorgplicht richting klanten van niet meer verkrijgbare producten, terwijl de systemen vaak verouderd en duur in onderhoud zijn. Naarmate het aantal levensverzekeringen in de portefeuille afneemt, nemen de beheerkosten per polis toe. Hier bestaat het risico dat de druk om kosten beheersbaar te houden ten koste gaat van het klantbelang.

Gemiddeld krimpen de closedbook-portefeuilles met zes procent per jaar en als gevolg hiervan stijgen de kosten per polis verder. Sommige verzekeraars kiezen er daarom voor het beheer van de portefeuille uit te besteden of deze te verkopen. Andere verzekeraars zoeken juist naar schaalvoordeel door portefeuilles op te kopen. Het streven naar kostenefficiëntie zou ertoe kunnen leiden dat het klantbelang niet meer of onvoldoende centraal staat bij de dienstverlening aan deze klanten.

Uit de verkenning blijkt dat alle onderzochte verzekeraars een strategie hebben opgesteld over hoe om te gaan met hun closedbook-portefeuille. Rond de dienstverlening en informatieverstrekking aan klanten lijken zich op dit moment geen acute risico’s voor te doen. Zo kunnen klanten verzekeraars nog steeds via verschillende kanalen bereiken om bijvoorbeeld mutaties door te voeren. Daarnaast besteden verzekeraars in zekere mate aandacht aan het (doorlopend) verbeteren van de informatieverstrekking.

In de relatie tussen verzekeraars en gevolmachtigd agenten zien wij ruimte voor verbetering. Verzekeraars kunnen in hun risicomanagement nog meer rekening houden met de uitbestede activiteiten aan gevolmachtigden. Hierdoor kunnen verzekeraars de uitvoering beter beoordelen en de naleving van wet- en regelgeving waarborgen. Een deel van de verzekeraars geeft aan dat er voor lopende volmachtsrelaties geen recente risicoanalyses beschikbaar zijn. Er zijn dan weliswaar overeenkomsten afgesloten, maar die zijn veelal oud of overgenomen van andere partijen zonder dat er risicoanalyses zijn uitgevoerd. Uitbesteding aan het volmachtkanaal is echter een vergaande uitbesteding en risicomanagement kan borgen dat maatregelen nog steeds passend zijn.

Ook de komende jaren maakt de AFM zich sterk voor een levensector waarin verzekeraars de dienstverlening aan klanten voorop blijven stellen. Daarom monitoren wij de marktontwikkelingen om te borgen dat het klantbelang centraal blijft staan. Omdat de omvang van de portefeuille en andere kwantitatieve indicatoren alleen een eerste beeld geven, gaan wij deze cijfers combineren met een kwalitatieve aanpak. Onder meer door periodieke gesprekken met levensverzekeraars over hun strategie. Hiermee blijft de AFM zich sterk maken voor een levensector waarin verzekeraars de dienstverlening aan klanten voorop blijven stellen.

woensdag 21 juni 2023

Sterke stijging WOZ-bezwaren in 2023

In het voorjaar van 2023 maakten bijna 600.000 mensen bezwaar tegen hun WOZ-waarde. Door een combinatie van factoren is dit aantal bijna drie keer zo hoog als in voorgaande jaren. Dat schrijft de Waarderingskamer in de “Staat van de WOZ 2023”, een jaarlijkse rapportage van de toezichthouder op de WOZ-taxaties aan de verantwoordelijke staatssecretaris.

De woningmarkt op 1 januari 2022 vormde de basis voor de WOZ-waarde in 2023. Op dat moment zat de markt nog sterk in de lift en daardoor was dit jaar de WOZ-waarde van een woning gemiddeld 17 procent hoger dan vorig jaar. Die hogere WOZ-waarde heeft bijgedragen aan het hoge aantal WOZ-bezwaren, zeker omdat inmiddels de verkoopprijzen van woningen aan het dalen zijn. De Waarderingskamer geeft aan dat naar verwachting ook de reclamecampagnes van no-cure-no-pay-bedrijven een rol hebben gespeeld bij de stijging van het aantal bezwaren.

Net als vorig jaar werd ongeveer de helft van de bezwaren ingediend door no-cure-no-pay-bedrijven en de andere helft door burgers zelf. De stijging van het aantal bezwaren is dus in beide groepen ongeveer even groot. De laatste keer dat door zoveel personen bezwaar hebben gemaakt, was in 2001. Dat jaar stegen de WOZ-waarden van woningen met ruim 50 procent. In die tijd werden WOZ-waarden niet ieder jaar bepaald, maar eens in de vier jaar.

Gemeenten hebben tot het einde van het jaar om de bezwaren af te handelen. En vanwege het grote aantal lukt het naar verwachting niet alle gemeenten om alle bezwaren binnen die termijn af te handelen. Hoe succesvol al deze bezwaren dit jaar zijn, zal dus pas later duidelijk worden. Uit de nu definitieve cijfers over de bezwaren die in 2022 zijn ingediend, blijkt dat vorig jaar bij ongeveer een derde (36,5 %) van de bezwaren de WOZ-waarde is gewijzigd. Daarbij wijst de Waarderingskamer wel op een belangrijk verschil. Bezwaren die vorig jaar door no-cure-no-pay-bedrijven zijn ingediend tegen WOZ-waarden van woningen hebben in 27 procent van de gevallen een waardeverandering opgeleverd, terwijl dit percentage bij de overige bezwaren 45 procent was.

Inmiddels werken gemeenten aan de taxaties voor de WOZ-waarden die in 2024 gaan gelden. De Waarderingskamer geeft een voorzichtige prognose dat de WOZ-waarden van woningen volgend jaar gemiddeld 2 tot 4  procent hoger liggen. Dus een veel kleinere verandering dan dit jaar. Ondanks dat gemeenten het extra druk hebben met het afhandelen van alle WOZ-bezwaren, geeft de Waarderingskamer aan dat zij de kwaliteitseisen richting gemeenten niet aanpast. Gemeenten moeten deze nieuwe hertaxatie net zo tijdig, zorgvuldig en nauwkeurig uitvoeren als andere jaren. Als er zich situaties voordoen waarbij een keuze moet worden gemaakt tussen welke werkzaamheden prioriteit hebben, dan wijst de Waarderingskamer vooral op het belang van de kwaliteit van de nieuwe WOZ-waarden. Daarbij wordt niet uitgesloten dat het "rapportcijfer" dat gemeenten krijgen van de Waarderingskamer bij sommige gemeenten in de loop van 2023 naar beneden gaat, wanneer ze bijvoorbeeld niet op tijd alle bezwaren hebben weggewerkt.

'Het systeem voor witwasbestrijding werkt niet goed'

‘Het systeem voor witwasbestrijding werk niet goed’, tot die conclusie komt Hans van der Vlist in zijn vorig jaar aan de Tweede Kamer uitgebrachte advies over de bestrijding van witwaspraktijken in Nederland. Van der Vlist is voormalig directeur van de FIOD (2011-2020) en is tegenwoordig adviseur van het Ministerie van Financiën.

Witwasbestrijding vraagt samenwerking tussen veel spelers – banken, accountants, politie, overheidsinstanties – vanuit een gezamenlijke strategie. Die gezamenlijke strategie is er niet. Daardoor ontbreekt de gecoördineerde samenwerking tussen instanties die nodig is voor succesvolle witwasbestrijding.

Prof. Dr. Daan van Knippenberg, hoogleraar ‘organizational behavior’ aan RICE University in Houston (VS) en wetenschappelijk directeur van The Better Company, onderzoekt op wetenschappelijke basis het belang van een heldere en breed gedeelde strategie voor het succes van organisaties.

De wet ter voorkoming van witwassen en terrorismefinanciering (Wwft) heeft als uitgangspunt de bestrijding te richten op de grootste risico’s. Witwasbestrijding begint bij het in kaart brengen van criminele geldstromen. Belangrijke spelers bij de bestrijding van witwassen zijn daarom degenen die ongebruikelijke transacties moeten identificeren en melden zoals banken, accountants en notarissen, toezichthouders zoals de Nederlandse bank en de Autoriteit Financiële Markten, de Financial Intelligence Unit en financiële opsporingsdiensten zoals de FIOD en de Politie. Samenwerking tussen deze instanties is nodig, omdat het alleen door informatie-uitwisseling en samenwerking mogelijk is om bijvoorbeeld personen aan transacties te koppelen en patronen in transacties te herkennen. In praktijk blijkt deze informatie-uitwisseling en samenwerking echter moeilijk tot stand te komen.

Hiervoor zijn begrijpelijke oorzaken. Alle partijen hebben bijvoorbeeld een volle agenda met vele andere taken waardoor samenwerking in de witwasbestrijding kan voelen als “extra werk”. Ook wil men liever geen “vals alarm” slaan, wat kan leiden tot terughoudendheid in informatie-uitwisseling. Het meest fundamentele probleem is echter dat er geen heldere, gedeelde strategie is om de samenwerking vorm te geven. Hierdoor is het bijvoorbeeld onvoldoende duidelijk welke informatie belangrijk is om te delen met partners of wanneer met andere organisaties samengewerkt moet worden en inspanningen niet beperkt kunnen blijven tot de eigen organisatie. Dit is een patroon dat breed herkenbaar is in de realiteit van organisaties. Hoe helderder en concreter de strategische doelstellingen, hoe beter we in staat zijn te bepalen hoe die doelstellingen te realiseren en hoe beter we in staat zijn te monitoren in hoeverre we voortgang boeken en waar nodig onze inspanningen bij te sturen. Hoe minder duidelijk de doelstellingen, hoe minder duidelijk de strategie die nodig is om goed te presteren en hoe groter het risico dat we blijven steken in “ons best doen”.

Daarnaast geldt ook dat heldere doelstellingen aandacht en energie naar zich toetrekken. Als de strategie voor witwasbestrijding door samenwerking tussen instanties niet duidelijk is, gaat de aandacht en energie daardoor meer naar interne doelstellingen die wel helder en concreet zijn. Samenwerking komt dan in de knel omdat het wordt gezien als een aanvulling op het ‘echte’ (eigen) werk. De moeizame ontwikkeling van het multidisciplinaire interventieteam (MIT) sinds 2019, inmiddels omgedoopt tot nationale samenwerking tegen ondermijnende criminaliteit (NSOC), is een uitgelezen voorbeeld daarvan. Na drie jaar zijn er geen meetbare resultaten van deze inspanningen en ook geen zicht daarop in de nabije toekomst.

Ook is het zo dat bij afwezigheid van een heldere gedeelde strategie er meer fricties ontstaan tussen partners – over informatie die niet of niet tijdig gedeeld wordt, over slecht op elkaar afgestemde acties of het uitblijven van actie van een partner, etc. Tenslotte is het zo dat bij afwezigheid van een heldere gedeelde strategie er “gelegenheidssamenwerkingen” ontstaan die ten koste gaan van de efficiëntie en effectiviteit van de keten als geheel.

Succesvolle witwasbestrijding begint daarom bij een heldere, gedeelde strategie waaraan alle partners in de keten zich committeren. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, omdat het ingaat tegen onze neiging om te werken in silo’s. Ook vraagt het om heldere afspraken over wie waar sturing geeft, initiatief neemt, en waar nodig ingrijpt – om een rolverdeling die ingaat tegen onze neiging om alles gezamenlijk te willen beslissen. Zonder zo’n gezamenlijke strategie blijven we steken in de huidige problemen en blijft het potentieel van deze instanties om de witwasbestrijding effectief aan te pakken onbenut.

Het vele bewijs voor het belang voor organisaties van een gedeelde strategie waarin alle spelers zich committeren suggereert dat deze problematiek niet uniek is voor de witwasbestrijding, maar veel breder geldt voor onze overheidsinspanningen. Kijken we met deze ogen breder naar de wijze waarop wij in Nederland georganiseerd zijn, dan kunnen de problemen in de witwasbestrijding dan ook als een terugkerend patroon herkend worden.
De manier waarop we in Nederland georganiseerd zijn kenmerkt zich door veel spelers met veel overlegorganen, stuurgroepen, en adviesorganen voor  samenwerkingsverbanden, die hand in hand gaan met sterk verdeelde verantwoordelijkheden en onduidelijkheid over gezamenlijke doelstellingen. De nadruk op overleg en gezamenlijke besluitvorming heeft voordelen als het gaat om draagvlak, inspraak en bescherming tegen zigzagbeleid. In tijden van continuïteit en relatieve rust werkt zo’n systeem goed. Als er echter sprake is van schokken en de behoefte om snel en daadkrachtig te handelen worden de nadelen en de zwakten van zo’n systeem echter blootgelegd, omdat inherent aan zo’n systeem van overleg, vergaderen, en gezamenlijke besluitvorming is dat het veel tijd kost om effectieve patronen te ontwikkelen en veel tijd kost om op veranderingen in te spelen. Om in management termen te spreken, zo’n systeem is het omgekeerde van “agile”; het heeft de wendbaarheid van een olietanker. Hoe groter de noodzaak om snel op ontwikkelingen in te spelen, hoe groter de nadelen van zo’n systeem.

We leven nu in een tijd waarin er veel vraagstukken zijn die vragen om snel en daadkrachtig handelen. De voorbeelden komen dagelijks voorbij – corona, stikstof, klimaat, woningtekort, sanctiemaatregelen. Zo is het terugbrengen van stikstof nog niet gelukt ondanks grote druk en belangen. Maatregelen leveren minder op dan gedacht of stranden bij de rechter. Inmiddels zijn er velen miljarden beschikbaar gesteld in het het regeerakkoord. Nog dit jaar moeten voorstellen worden ontwikkeld en beoordeeld door de provincies. Er zijn 65 stuurgroepen, adviesgroepen, overlegstructuren betrokken bij het stikstofdossier. Realistisch gezien zijn we in een dergelijk besluitvormingsproces met zo veel verdeelde verantwoordelijkheid snel weer een jaar verder en is het zeer de vraag of er dan op korte termijn resultaten kunnen worden geboekt. Het is een voorbeeld van de manier waarop onze benadering van grotere maatschappelijke problemen niet past bij de urgentie en veranderlijkheid van die problemen.
Er is veel goeds te zeggen over de zorgvuldige en breed gedragen manier waarop we in Nederland beleid vormgeven en uitvoeren. We moeten echter onderkennen dat voor de meest urgente en verstorende problemen in de samenleving deze benadering tekort schiet. Simpel gezegd, de snelheid waarmee we actie kunnen ondernemen moet minstens zo hoog zijn als het tempo waarin problematiek zich ontwikkelt. Bijvoorbeeld, hoe langzamer we actie ondernemen om CO2-uitstoot te reduceren, hoe grote de maatregelen die nodig zijn; als we niet reageren in het tempo van de ontwikkelingen, blijven we achter de feiten aanlopen.

Heldere doelstellingen waaraan alle spelers zich committeren zijn geen wondermiddel, maar liggen wel aan de basis van een effectieve benadering van dergelijke problematiek. Zonder heldere doelstellingen zal de neiging om de huidige structuren en benaderingen in stand te houden altijd winnen. Vanuit heldere doelstellingen kunnen we de vraag beantwoorden wat er voor nodig is om die doelstellingen te bereiken en vaststellen waar de huidige structuren en benaderingen voldoen en waar ze te kort schieten.

Een diagnose van de problematiek geven en in abstracto schetsen waar de oplossing gezocht moet worden is wat anders dan het concreet voorstellen van die oplossing. De bedoeling van deze bijdrage is om betrokken partijen te stimuleren anders tegen grootschalige maatschappelijke problemen aan te kijken, minder vanuit huidige structuren te denken, en meer vanuit concrete doelstellingen te bepalen welke benadering effectief en flexibel genoeg is om voortgang te boeken in de aanpak van deze maatschappelijke problemen.
 

dinsdag 20 juni 2023

Openbank biedt 3% rente over saldo tot en met € 300.000

 

Openbank, de 100% digitale bank van de Santander Group, biedt 3 procent rente op de Welkom Spaarrekening voor nieuwe klanten. De Spaanse bank is de eerste bank in Nederland die de deze spaardrempel overschrijdt.

De rente is van toepassing gedurende de eerste zes maanden, waarin nieuwe klanten kunnen profiteren van de voordelen van sparen bij Openbank tegen een ongekende rente. Het maximale bedrag dat in aanmerking komt voor deze rente is 300.000 euro.

Zodra de looptijd van de Welkom Spaarrekening afloopt, wordt de rekening van de klant automatisch omgezet in een Open Spaarrekening met een rente van maximaal 2,25 procent. Het maximale bedrag waarover je deze rente krijgt, is trouwens ook voor de Open Spaarrekening verhoogd, van 200.000 naar 300.000 euro.

Als aanvulling op dit aantrekkelijke aanbod biedt Openbank ook Open Spaardeposito's aan. Met het Welkom Spaardeposito ontvangen nieuwe klanten een rente van 3 procent met een looptijd van 12 maanden. Bestaande klanten kunnen kiezen uit vijf deposito-aanbiedingen met verschillende looptijden en rentes: drie maanden tegen 2,10%; 6 maanden tegen 2,50%; 12 maanden tegen 2,76%; 18 maanden tegen 3,00% en 24 maanden tegen 3,05%.

Mees Pierson: traject richting recessie vergt geduld van beleggers

Hoewel de economie zich in de afgelopen tijd beter staande wist te houden dan eerder werd aangenomen, zal het krappe monetaire beleid naar verwachting leiden tot een milde recessie. Dit schrijft ABN AMRO MeesPierson.

De economie is veerkrachtiger gebleken dan verwacht, zegt Richard de Groot, Hoofd Global Investment Centre bij ABN AMRO. In december voorspelde de vermogensbeheerder dat de aandacht van beleggers zou verschuiven van inflatie naar recessie. Die verschuiving is inderdaad gaande, maar vergt meer tijd dan gedacht.

ABN AMRO MeesPierson verwacht dat de economische groei in de komende tijd aanzienlijk gaat verzwakken. In dat kader wijst de private bank op trends in de kredietverstrekking: banken verscherpen hun kredietvoorwaarden en de vraag naar leningen neemt in rap tempo af. Deze trends doen vermoeden dat veel ontwikkelde economieën op zijn minst een gematigde recessie tegemoet zien.

Met de snelle afname van de vraag naar leningen worden de eerste effecten zichtbaar van de monetaire verkrapping door centrale banken. Hoewel het einde van de renteverhogingen in zicht komt, kan het ongeveer een jaar duren voordat de volledige impact van die hogere rente merkbaar wordt in de economie, aldus ABN AMRO MeesPierson. Aangezien de meeste renteverhogingen in de tweede helft van vorig jaar zijn doorgevoerd, verwacht de bank dat de tweede helft van 2023 in economisch opzicht waarschijnlijk moeilijk wordt.

Wat wordt er door aandelenmarkten ingeprijsd? ABN AMRO MeesPierson stelt vast dat de aandelenmarkten dit jaar voortvarend uit de startblokken zijn gekomen, mede doordat bedrijfswinsten bestendig bleken. In termen van waarderingen zijn aandelen op dit moment niet goedkoop. En de risicopremie op aandelen (het extra rendement bovenop de risicovrije rentevoet) is te laag, met name in de VS. Uit dit alles concludeert ABN AMRO MeesPierson dat een recessie nog niet geheel door de aandelenmarkten is ingeprijsd.

Ook denkt de bank dat de consensusverwachtingen ten aanzien van de bedrijfswinsten te rooskleurig zijn.

Kwaliteitsobligaties kunnen fungeren als buffer Waar een recessie door de aandelenmarkten nog niet geheel is ingeprijsd, wijst de omgekeerde rentecurve erop dat obligatiebeleggers weldegelijk rekening houden met een economische krimp, zo stelt ABN AMRO MeesPierson. De bank tekent daar echter bij aan dat het beeld in de obligatiemarkten niet geheel eenduidig is: risicopremies op obligaties zijn nog altijd krap, wat erop wijst dat obligatiebeleggers zich nog geen grote zorgen maken over kredietwaardigheidsverlagingen of faillissementen.

ABN AMRO MeesPierson hanteert al met al een neutrale weging van obligaties. Wel verwacht de bank dat obligatiebeleggers kunnen gaan profiteren van een afnemende inflatie.  Als de inflatie verder daalt en de rente uiteindelijk omlaag gaat, dan zou dat voor obligaties gunstig moeten zijn.

maandag 19 juni 2023

Vanken openen meer loketten

Nederlandse banken gaan samenwerken om consumenten te helpen die moeite hebben met het regelen van hun bankzaken. Dit geldt voor ouderen, mensen die het Nederlands niet goed beheersen of digitale vaardigheden missen. Er komen meer gezamenlijke bankinformatiepunten voor advies.

Het aantal informatiepunten wordt uitgebreid van drie naar negentien. Klanten kunnen hier terecht voor basisbankdiensten zoals betalen met een pinpas, overboeken en geld opnemen bij een geldautomaat .

Banken hebben de afgelopen jaren flink gesneden in hun kantorennetwerk. ABN AMRO heeft nog maar 27 kantoren en Rabobank 130. SNS, onderdeel van de Volksbank, heeft er tweehonderd .
nhil .

ING heeft momenteel ruim driehonderd vestigingen in Nederland, zoals kantoren en servicepunten. Omdat steeds meer klanten hun bankzaken online regelen, worden onze vestigingen steeds minder bezocht. ING doet er alles aan om klanten te helpen die niet digitaal vaardig zijn.

Ook Rabobank ziet een verandering in het klantgedrag. Er komen steeds minder mensen naar onze kantoren .

Vastgoedbedrijf Achmea krijgt nieuwe naam: Achmea Real Estate

Achmea Real Estate is de nieuwe (handels)naam van het vastgoedbedrijf van Achmea.

Achmea Real Estate is gespecialiseerd in het voor rekening en risico van derden beleggen in vastgoed. Het bedrijf werkt voor institutionele partijen als Nederlandse pensioenfondsen, verzekeraars en charitatieve instellingen. Namens meer dan dertig institutionele beleggers beheert Achmea Real Estate bijna € 13 miljard in woningen, winkels, zorgvastgoed en kantoren. Het streven is dat dit in 2030 is verdubbeld tot € 25 miljard. Hieraan ligt een geactualiseerde, ambitieuze ESG-strategie (Environmental, Social & Governance) ten grondslag.

Achmea heeft de strategie op het gebied van Oudedagsvoorzieningen (ODV) aangescherpt. Onderdeel hiervan is de keuze om te gaan werken vanuit vier nieuwe clusters: Hypotheken & Financiële Diensten, Vastgoed (= Achmea Real Estate), Pensioenen en Institutioneel Beleggen. Daarmee kunnen we nog beter inspelen op de behoeften van onze klanten. Meer samenwerking en synergie binnen de ODV-keten zullen de realisatie van de strategische doelstellingen versnellen.

In dit kader wordt Syntrus Achmea Real Estate & Finance B.V. juridisch gesplitst in verschillende entiteiten voor vastgoed en hypotheken. Om deze splitsing mogelijk te maken is voor de hypotheekactiviteiten een nieuwe AIFMD-vergunning nodig. We streven ernaar de splitsing in de tweede helft van 2023 te effectueren.

vrijdag 16 juni 2023

Binance weg uit Nederland

Cryptobeurs Binance trekt zich onverwacht terug uit de Nederlandse markt. Vanaf vandaag worden er geen nieuwe Nederlandse gebruikers meer geaccepteerd.

Reden voor de terugtrekking is dat Binance nog geen registratie heeft in Nederland heeft.

Binance heeft naar eigen zeggen als virtual asset service provider (VASP) een uitgebreid registratieaanvraagproces doorlopen bij de Nederlandse toezichthouder. ‘Hoewel we veel alternatieve wegen hebben verkend om Nederlandse ingezetenen te bedienen in overeenstemming met de Nederlandse regelgeving, heeft dit op dit moment helaas niet geleid tot een VASP-registratie in Nederland. Binance zal zich blijven inspannen om autorisaties te verkrijgen om onze producten en diensten aan gebruikers in Nederland te leveren.’

De Nederlandsche Bank heeft Binance vorig jaar nog een bestuurlijke boete van 3,3 miljoen euro opgelegd omdat het platform cryptodiensten heeft aangeboden in Nederland zonder een wettelijk vereiste registratie bij DNB.

Minister neemt initiatief voor behoud contant geld

De Minister en de Nederlandsche Bank (DNB) gaven eerder opdracht tot een onderzoek naar de toekomstige inrichting van het systeem voor het opnemen en afstorten van bankbiljetten en munten voor consumenten en winkeliers. De Minister heeft een dezer dagen het onderzoeksrapport van PwC samen met haar brief aangeboden aan de Tweede Kamer.

Met de aangekondigde wettelijke maatregelen moet worden voorkomen dat de voorzieningen voor contant geld verder krimpen. Volgens de Minister en DNB is het een publiek belang dat contant geld goed blijft functioneren, ook als het gebruik daarvan in de toekomst verder zou teruglopen. Contant geld helpt mensen die moeite hebben met de digitalisering van het betalen, en biedt ondersteuning bij het plannen van inkomsten en uitgaven.

Het is publiek geld, uitgegeven door de centrale bank en niet door een commerciële bank, en het biedt een betrouwbaar alternatief voor elektronisch betalen. Hoewel steeds meer digitaal betaald wordt met pinpas en via internet, vindt de Minister het niet wenselijk dat banken het aantal geldautomaten verder afbouwen of via tarifering het gebruik van contant geld ontmoedigen.

In april 2022 hebben aanbieders en gebruikers van contant geld afspraken gemaakt in het Convenant Contant Geld. Om dit voor de toekomst te borgen, heeft de Minister besloten wettelijke maatregelen voor te stellen.

BUX verhoogt rentevergoeding naar 2,30%

BUX, Europa's snelst groeiende neobroker, verhoogt per 1 juli de rentevergoeding op niet-geïnvesteerd contant geld van 2,01% naar 2,30% voor alle klanten. De wijziging is een gevolg van de aankondiging van de Europese Centrale Bank (ECB) om de rente verder te verhogen.

Door de renteverhoging hebben klanten die op zoek zijn naar een veilige plek om hun geld te beleggen een hoger gegarandeerd rendement. Voor hen, en zeker voor degenen die het de afgelopen jaren financieel lastig hadden vanwege de lage rente, is BUX toegewijd de best mogelijke beleggingsmogelijkheden te bieden.

De nieuwe rentevergoeding betekent dat klanten van BUX een hoger rendement krijgen over hun niet-geïnvesteerde geld tot 25.000 euro, waardoor hun vermogen sneller groeit. Ook is de stijging van de rentevergoeding een volgende stap om ervoor te zorgen dat BUX een van de toonaangevende online beleggingsplatforms in Europa blijft.

De Amsterdamse neobroker begrijpt hoe belangrijk het is om klanten een transparant, veilig en concurrerend beleggingsplatform te bieden en deze verhoging van de rentevergoeding is slechts één van de vele manieren waarop BUX dit blijft doen.

BUX werkt samen met een zeer ervaren partner. ABN AMRO Clearing Bank N.V. houdt je geld aan en zorgt ervoor dat je geld is beschermd tot 100.000 euro onder de voorwaarden van het Deposito Garantie Stelsel (DGS).

Spaarrente in halfjaar tijd met gemiddeld 0,87% gestegen

De rente op een gewone spaarrekening is in een halfjaar tijd met gemiddeld 0,87 gestegen, op een saldo van 10.000 euro. De rente steeg veel harder bij de kleine dan bij de grote banken. Dat blijkt uit een onderzoek van Spaaronline.nl naar de rente van zeventien verschillende spaarrekeningen waarvan het saldo altijd vrij opneembaar is.

Men heeft de rentestand van 1 juni 2023 vergeleken met die van 1 december 2023, om te zien bij welke banken de spaarrente is gestegen en hoeveel precies. Dit laat interessante verschillen zien tussen individuele banken maar ook soorten banken.

Wat als eerste opvalt, is dat de spaarrente bij kleinere banken veel harder is gestegen en hoger ligt dan bij de grote banken. Maar ook bank-verzekeraars doen het veel beter.

De variabele spaarrente ligt bij de grote banken ING, ABN Amro en Rabobank doorgaans even hoog (liever gezegd: even laag) of verschilt minimaal. ING hanteert echter een lagere rente voor wie meer dan 10.000 euro op de spaarrekening heeft staan, terwijl Rabobank en ABN Amro dat niet doen. Bij ING en ABN Amro krijg je geen rente meer boven een miljoen, bij Rabobank pas boven vijf miljoen.

Bij de kleinere en de nieuwe, digitale banken (neobanken) zijn de verschillen veel groter en steeg de rente niet alleen met grotere sprongen, maar ook eerder, waardoor je over een langere tijd van de hogere rente kunt profiteren.

donderdag 15 juni 2023

Kifid: belang van minderjarigen rechtvaardigt een langere opzeggingstermijn

Bij broker DEGIRO konden minderjarigen (via hun ouders) beleggingsdiensten afnemen. De broker fuseert met een Duitse bank. Enige tijd na de fusie zegt de broker de overeenkomsten met de minderjarige consumenten op omdat zij geen bankrekeningen verstrekt aan minderjarigen.

In een Kifid procedure hebben drie minderjarigen zich daarover beklaagd. De Geschillencommissie oordeelt dat de broker de overeenkomst met deze minderjarigen mocht opzeggen, maar onvoldoende rekening heeft gehouden met hun belangen. De broker had een langere opzeggingstermijn moeten gebruiken en zo de nadelige gevolgen voor de minderjarigen kunnen beperken. Vanwege de te korte opzeggingstermijn moet de broker een schadevergoeding betalen van respectievelijk 300, 300 en 150 euro.

De vader van drie minderjarigen stuurt in de periode 2016-2018 een ingevuld acceptatieformulier aan de broker. Het doel is een beleggingsportefeuille realiseren voor zijn drie kinderen met een lange beleggingshorizon. De drie minderjarigen worden als klant geaccepteerd. In het voorjaar van 2021 krijgt de vader van zijn broker bericht over de fusie met de Duitse bank flatex. Daarin staat vermeld dat ‘ de overeenkomst volledig van kracht blijft en in essentie gelijk’ . In februari 2022 meldt de broker echter dat de overeenkomst met de minderjarigen wordt opgezegd. Als reden wordt vermeld dat de broker aan minderjarigen de voor een beleggingsrekening vereiste bankrekening niet kan verstrekken. De (ouders van de) minderjarigen krijgen ongeveer drie maanden (tot 15 mei 2022) de tijd om te zorgen dat er op de rekeningen geen beleggingen meer staan. Mochten er toch nog beleggingen zijn, dan zal de broker die verkopen. In juli 2022 zijn de beleggingen door de broker verkocht. De vader beklaagt zich namens zijn kinderen bij Kifid over ontoereikende en onjuiste informatie over de gevolgen van de fusie. Hij wil dat de broker de drie beleggingsrekeningen heropent en de schade vergoedt.

Volgens de geldende voorwaarden mogen beide partijen de overeenkomst eenzijdig beëindigen. Voor de broker geldt een opzegtermijn van twee maanden. Staan er dan nog beleggingen op de rekening, dan mag de broker die verkopen. De broker heeft in deze klachtzaak in lijn met die voorwaarden gehandeld. De opzegging van een overeenkomst moet wel gebeuren op een manier die de toets aan maatstaven van redelijkheid en billijkheid kan doorstaan. De Geschillencommissie concludeert dat de broker een voldoende zwaarwegende reden voor opzegging heeft. Immers, het openen van een bankrekening voor een minderjarige in Duitsland, waar fusiepartner flatex is gevestigd, gaat gepaard met extra eisen die niet in de digitale werkwijze van de broker zijn in te passen. Van de broker kan daarom niet worden verlangd dat de rekeningen worden heropend.

Wel oordeelt de Geschillencommissie dat bij de opzegging onvoldoende rekening is gehouden met de belangen van de minderjarigen. De vader heeft een poging gedaan om met de broker tot een praktische oplossing te komen. De vader moest zelf een broker zien te vinden die nog wel beleggingsrekeningen voor minderjarigen aanbiedt. De broker heeft geen informatie gegeven die (de vader van) de minderjarigen op weg kon helpen met de beslissing om de beleggingen over te boeken of ze te verkopen. Daarbij weegt de Geschillencommissie mee dat de rekeninghouders minderjarig zijn en dat hun belangen door hun wettelijke vertegenwoordigers worden behartigd. Met het oog op die taak hebben wettelijke vertegenwoordigers voldoende tijd en informatie nodig om een weloverwogen keuze te kunnen maken. De broker had in het belang van de minderjarigen voldoende antwoord moeten geven op de vragen van de vader én meer tijd moeten gunnen voor het nemen van een beslissing. De Geschillencommissie concludeert dat een opzeggingstermijn eindigend op 31 december 2022 voldoende zou zijn geweest.


De minderjarigen wijzen op de tegenstrijdige informatie die zij hebben ontvangen over de gevolgen van de fusie voor hun overeenkomst. De Geschillencommissie concludeert dat niet is gebleken dat de broker al tijdens de fusie definitief had besloten dat overeenkomsten met minderjarigen zouden worden beëindigd. Daarom is het niet komen vast te staan dat de broker al tijdens de fusie in 2021 de minderjarigen hierover had moeten informeren.

De Geschillencommissie oordeelt dat de broker schade moet vergoeden voor zover die het gevolg is van de te korte opzeggingstermijn. De schadevergoeding voor de drie minderjarigen komt uit op een bedrag van respectievelijk 300, 300 en 150 euro plus wettelijke rente.

Persoonlijke lening bij verbouwen minder vaak interessant door stijgende rente

Ga je een verbouwing financieren, dan is een persoonlijke lening tegenwoordig minder vaak interessant dan het verhogen van je hypotheek. Dit blijkt uit onderzoek van de financiële vergelijkingssite Geld.nl.

Alleen voor leenbedragen tot 23.000 euro ben je goedkoper uit met een persoonlijke lening bij een kredietverstrekker. Bij hogere bedragen is je hypotheek verhogen meestal goedkoper.

Als je je hypotheek verhoogt voor een verbouwing, moet je vaak opnieuw naar de notaris en een taxatie laten maken voor de verwachte woningwaarde na de verbouwing. Hiervoor betaal je al snel ruim 3.000 euro. Deze kosten heb je niet als je een persoonlijke lening afsluit. Daarom is tot een bepaald leenbedrag een persoonlijke lening bij een kredietverstrekker goedkoper dan je hypotheek verhogen, ondanks dat je voor een persoonlijke lening meestal een hogere rente betaalt. In juni vorig jaar was het door de hoge hypotheekrente, zelfs zo dat je bijna altijd beter een persoonlijke lening kon afsluiten.

De laatste maanden zijn de leenrentes echter flink gestegen, terwijl de hypotheekrentes stabiel bleven. Dit zorgt er dus voor dat je nu alleen nog voor leenbedragen tot 23.000 euro goedkoper uit bent met een persoonlijke lening. Als de leenrentes blijven stijgen, zal deze grens zelfs nog lager komen te liggen.

woensdag 14 juni 2023

A.s.r. mag Aegon Nederland overnemen

Verzekeringsmaatschappij ASR Nederland N.V. (a.s.r.) mag Aegon Nederland N.V. (Aegon) overnemen. Er blijft voldoende concurrentie over in de markten waarop deze bedrijven nu allebei actief zijn. Dat heeft de Autoriteit Consument & Markt (ACM) besloten.

A.s.r. en Aegon verkopen allerlei financiële producten en diensten waaronder schade- en inkomensverzekeringen. Dat zijn bijvoorbeeld inboedelverzekeringen en verzekeringen voor een uitkering bij arbeidsongeschiktheid. Ook verkopen ze allebei pensioenproducten waarmee werkgevers aanvullend pensioen opbouwen voor hun werknemers. De ACM heeft onderzocht of de overname leidt tot concurrentieproblemen. Daarbij is ook gesproken met klanten, intermediairs en concurrenten.

A.s.r. is nu derde speler op de schadeverzekeringsmarkt. Dat blijft zo na de overname. Er zijn veel andere schadeverzekeraars zoals Achmea, Nationale Nederlanden en Univé. Consumenten blijven dus keuze houden uit voldoende aanbieders en kunnen eenvoudig overstappen.

A.s.r. is de grootste speler op de markt voor inkomensverzekeringen. Door de overname wordt die positie iets sterker. Maar er blijft ook hier voldoende concurrentie over van in ieder geval Nationale Nederlanden, Achmea en De Goudse. De meeste inkomensverzekeringen worden verkocht via intermediairs. Zij hebben de plicht om voor hun klanten meerdere aanbieders met elkaar te vergelijken. Op die manier dragen zij ook bij aan de concurrentie tussen aanbieders. Na de overname zijn er nog voldoende mogelijkheden om inkomensverzekeringen bij verschillende verzekeraars af te sluiten.

Werkgevers kunnen voor hun werknemers een regeling afsluiten om – naast de AOW – een aanvullend (tweede pijler) pensioen op te bouwen. Voor veel werkgevers geldt een verplichting om dit te doen bij een specifiek pensioenfonds. A.s.r. en Aegon hebben pensioenproducten voor werkgevers voor wie die verplichting niet geldt. Ook op deze markt blijft na de overname voldoende concurrentie over van in ieder geval Nationale Nederlanden, Athora en Achmea. En ook op deze markt spelen intermediairs een stimulerende rol bij de concurrentie tussen aanbieders. Uit het marktonderzoek kwamen geen aanwijzingen dat het nieuwe pensioenstelsel zal leiden tot een andere beoordeling van deze overname.

Bitvavo mag Litebit overnemen

Bitvavo mag van toezichthouder ACM 2525 Ventures overnemen, beter bekend als LiteBit. Deze cryptobeurs besloot onlangs te stoppen.

De toenemende kosten voor compliance, de verwachte daling van vergoedingen als gevolg van toenemende concurrentie, en het ontbreken van een wereldwijd gelijk speelveld, bleken te grote uitdagingen voor deze Nederlandse partij.

Met Bitvavo was al afgesproken dat klanten konden verhuizen.

De ACM heeft geen reden om aan te nemen dat de voorgenomen concentratie de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze zal belemmeren.

Insify haalt 10 miljoen euro op in verlenging Series A

Insify, de in Amsterdam gevestigde insurtech voor zzp’ers en mkb’s, heeft een extra financiering van tien miljoen ontvangen. Deze tien miljoen is afkomstig van een verzameling investeerders. Hiermee komt het totale kapitaal van de Series A-investeringsronde op een indrukwekkende 25 miljoen euro.

De aanvullende investeringsronde werd geleid door Munich Re Ventures (MRV). MRV werd daarin bijgestaan door onder meer Opera Tech Ventures en voormalig Formule 1-wereldkampioen Nico Rosberg. Met dit nieuwe kapitaal heeft Insify als doel om het bestaande aanbod van zakelijke verzekeringsproducten verder te optimaliseren en uit te breiden.

Dankzij de investeringen heeft Insify een aanzienlijke groei kunnen realiseren. Hierbij is het klantenbestand van 1.500 klanten naar meer dan 10.000 klanten gestegen. Ook heeft Insify zijn eigen arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) in Nederland geïntroduceerd.

Naast de uitbreiding van het klantenbestand en de ontwikkeling van de AOV in Nederland, wil Insify met de verlenging van de Series A-investering ook in Duitsland en Frankrijk hoge ogen gooien.

Naast de nieuwe investeerders, namen ook bestaande investeerders deel aan de aanvullende investeringsronde. Accel, die de Series A leidde, Frontline Ventures en het Berlijnse Visionaries Club - een netwerk van tech-ondernemers (waaronder Mollie-oprichter Adriaan Mol) waren daarbij betrokken.

dinsdag 13 juni 2023

Uitdagingen voor de AFM vragen om aanpassingen

Om het toezicht adequaat te kunnen uitoefenen in een veranderende samenleving en financiële sector, vraagt de Autoriteit Financiële Markten (AFM) om enkele aanpassingen in de Nederlandse wetgeving. Deze wetgevingswensen staan in de jaarlijkse wetgevingsbrief die aan de ministers Kaag (Financiën) en Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen) is verzonden.

Digitalisering, internationalisering en verduurzaming zijn trends die zijn benoemd in de AFM strategie 2023 – 2026. Deze trends ziet de AFM ook terug in nieuwe Europese wetgeving die weer in grote mate bepalend is voor het AFM-toezicht. Digitalisering leidt tot nieuwe Europese wetgeving zoals de Markets in Crypto-Assets Regulation (MiCAR), de Digital Operational Resilience Act (DORA) en de Artificial Intelligence Regulation. Internationalisering van de financiële markten leidt tot kansen, maar ook tot risico’s en uitdagingen.

Verduurzaming heeft vanzelfsprekend ook een grote impact op de financiële markten en het toezicht daarop. Nieuwe regelgeving moet leiden tot betere informatie over duurzaamheidsrisico’s en -prestaties, bijvoorbeeld door duurzaamheidsverslaggeving onder de aankomende Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD).

Om aansluiting te houden op de Europese regelgeving vraagt de AFM aan de minister van Financiën onder andere om het toezicht op (niet-)financiële verslaggeving een bestuursrechtelijke basis te geven, in plaats van de huidige civielrechtelijke. Dit is van belang omdat naast de financiële verslaggeving ook de nieuwe duurzaamheidsverslaggeving onder toezicht van de AFM komt, en de AFM hiervoor hetzelfde handhavingsinstrumentarium nodig acht als op andere terreinen dan het verslaggevingstoezicht. Ook wil de AFM dat bij uitgevende instellingen toezicht kan worden gehouden op de verslaggevingsvoorschriften over duurzame beleggingen uit de taxonomieverordening, op basis van de Wet toezicht financiële verslaggeving.

In verband met inwerkingtreding van de MiCAR verzoekt de AFM de handhavingsbevoegdheden ten aanzien van cryptoactivadiensten onder de Wet handhaving consumentenbescherming aan de AFM toe te kennen, net zoals dat bij financiële diensten het geval is.

'Banken slagen er onvoldoende in tegoeden Russen te bevriezen'

De Nederlandse Bank (DNB) heeft geconcludeerd dat een derde van de banken en andere financiële instellingen er niet in slaagt om tegoeden op de sanctielijst op te sporen en te bevriezen na bijna anderhalf jaar na het begin van de Russische invasie in Oekraïne. DNB heeft 31 instellingen onderzocht die de sancties tegen Rusland moeten uitvoeren. 

De instellingen kunnen niet alle bankrekeningen en andere tegoeden van Russen die de oorlog financieren vinden. Er staan in totaal 1473 mensen en 207 organisaties op de sanctielijst. Banken en andere financiële instellingen moeten bezittingen van foute Russen opsporen en bevriezen, maar dat blijkt ingewikkeld te zijn. De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) erkent dat er uitdagingen zijn bij het uitvoeren van sancties.

maandag 12 juni 2023

Kifid: rekening zonder reden opzeggen is niet rechtsgeldig

FlatexDEGIRO wil de klantrelatie met een consument beëindigen zonder toe te lichten waarom. De consument beklaagt zich met succes bij Kifid over het zonder reden opzeggen van de relatie en zijn pensioenrekening. De Geschillencommissie van Kifid oordeelt dat de bank op grond van de geldende voorwaarden de pensioenrekening niet zonder toelichting mag beëindigen. Evenmin is duidelijk geworden welk belang de bank heeft bij opzegging van de klantovereenkomst. FlatexDEGIRO mag de pensioenrekening van de consument nu niet beëindigen.

De consument heeft een pensioenrekening waarop hij geld stort om voor zijn pensioen te beleggen. Medio september 2022 laat de bank hem weten de klantrelatie te moeten beëindigen per 31 oktober 2022. De bank verwijst daarbij naar de voorwaarden Beleggingsdiensten. De consument informeert bij de bank naar de reden van opzegging. De bank stelt dat zij dit niet kan toelichten vanwege een geheimhoudingsplicht in de antiwitwasregels (Wwft). De consument neemt hiermee geen genoegen. Hij voelt zich door de bank weggezet als crimineel en beëindiging van zijn pensioenrekening heeft voor hem financiële en fiscale gevolgen. De consument wil dat de klantrelatie en zijn pensioenrekening bij flatexDeGiro worden voortgezet.

In de voorwaarden Beleggingsdiensten staat wanneer de bank de klantrelatie mag opzeggen. De bank mag in vijf situaties de klantrelatie onmiddellijk beëindigen. Daarnaast heeft de bank een algemene bevoegdheid om de relatie op te zeggen met een opzegtermijn. In de klachtprocedure bij Kifid heeft de bank aangegeven dat de klantrelatie met deze consument is opgezegd vanwege één van deze situaties, namelijk ‘handelen in strijd met de wetten en regels, in het bijzonder de beginselen en verplichtingen met betrekking tot het bestrijden van witwaspraktijken en terrorismefinanciering, marktmisbruik, handel met voorkennis, vertrouwelijkheid of privacy en/of dat het niet voldoende verstrekken van informatie om aan te tonen dat dit niet het geval is’ .

Met verwijzing naar deze voorwaarde heeft de bank echter niet aangetoond dat de genoemde situatie zich daadwerkelijk heeft voorgedaan. Voor de Geschillencommissie is niet komen vast te staan dat de bank de klantrelatie mocht beëindigen op deze grond in de voorwaarden Beleggingsdiensten. Als de bank gebruik maakt van haar algemene bevoegdheid om de relatie op te zeggen, moet zij haar belang bij opzeggen afwegen tegen het belang van de consument. Volgens de Geschillencommissie ontkomt de bank er dan ook niet aan om toe te lichten waarom de relatie wordt opgezegd.

De bank is verplicht klantonderzoek te doen. Kan de bank het klantonderzoek niet of onvoldoende uitvoeren, dan moet zij de klantrelatie beëindigen. Voor dit klantonderzoek geldt dat de klant de gelegenheid moet krijgen om medewerking te verlenen; hierbij is dus geen geheimhoudingsplicht.

De bank moet ongebruikelijke transacties melden bij de Financial Intelligence Unit Nederland (FIU-Nederland). De wet schrijft voor dat een dergelijke melding geheim moet blijven. De wet schrijft niet voor dat de klantrelatie moet worden beëindigd vanwege een ongebruikelijke transactie. Evenmin is dit af te leiden uit de Leidraad Wwft en Sanctiewet van AFM en DNB.

vrijdag 9 juni 2023

AFM legt BinckBank boete op

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft op 1 juni 2023 een bestuurlijke boete van €530.000 opgelegd aan BinckBank. BinckBank is een online broker, die tegenwoordig handelt onder de naam Saxo Bank. De boete is opgelegd omdat BinckBank van december 2019 tot december 2021 niet beschikte over procedures en maatregelen waarmee kon worden gewaarborgd dat klanten beleggen in financiële producten die passen bij de doelgroep waartoe zij behoren. Het beleid van BinckBank was namelijk onvoldoende specifiek en concreet. Inmiddels heeft de AFM geconstateerd dat het productgovernancebeleid van BinckBank aan de wettelijke vereisten voldoet.

Binnen Europa zijn vereisten voor productgovernance geïntroduceerd. Doel van deze regels is dat alleen beleggingsproducten worden aangeboden die in het belang van de klant zijn, zodat productaffaires en misselling worden voorkomen. Beleggingsondernemingen zoals BinckBank zijn verantwoordelijk om de juiste doelgroepen vast te stellen voor de producten waarin hun klanten kunnen handelen. Zij moeten via een daarop afgestemde distributiestrategie waarborgen dat producten terechtkomen bij de klanten in wiens belang dit is en niet (structureel) buiten de doelgroep belanden.

Het productgovernancebeleid van BinckBank was in het verleden onvoldoende uitgewerkt. De doelgroepbepaling schoot tekort. Zo beschreef het beleid slechts in algemene termen wanneer de kennis en ervaring van klanten werd getypeerd als ‘basic’, ‘informed’ of ‘advanced’, terwijl dit een belangrijke graadmeter was om te bepalen in welke doelgroep een klant viel.

Het beleid maakte daarnaast onvoldoende concreet wanneer bepaalde financiële producten geschikt waren voor welke doelgroepen. Ook was de distributiestrategie onvoldoende uitgekristalliseerd. Daarbij valt te denken aan de manier waarop producten op de website en in de app worden gepresenteerd en hoe eenvoudig producten zijn te vinden en te kopen. Het beleid van BinckBank maakte niet duidelijk hoe de belangrijke kenmerken van de doelgroep (namelijk ‘type cliënt’, ‘kennis en ervaring’, ‘financiële situatie’, ‘risicotolerantie’ en ‘doelstellingen en behoeften’) zouden worden betrokken bij het bepalen van de wijze waarop zij producten verspreidde.